53

KLIMAATBESTENDIG BOUWEN IN BEEKLANDSCHAPPEN 53 3.3 VERBREED VAN ‘KLIMAATBESTENDIG’ NAAR ‘INTEGRALE DUURZAME GEBIEDSONTWIKKELING’ Wanneer klimaatadaptatie onderdeel is van de omgevingsvisie en het omgevingsplan, komt de uitwerking op projectniveau aan de orde. In de casussen werd duidelijk dat bepaalde doelen kwantitatiever moeten worden geformuleerd, om er mee te kunnen ontwerpen. Ook lopen gemeenten, projectontwikkelaars of bouwteams aan tegen het integreren van verschillende doelstellingen. In de casus Theereheide leidden de gestapelde ambities uiteindelijk tot een onuitvoerbaar plan. Integratie van doelstellingen dient niet alleen in de technische planuitwerking te gebeuren, maar dient ook onderdeel te zijn van het ruimtelijk besluitvormingsproces. Door integraal te werken ben je niet alleen maar bezig om ‘normen af te vinken’, maar komen kansen beter tot hun recht. Wonen in het beekdal kan bijvoorbeeld een heel aantrekkelijk perspectief zijn. Maar hoe organiseer je dat integrale werken? Een manier om hiermee in de planvormingsfase van gebiedsontwikkeling om te gaan, is het toepassen van de methodiek van integrale duurzame gebiedsontwikkeling. Figuur 24 toont opnieuw het gehanteerde proces van gebiedsontwikkeling, met enkele processtappen toegevoegd om de gewenste concretisering en afweging van doelstellingen te faciliteren. De eerste 4 stappen uit het stappenplan worden hieronder toegelicht, omdat hier de vragen vanuit de casussen over gaan: 1. Duurzaamheidsvisie: thema’s verkennen In een duurzaamheidsvisie wordt het begrip duurzaamheid geladen. De gemeente diept de onderwerpen die onder het begrip duurzaamheid vallen samen met betrokken partijen uit. Het gaat dan om thema’s zoals duurzame mobiliteit, klimaatadaptatie, biodiversiteit, circulariteit en energie. Voor elk thema wordt er gekeken naar de beleidsuitgangspunten, de unieke ruimtelijke eigenschappen van de locatie, lokale opgaven en initiatieven, stakeholders en het gebiedsprogramma (bijvoorbeeld woningbouwopgave). Vanuit het thema klimaatadaptatie kan een watersysteemanalyse of de zogeheten Klimaatonderlegger inzicht bieden in de lokale situatie. 2. Ambitie peilen Per thema valt er nu iets te kiezen. Wat wordt het ‘unique selling point’, ook vanuit klimaatadaptatie, voor het project en wat is minder relevant? Elke partij mag haar standpunt innemen en ambities voor alle thema’s bepalen. Daarbij geven ze ook aan welke rol ze voor zichzelf zien. De hoogte van de ambitie helpt om maatregelen te kiezen die hierop aansluiten. Binnen elk thema zijn er immers verschillende maatregelen te nemen. 3. Visie opstellen Op basis van de thema’s en ambities ontstaat een beeld van het toekomstig project. Dit geeft richting voor de verdere uitwerking, leggen we vast en stemmen we af met stakeholders. Belangrijk in dit proces is elkaar verstaan en begrijpen in combinatie met creativiteit. Het gaat in deze fase om “omdenken” en strategisch denken in tijd en gelegenheid. We zijn bezig met een integraal proces, het bouwen van een robuuste en veerkrachtig beekdalsysteem en niet met de invulling van diverse functies naast elkaar. Het proces is essentieel voor het vinden van een gedragen duurzaamheidsvisie. Het is geen gemakkelijk proces, een klimaatbestendige gebiedsontwikkeling vergt aanpassingsvermogen en flexibiliteit van alle stakeholders. Door ontwerpend onderzoek, het visualiseren van de impact van ideeën en het onderbouwen van ideeën met goede modelleringen, kunnen we een visie op een bepaald gebied maken. De visie moet voor een ieder helder zijn. Alle betrokkenen moeten weten waar het gebied zich naar toe ontwikkelt en welk beheer en onderhoud hiervoor nodig is. De duurzaamheidsvisie is het startpunt voor een concrete uitwerking van de thema’s in bijvoorbeeld een Programma van Eisen voor een ontwikkellocatie.

54 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication