61

Oranje-witter dan dit ga je het niet snel krijgen; de familie Louwman. Erwin, Conny, Jordi, Raúl en Serena zijn bij elkaar opgeteld al 143 jaar onlosmakelijk verbonden aan de vereniging. En door hun veelzijdige, vrijwillige inzet bij talloze clubtaken zijn ze een van de hoekstenen van Oranje Wit. "Het is niet meer dan logisch dat je wat voor de club doet." Conny (51) ging op haar twaalfde voetballen in het meidenteam van Oranje Wit. “Nou ja, meidenteam… Er was nog maar één team en daar zat dus ook een vrouw van over de 40 jaar bij. Die had al kinderen!”, legt Conny lachend uit. Later voegde ook de rest van haar familie zich bij de club. Conny: “Mijn vader werd leider bij het eerste en ik ging er kijken als ik kon. Vaak samen met mijn moeder. Sowieso waren er toen meer (spelers)vrouwen die kwamen kijken.” Erwin (55) werd lid op zijn zesde en speelde, los van een uitstapje van twee jaar naar DS'79, zijn hele leven bij de club. “Ik heb van de F’jes tot in het eerste gespeeld. Mijn vader, Arie, was al lid dus de keuze was al bepaald. Conny was er inderdaad vaak en we kregen verkering. En voor je er erg in hebt, ben je zoveel jaar getrouwd en heb je drie kinderen”, zegt hij trots om zich heen kijkend. KEUKENTAFEL "Nee, een andere voetbalclub was geen optie geweest, dat had papa nooit geaccepteerd", begint Raúl (22), die ook nog op turnen gezeten heeft, over de keuze voor de club. Serena (19), vult aan: “We hadden wel de keuze over welke sport. Ik ben begonnen bij de korfbal, maar heb later toch gekozen om te gaan voetballen. En dan is er maar één club.” Jordi (25) knikt instemmend: “Het was vanzelfsprekend om hier te gaan voetballen, we zijn hier echt gewoon opgegroeid.” In deze familie loopt de club als een oranje-witte draad door het leven. Dus is dat aan de keukentafel ook vaak het gespreksonderwerp. “Ons sociale leven speelt zich hier af en onze vrienden zitten ook bij de club. En die schuiven regelmatig aan, het lijkt soms net een buurthuis bij ons thuis. Dan wordt er van alles besproken”, zeggen ze in koor. Serena met een glimlach: “En ook als Raúl slecht gespeeld heeft, hoort hij dat.” Er valt een pauze… “Ja, maar in tegenstelling tot de feedback van mijn vader, neem ik jou niét serieus”, reageert Raúl quasi fel, terwijl hij zijn arm liefdevol om zijn zus slaat. BETROKKEN De familie doet te veel dingen binnen de vereniging om te benoemen. Het hoort erbij, vinden ze. Erwin: “Er zijn veel handjes nodig om zo’n grote club draaiende te houden. En daar willen, nee moeten, we ons steentje aan bijdragen.” De kinderen zijn het daarmee eens en niet anders gewend. “Je bent gewoon een onderdeel van de Oranje-Witfamilie. En het is niet meer dan logisch dat je daar wat voor doet”, zegt Jordi. En zoals zo vaak; als je wat doet, zal dat niet door iedereen worden gewaardeerd. Conny: “Ik vind kritiek niet erg. Maar ik heb er wel moeite mee als dat van mensen komt, die zelf niets doen. Daar ben ik wel snel klaar mee!” LIEF EN LEED Zo’n langdurige verbintenis bij de vereniging vult je leven met bijzondere momenten. Erwin: “We hebben lange vriendschappen opgebouwd bij de club. Dat is zeer waardevol. We hebben hier hele mooie momenten meegemaakt, maar ook moeilijke.” “Het is vaker aangehaald, maar het verhaal van Robine grijpt ons nog steeds aan. Ze zat in het elftal bij Serena. En die gingen toen samen met het team geld ophalen voor de kankerstichting KiKa, terwijl ze zelf… dat was heftig”, vertelt Conny zichtbaar geëmotioneerd. Het is even stil. Met de antwoorden op de laatste stelling – “Jullie blijven je hele leven bij Oranje Wit…” – eindigen we met een lach. “Wat moet je dan?”, reageert Erwin gekscherend. “Thuis gaan zitten?” Raúl maakt het lachmoment compleet en zegt met een stalen gezicht: “Wij kennen niemand buiten Oranje Wit.” “Een andere voetbalclub was geen optie geweest, dat had papa nooit geaccepteerd” 61

62 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication