18

18 KLIMAATBESTENDIG BOUWEN IN BEEKLANDSCHAPPEN De samenhang tussen de begrippen in figuur 4 werkt als volgt. Allereerst is een gedeelde ambitie voor de stads- en dorpsrand noodzakelijk. Vaak biedt de stadsrand een aantrekkelijke omgeving om te wonen of te werken. Deze aantrekkelijkheid kan terugkomen in een gemeenschappelijke identiteit voor een gebied of gebiedsontwikkeling. Denk aan de ‘Watermotor Wijkervoort (paragraaf 2.3), de Blauwe Poort in Laarbeek, of ‘Wonen in het beekdal’. Op basis van een ambitie kunnen uitgangspunten worden verwoord hoe om te gaan met het water. Deze uitgangspunten gelden universeel voor alle beekdallandschappen in Noordoost-Brabant, waarbij accenten in de toe te passen maatregelen kunnen verschillen op basis van de gebiedsambities en de karakteristieken van het beekdallandschap. De uitgangspunten worden concreet met principe-maatregelen. Principe-maatregelen kunnen bijvoorbeeld de inzet van wadi’s zijn, het verhogen van vloerpeilen of waterkerende constructies, en geven inspiratie aan de planvorming en het ontwerp. Spelregels geven tot slot een stok achter de deur in de complexe gebiedsopgaven in de stadrandzones. De spelregels komen dus voort uit de vastgestelde ambitiedoelen van een klimaatbestendige inrichting, idealiter vastgelegd in omgevingsvisies en gevoed door de waterbeheerprogramma’s van de waterschappen en provincie. Deze doelen worden voor een groot deel door de gemeenten, initiatiefnemers en bewoners en bedrijven gerealiseerd. Voor elke situatie is daarom maatwerk nodig, maatwerk in inrichting en maatwerk in proces. Figuur 4: Structuur van deze rapportgage: Ontwerpprincipes en spelregels om te komen tot klimaatbestendige gebiedsontwikkeling in het bekenlandschap van Noordoost-Brabant

19 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication