57

Indien de gedupeerde bekend was gaf men deze een afschrift van het schademeldingsformulier Bij grotere schades, denk aan een ontplooid tankpeloton dat door een akker was gereden, kwam een schadecommissaris of een toegevoegde kornet of vaandrig de schade opnemen met de landeigenaar. De toegevoegde kornet of vaandrig reed met een voertuig, voorzien van het opschrift schadecommissaris en getooid met een oranje vlag. Hij nam de schade op, vergelijkbaar met een schade-expert van de verzekering en handelde deze af met de gedupeerde. Indien schade door een gedupeerde werd ontdekt en er geen schadecommissaris ter plaatse was geweest, moest deze zich melden bij het gemeentehuis. Het gemeentehuis nam dan contact op met de schade-organisatie. De schade werd dan alsnog beoordeeld of er werd direct uitbetaald. Voorafgaand aan een oefening werd deze in de lokale kranten aangekondigd en ook werd vermeld hoe men eventuele schade kon melden. Een goede en eerlijke regeling waar echter ook wel eens misbruik van werd gemaakt. Zo waren er boeren die schade claimden die niet reëel was. Ze claimden bijvoorbeeld een hectare omgeploegd maisland, terwijl het land nog niet eens was ingezaaid. Er waren boeren die, in ruil voor het mogen innemen van een locatie op hun erf, vroegen om een gammel schuurtje te raken om vervolgens een nieuwe schuur in rekening te kunnen brengen. Ook het herkennen van dat soort fraude was een zaak voor de schade-organisatie. Maar ook kon er schade ontstaan die niet direct zichtbaar was. Bijvoorbeeld als buitenstaand vee of drachtige paarden schrokken van overvliegende helikopters of vliegtuigen. Maar ook het enorme geronk en geratel van langsrijdende rupsvoertuigen vonden de dieren niet fijn. Als er dan ook nog, bij vijandcontact, gebruik werd gemaakt van losse munitie dan was het leed vaak niet te overzien. Het was wel regel om geen kanonnabootsers, thunderflashes of andere blancs te gebruiken in de bebouwde omgeving of in de buurt van levende have. In de hitte van de strijd werd dit weleens vergeten, met dode kippen, varkens e.d. tot gevolg. Maar ook miskramen bij dure drachtige merries kwamen helaas voor. Die schade moest dan natuurlijk wel vergoed worden. Dan waren er ook nog de problemen die konden ontstaan wanneer een bestuurder, meestal op aandringen van de voertuigcommandant, zich niet hield aan het maximale draagvermogen van een brug. Bij iedere brug stonden de bekende gele ronde borden die het draagvermogen aangaven bij gebruik van enkel- of dubbelverkeer en dan ook nog specifiek voor rups- en wielvoertuigen. Het ging vaak goed, maar soms was men ook heel erg blij dat de brug er na gebruik daarvan nog stond. 56

58 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication