125

In 1986 was het nog volop Koude Oorlog, de plannen voor snelle alarmering lagen klaar en waren vuistdik. Niet omdat oorlog te scripten valt, maar wel omdat we serieus genomen wilden worden. Tijdens een Operational Readiness Test, waarvan je als kornet tevoren wist wanneer die plaats zou vinden, kwam ik al snel aan bij het gebouw. Ook mijn 2e beroeps, de wachtmeester der 1e klasse Van de L. was reeds aanwezig. Verder wat huzaren met een kater in de kop en slaap in de ogen. “Kornet, naar de plaat en de Golf-bak halen, die duurt het langst om te beladen!” “Maar wachtmeester, ik heb helemaal geen rijbewijs voor de M113.” “Dat dondert niet kornet, in een oorlog vraagt daar ook niemand naar en als je chauffeur of schutter uit de voeding is geschoten, dan moet je ook zelf rijden!” Dat mocht niet, maar dat gebeurde wel. Gelukkig oefenden we het rijden ook op de battlerun banen op Truppenübungsplatz Bergen, dus de M113 kende geen geheimen voor deze kornet. Diezelfde wachtmeester der eerste klasse nam tijdens een pelotonsoefening de proef op de som of een beekje, ik denk dat het de Dusbach was, pantser remmend of pantser stoppend was. De beek bleek pantser remmend en dat kwam de wachtmeester trots met zijn Alfabak bij mij melden. Keurig in de houding voor mij, tilde hij zijn baret op en daar stond een groene pad op zijn kortgeschoren koppie! Die bleek uit de beek te komen en was in een rookgranaatbus vervoerd. Wereldvent deze wachtmeester, helaas hebben we alle contact verloren, ik zou hem toch graag nog eens spreken. Het was niet alleen Koude Oorlog, in de hoofden van veel lokale bewoners speelde de Tweede Wereldoorlog ook nog steeds een rol. Zo maakte ik het in ons oefen- en oorlogsgebied mee dat een knaapje van een jaar of 8 mij vroeg: “Wenn kommen die Leoparden?” Toen ik hem vroeg hoe hij wist dat er Leopards zouden komen, legde hij uit dat hij aan het eenheidsherkenningsteken kon zien dat die in de buurt moesten zijn! In hetzelfde dorp werd ik aangesproken door een oude man met een slecht been en een zwaar beschadigd oog. “Im Krieg war ich Sanitäter.” Na een paar minuten keuvelen over Kühchen und Kalbchen moest ik door. Toen riep hij mij na: “Stalingrad war eine schöne Schiesserei!” Op dat moment vroeg ik mij wel af waarom ik zijn dorp zou willen verdedigen. 124

126 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication