29

WAAROM BEN JE GAAN VOETBALLEN? “Eigenlijk had ik geen keus. Mijn opa voetbalde, net als mijn vader en de broers van mijn opa… het spelletje is me met de paplepel ingegoten. Ik kan me ook niet anders herinneren dan dat ik altijd met een bal rondliep. Ik moest wel eerst twee zwemdiploma’s halen van mijn moeder voordat ik op voetbal mocht.” WANNEER MOET JE WEER EEN WEDSTRIJD SPELEN? “Vanmiddag! Tegen Pelikaan.” EN HOEVEEL DOELPUNTEN GA JE DAN SCOREN? “Oeh, dat is een strikvraag. Even denken… Twee. Dat moet wel gaan lukken.” ZIT JE NOG OP ANDERE SPORTEN DAN VOETBAL? “Nee, ik zit nergens anders op. Maar ik doe wel andere sporten. Ik ga bijvoorbeeld graag een potje padellen. Boksen vind ik ook erg leuk om te doen. Het is heel zwaar, maar erg leuk. Als kind heb ik nooit op een andere sport gezeten dan voetbal. Ik deed wel altijd met zoveel mogelijk schoolsporttoernooien mee. Zo maakte ik kennis met wat andere sporten dan voetbal.” REIS JE VAAK? “Ik ga graag op vakantie. Ieder jaar in de zomer doen we dat: ik, mijn vrouw, mijn dochtertje en zoontje. We kiezen altijd een andere plek uit. Als ik ooit stop met voetbal, dan zou ik ook wel buiten de zomerperiode op vakantie willen.” EN WAT IS HET VERSTE LAND WAAR JE OOIT OP VAKANTIE BENT GEWEEST? “Ik ben best wel ver weggeweest. Bijvoorbeeld naar Suriname. Daar komt mijn moeder vandaan; ik ben half Surinaams. Ik ben ook wel eens naar Thailand geweest. En naar Cuba, dat was ook heel ver vliegen.” VOOR WELKE CLUB BEN JE? “Feyenoord en Manchester United. Zal ik je eens een leuk verhaal vertellen? Mijn vader was voor Ajax, ik voor Feyenoord. Op een gegeven moment ging ik bij Feyenoord voetballen. Daardoor kwam mijn vader in het Feyenoord stadion. Hij vond het daar zo gaaf dat hij voor Feyenoord werd!” ZOU JE GRAAG WERELDKAMPIOEN WILLEN WORDEN? “Vroeger wel! Maar inmiddels ben ik 32, dan lukt dat niet meer. Als je zo jong bent als jij, kan dat nog wel. Wie weet word jij ooit wel wereldkampioen!” HOE VAAK TRAIN JE IN DE WEEK? “We trainen twee keer per week. En op zaterdag spelen we een wedstrijd.” DAT WAREN AL MIJN VRAGEN; HEB JIJ MISSCHIEN NOG EEN VRAAG AAN MIJ? “Nou, ik heb niets voorbereid, Marissa. Maar ik kan wel wat bedenken hoor. Mijn eerste vraag is: wat wil jij dit jaar met jouw team bereiken?” “Ik wil niet per se iets bereiken”, legt Marissa uit. “Ik wil vooral lekker 29 voetballen en veel plezier maken met mijn vriendinnen.” Dat begrijpt Brandon wel: “Dat vind ik echt een héle goede instelling! En als laatste vraag voor jou: “Wat wil je later worden als je groot bent?” Na lang denken antwoordt Marissa resoluut: “Dierenarts. Voor cavia’s. En hamsters. En parkieten.” “Zo! Da’s een bijzondere baan”, reageert Brandon. “Daar wens ik je alvast heel veel plezier bij!” Het is tijd voor Brandon om te gaan; hij moet zich bij zijn teamgenoten voegen voor de voorbereiding op de wedstrijd. Gezellig kletsend lopen Brandon en Marissa naar buiten. Wie op een afstandje naar hen kijkt, ziet al snel dat er buiten het interview om nog wat afspraken worden gemaakt. Met een grote grijns loopt Marissa weg en licht toe: “We hebben een deal gesloten! Als hij vanmiddag twee keer scoort, krijgt hij een tekening van mij. Zo niet, dan trakteert hij mij op iets lekkers.” Later die middag kijkt Marissa gespannen naar de wedstrijd. In de 65e minuut is daar de 1-0 voor Oranje Wit. Gelukkig is het niet Brandon die scoort; de kans op iets lekkers blijft in zicht. Brandon krijgt een aantal kansen, maar een doelpunt zit er deze wedstrijd niet in. De wedstrijd eindigt in 1-0 en Oranje Wit wint het Zilveren Crabtoernooi. Feest voor Brandon én voor Marissa, want Brandon houdt zijn woord; nog voordat hij de kleedkamer ingaat, krijgen Marissa – en de teamgenootjes die met haar naar de wedstrijd zijn blijven kijken – een patatje en iets te drinken. “Echt een aardige man”, concludeert Marissa vanachter haar patatje met. En daar heeft niemand om haar heen wat tegenin te brengen.

30 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication