6

TROTS BEN IK OOK DAT DE DINGEN DIE WE BEREIKT HEBBEN, ONZE EIGEN DINGEN ZIJN. Hoe doen jullie dat? ‘Je hebt mensen nodig die die mindset hebben, die overtuiging dat samenwerken en verbinden tot de hoogste opbrengsten leidt. Je vertrouwt elkaar, je weet van elkaar welke visie je aanhangt. We doen het als opleiding en werkveld samen. De kracht van ons partnerschap is dat niet de pabo, maar de besturen in het werkveld de kartrekker zijn. Daardoor krijg je een andere dynamiek. We hebben bewust voor deze verantwoordelijkheid en regie gekozen en de opleiding heeft dat altijd in vertrouwen geaccepteerd. We kregen bij visitaties ook terug, en dat heeft onze visie mede gevormd, dat we bij alle ontwikkelingen en op alle niveaus zorgen dat er iemand van de opleiding en vanuit het werkveld betrokken is. Daardoor versterk je elkaar. Ook als we nieuwe dingen uitzetten, zorgen we dat we altijd op die tandem stappen. Dat ‘samen’ is inmiddels zo vanzelfsprekend. Nieuwe regio’s in het POS moeten daar in het begin soms aan wennen maar ook daarvoor geldt: door samen de goede dingen te doen, elkaar te ontmoeten, altijd in gesprek te blijven en successen te vieren, is die samenwerking op een gegeven moment geen issue meer.’ Het project is afgelopen, hoe gaat het nu verder? ‘Brigit heeft de dingen goed weggezet bij de stuurgroep, de coördinatoren, de opleiding en de besturen, die ook veel meer zijn aangehaakt dan voorheen. We zullen het met elkaar moeten blijven onderhouden. Als de structuur en de werkprocessen goed uitgezet zijn en iedereen pakt daarin zijn verantwoordelijkheid, dan loopt het door. De coördinatoren zijn de verbindende schakel tussen wat er binnen de opleiding, de stuurgroep, de besturen gebeurt en wat er op de werkvloer gebeurt. Zij zijn de spin in het web die beleid van boven naar beneden kunnen vertalen en andersom. Maar het werkt pas als anderen het ook oppakken.’ Waar ben je het meest trots op, terugkijkend op de afgelopen drie jaar? ‘Ik ben trots op de waardering die we gekregen hebben vanuit het Steunpunt Opleiden in de School, de herkenning en erkenning van de processen en producten. Zoals de producten voor de startende leerkracht waar een heel groot deel van ons POS gebruik van maakt. Ik ben ook trots op de manier waarop de opleidingsscholen naar zichzelf kijken in zelfevaluaties en daar continu verbeterplannen voor maken, en op de onderzoekscultuur. Door instrumenten als de ontwikkelscan ga je evalueren en reflecteren. Die maken je bewust waar je mee bezig bent en leiden tot het gesprek over de manier waarop je het doet. Daardoor is de kwaliteit van de individuele scholen toegenomen. Trots ben ik ook dat de dingen die we bereikt hebben, onze eigen dingen zijn. Dat het van binnenuit tot stand is gekomen en vanuit een behoefte van ons partnerschap, niet als opdracht van buitenaf. En natuurlijk op de betrokkenheid van de vele mensen in de regio’s en besturen, en de input die zij geleverd hebben aan het project. Knap hoe zij kartrekkersrollen hebben genomen.’ Wat zou je nog wensen voor het POS? ‘Voor de toekomst vind ik een spannende wel: hebben we nog voldoende grip en kunnen we met elkaar de kwaliteit waarborgen? De coördinatoren zijn belangrijk, om signalen tijdig op te pakken. Een ander dilemma is dat we enerzijds de leeromgeving van de studenten zo goed mogelijk willen inrichten en zorgen dat ze op de beste opleidingsscholen stage kunnen lopen, anderzijds zou het opleiden in de school meerwaarde moeten bieden voor alle scholen. Die vraag houdt ons bezig: hoe benutten we de expertise van alle scholen zodanig dat we studenten goed voorbereiden op het onderwijs van de toekomst.’ Lees ook het interview met Els van der Pol en coördinator Ronald Keurentjes (voorjaar 2016) op www.partnerschapopleidenindeschool.nl/stuurgroep. 6

7 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication