28

op het innovatieklimaat in scholen. Studenten die van nature wel ondernemend zijn, verlaten vaak voortijdig de opleiding of gaan erna een andere kant op. Wij zijn van mening dat het onderwijs ze juist heel hard nodig heeft; misschien is dat wel de belangrijkste doelstelling, het behoud van ondernemende mensen.’ Annemarie: ‘Wat ik heel mooi vind om te zien is dat de samenwerking tussen studenten veel sterker wordt, doordat ze samen overleggen, samen sparren over wat ze aan het doen zijn. Het wordt dus minder docent-gestuurd, wat het ondernemerschap van de studenten ook heel erg stimuleert.’ Jos: ‘Wat ik ook heel mooi vind, is dat het docententeam steeds enthousiaster wordt, dat is best een omschakeling geweest.’ Annemarie: ‘Inderdaad, zij krijgen steeds meer vertrouwen in het loslaten van de student. We hopen dat dit effect ook bij de mentor ontstaat die de student begeleidt. En dat we in samenwerking met scholen de vragen steeds beter in beeld krijgen, zodat studenten gericht naar een school toe kunnen gaan en zich kunnen specialiseren. Ik denk dat dat belangrijk is voor een leerkracht. Leandros bijvoorbeeld, een student die veel gamet en heel goed is in programmeren, kon dat niet kwijt in het onderwijs. Nu heeft hij zich ermee kunnen profileren, en wordt hij ook op dat talent aangesproken.’ Jos: ‘Het programma is erg gericht op zelfstandigheid en eigenaarschap van de student en faciliteert daardoor ook het gepersonaliseerde leren; wanneer wil je begeleiding, waar wil je meer aandacht aan geven, en wat je sneller doen. Die beslissingen kun je als student zelf nemen. Dan gaat het ook echt bij jouw talenten passen.’ Annemarie: ’Een mooi voorbeeld vind ik Jessica, een studente die van nature heel doelgericht is, die graag vanuit criteria wilde werken en gericht was op zekerheid. Zij zei: Ik wil dit leerarrangement gebruiken om te zien of het ook anders kan. Ze heeft de methodiek aangegrepen om te ervaren wat dat met haar doet en ze zei aan het einde: ik ben echt uit mijn comfortzone gegaan, ik heb leren vertrouwen op wat ik zelf belangrijk vind in plaats van alleen maar de criteria van anderen. Die wisselwerking en balans tussen je eigen belang en wat de opdrachtgever en opleiding willen, daar is zij echt sterker in komen te staan.’ Jos: ‘Ook voor docenten is dit een leerervaring, door zich meer als didactische coach op te stellen en alleen bij te dragen waar het nodig is en niet vooraf alles in te vullen. Waar zijn jullie het meest trots op? Annemarie: ‘Een van de belangrijkste opbrengsten van dit project is dat we een digitaal werkboek hebben gemaakt waarin studenten de stappen zelfstandig kunnen doorlopen. Dat maakt dat wij als docenten veel ruimte hebben om met ze in gesprek te gaan over hun plannen.’ Jos: ‘Studenten leren meer klantgericht en behoeftegericht ontwerpen, en worden zich bewust dat ze iets toevoegen wat waarde heeft.’ Annemarie: ‘Ik merk dat de vraagformulering van scholen zich vaak richt op de vorm, bijvoorbeeld ‘we willen projectmatig werken met kinderen gaan invoeren’. Studenten leren om naar die vraag te kijken: is dit niet al een oplossing en waarvoor is het dan een oplossing’. Wat staat nog meer op de agenda? Annemarie: ‘Naast het ontwikkelen van een doorgaande lijn voor de rest van de opleiding, is de belangrijkste vervolgstap de stap naar het werkveld om ook leerkrachten hiervan mee te laten profiteren. Zij zien al dat oplossingen van studenten meerwaarde kunnen hebben voor de school, maar wat we eigenlijk willen is dat die ondernemende leerkracht in een schoolbestuur meer handvatten krijgt om innovaties vorm te geven aan de hand van zo’n ontwerpproces. We benaderen nu de schoolbesturen in de regio Eindhoven met de vraag hoe we hen daarbij kunnen ondersteunen.’ Jos: ‘Alle basisscholen hebben de behoefte om methodes los te laten in projectonderwijs en toch naar een zeker leerrendement toe te werken. Design Thinking biedt de mogelijkheid om dat te doen, doelgericht en met een stappenplan.’ WAT IK HEEL MOOI VIND OM TE ZIEN IS DAT DE SAMENWERKING TUSSEN STUDENTEN VEEL STERKER WORDT. 28

29 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication