61

KLIMAATBESTENDIG BOUWEN IN BEEKLANDSCHAPPEN 61 Uit de gebiedsateliers trekken we de volgende conclusies: 1 We stapelen ambities in plaats van te kiezen: een gebiedsgerichte integrale aanpak waarbij alle gebruikers zich richten naar het bodem- en watersysteem, en buiten eigen kaders is noodzakelijk. Niet alles kan overal. Toch zien we in de twee casussen dat ambities zich opstapelen en dat het moeilijk kiezen is voor de ene of de andere ambitie. Waterexperts hebben het gevoel langs de zijlijn te roepen, maar niet in het centrum van gebiedsontwikkelingen te komen. Ondanks alle inbreng, worden er keuzes gemaakt in de ontwerp- of uitvoeringsfase die niet altijd klimaatadaptief zijn, waar het water niet als leidend principe geldt. Een gebiedsgerichte aanpak is essentieel waarbij alle gebruikers zich richten buiten de eigen grenzen om te komen tot integrale oplossingen. 2 Wanneer is het goed genoeg en welke maatregelen moeten we nemen? Hoe borgen we klimaatadaptatie in beleid? “Geef me normen en euro’s en ik maak het voor je” zei een van de deelnemers in de gebiedsateliers. Klimaatadaptatie is echter vaak niet zo kwantitatief vormgegeven. Voor droogte en hitte zijn er geen harde eisen. Voor wateroverlast, hydrologisch neutraal bouwen en hittebestendig bouwen zijn er wel normen, maar deze normen houden onvoldoende rekening met klimaatverandering. Bovendien vervalt onder de Omgevingswet grotendeels het normatieve denken waarvoor het randvoorwaardelijke denken in de plaats komt. Tot nu toe heeft het ontbroken aan criteria of leidende principes vanuit een lagenbenadering waarlangs ruimtelijke keuzes kunnen worden genomen in het besef dat klimaatadaptatie een ruimtelijke opgave is en niet een sectorale water & riolering-opgave. Bij veel kleinere gemeenten is er ook onvoldoende tijd en kennis om te bedenken welke maatregelen waar en wanneer nodig zijn. Dit hoeft geen probleem te zijn, omdat die kennis bij marktpartijen vaak wel aanwezig is. Maar: hoe zorgen we als gemeente dat die marktpartijen de juiste maatregelen treffen? En hoe zorgen we dat alle hulpmiddelen en kaders elkaar versterken? Hoe die kennis wordt ontsloten en effectief ingezet kan worden, hangt af van de rol die een overheid inneemt ten opzichte van initiatiefnemers. De komst van de omgevingswet brengt daarin ook een nieuwe dynamiek. Gemeenten krijgen meer mogelijkheden om te gaan sturen op omgevingswaarden. Ook de taal verandert met de komst van de nieuwe Omgevingswet: het gaat over een veilige en gezonde leefomgeving. Daarmee wordt klimaatadaptatie nog nadrukkelijker een ruimtelijke opgave. 3 Niet zelden is de kwaliteit van de stadsrand het resultaat van een sectorale afweging van belangen. We benaderen de opgave nog teveel sectoraal en bekijken alleen het projectgebied, waardoor we kansen en de samenhang in de omgeving missen, maar ook knelpunten elders veroorzaken. Systeemdenken en integrale gebiedsontwikkeling zijn de sleutelbegrippen voor een verantwoorde duurzame ontwikkeling van de stadsrand en het beeklandschap. Klimaatadaptatie is – net als andere duurzaamheidsopgaven – een maatschappelijke opgave waarin een ieder een aandeel kan leveren.

62 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication