105

Na een rustige nacht brak de ochtend aan. De verkenners meldden hun eerste contact met de vijandelijke (GB) verkenners in hun Scimitar verkenningsvoertuigen. Onze verkenners stonden goed verscholen en daar er geen hoofdmacht zichtbaar was, bleven zij in hun opstelling waarnemen. Britse Scimitar verkenningsvoertuigen en eveneens Britse Challenger I tanks in actie Ook wij zagen de verkenningsvoertuigen naderen, precies op onze linker vakgrens. Daar stootten ze op de opstelling van de tirailleurs. Er brak een kort vuurgevecht uit. Met de Garl Gustav (en thunderflashes) werden de Britse verkenners teruggeworpen. Niet veel later kwam een Engelse landrover met hulpleiderssignalering onze opstelling binnengereden. Een kapitein die sprekend op “captain Peacock” uit de serie “Wordt u al geholpen” leek stapte uit en gooide een witte rookgranaat. Ik stapte uit mijn gedekte opstelling en liep naar de officier toe. Op mijn beste Engels groette ik de man en vroeg hem wat de bedoeling was. Hij gaf aan dat er net een granaat van een mortier op ons was afgevuurd en dat we compleet vernietigd waren door deze enkele mortiergranaat. Ik vroeg hem met wat voor middelen wij hier ingegraven zaten. Hij gaf ons aan dat wij hier met drie infanteristen zaten. Ik vroeg hem om met mij mee te lopen naar onze opstelling. Het gezicht van de goede man vergeet ik nooit meer toen hij de ingegraven Leopard tanks zag. En toen ik hem aangaf dat we ook nog vijf C&V’s met 25 mm kanonnen in front hadden staan plus een mortierpeloton en een tirailleurgroep werd er een berekening gemaakt. We hadden slechts twee gewonden. Op dat moment werd ik geroepen door de lader van mijn tank. Er werden vijandelijke tanks gemeld. Ik gaf dat door aan de scheidsrechter en dook mijn tank in. Flankerend op drie kilometer afstand verplaatste zich nietsvermoedend een tankcolonne van twaalf Challenger tanks. Wij namen ze onder vuur en meldden dat aan de scheidsrechter. Deze genoot. Dit was de eerste inzet van deze, voor hen nieuwe, tank. En direct werden ze uitgeschakeld door een ingegraven vijand. De scheidsrechter kroop achter zijn radio en de tanks werden verloren verklaard. De gladiolen waren binnen. Maar de vreugde was van korte duur. Onze Amerikaanse buren waren dermate geschrokken dat zij het hazenpad kozen. Niet veel later brak er een enorme overmacht aan vijandelijke gevechtsvoertuigen door bij het 2e peloton. Daar zowel onze linker als rechter flank open kwam te liggen moesten we terugvallen. Op vier kilometer achter ons was een US-doorlaatpost. We brachten al rijdend onze signalering aan. Euforisch naderden we de doorlaatpost. Helaas waren de Amerikaanse GI’s ernstig nerveus en triggerhappy. Ze openden het vuur op ons. Zo zie je maar dood en gladiolen liggen soms maar enkele kilometers uit elkaar. 104

106 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication