37

Zaterdag 23 september 1978 Om half vijf worden we uit de zak gehaald met de mededeling dat de vijand verder oprukt in onze richting. We hebben de stelling nog maar net ingenomen of er razen al twee Luchsen voorbij. Een thunderflash doet wonderen, want ze stoppen meteen… om daarna tot onze boosheid snel door te rijden. De scheidsrechter weet wel raad met ze. Tien uur. Een vijandelijke colonne genievoertuigen nadert onze stelling en rijdt in de val die we opgesteld hebben. Ze worden afgeschoten verklaard, krijgen een half uur straftijd en moeten daarna terugkeren. Eén vaandrig probeert slim te zijn en rijdt door. We onderscheppen hem en maken hem krijgsgevangen. Zijn kaart wordt ingenomen en we vullen onze schamele hoeveelheid munitie flink aan. Op last van de scheidsrechter moeten we hem weer vrijlaten, want ook hij heeft recht op zijn weekend. Mazzel voor hem. Om twee uur krijgen we het bevel om ons te verzamelen. We gaan pelotonsgewijs naar onze weekendlocatie, het dorpje Höver. Tot zeven uur wordt er onderhoud gepleegd. De hele waslijst moet worden nagelopen. Om half negen ligt deze jongen te slapen en dat op zaterdagavond! Zondag 24 september 1978 Half twaalf. Met een verschrikkelijk onuitgeslapen gevoel kom ik uit mijn slaapzak in het stro. Ik begeef me naar de commandopost die in het plaatselijke café is gevestigd. Hier hoor ik dat ik van twaalf tot vijf wachtcommandant ben. Mijn gezicht klaart echter op als ik hoor wat mijn locatie is: het café. De middag breng ik door met het lezen van verschillende kranten en twee nummers van de Saxon-Drive Revue. Tussendoor maak ik een aantal keren een ronde. Men is drukdoende met het onderhoud van de voertuigen. Dode blokken moeten als het kan vervangen worden, anders loopt de zaak in de soep. Om vijf uur ben ik van mijn wacht af. Ik ga mijn toiletspullen halen en op zoek naar een bad of douche. Terwijl ik door het dorp loop en achteromkijk, struikel ik over een stoeprand. De man van een passerend Duits echtpaar zegt dat ik wel mag oppassen als ik niet als echte gewonde afgevoerd wil worden. Ik raak met ze aan de praat over de oefening en de drukte in het anders zo rustige dorp. Als ik een eind wil maken aan het gesprek omdat ik nog een bad zoek, bieden zij mij hun eigen badkamer aan. Wanneer ik beleefdheidshalve weiger, word ik bij mijn arm genomen en mee het huis ingetrokken. Na een weldadig bad en twee Baco’s vertrek ik onder uitgebreide dankzegging terug naar het café, waar ik de kaart voor de volgende dag ga intekenen. Om half negen is het dorp in diepe rust. 36

38 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication