135

Dienstplichtige officieren kwamen op als kornet en zwaaiden af als tlnt en onderofficieren kwamen op als wmr titulair en gingen als wmr effectief. Vergeleken met de huzaren dienden zij twee maanden langer. Zij waren veelal hoog opgeleid (o.a. om daarmee meer overwicht te verkrijgen over het personeel aan wie zij leidinggaven) en maakten vaak een betrekkelijk steile leercurve door. In tien maanden zag je ze van schuchtere en verlegen jongens uitgroeien tot jeugdige zelfbewuste adolescenten die je om een boodschap kon sturen. Hoewel zij toch hun diensttijd moeten hebben gezien als een hinderlijke onderbreking van hun maatschappelijke carrière, was dat in de praktische omgang niet vaak te merken. Integendeel! Velen waren positief kritisch maar ook leergierig, betrokken en enthousiast. Korporaals-TS en KVV waren (meestal) specialistisch opgeleide korporaals die een premie konden krijgen als dank voor hun specialisme of langjarige dienverplichting van vier tot zes jaar. De meesten kochten daarmee een geweldig mooie belastingvrije auto. Een minderheid deed daar andere verstandige dingen mee. Voor dienstplichtige huzaren gold eigenlijk hetzelfde als voor de dienstplichtige kaderleden. Maar zij zagen en voelden vooral ook de belemmering van hun toekomstplannen, waarbij het er ook van afhing welke functie iemand vervulde. Een man als mijn eerste C&V-bestuurder, kpl John Emmen, was zeer positief en bleef dat ook omdat hij wellicht beter achter de schermen van een PC kon kijken. Bovendien speelde bij John Emmen mee dat hij al eens Nederlands kampioen boksen was geweest, waardoor hij misschien beter kon geven en nemen dan de gemiddelde jeugdigen van toen. Dat gold niet voor een tirailleur die de hele nacht in de stromende regen in de veiligheidsbezetting bij een brug moest liggen en waarbij de foerier pas bij het krieken van de ochtend de koud geworden warme maaltijd kwam brengen. 1980 A-Esk 103 Verkbat 79-4; Deelname Boeselager, John Emmen Echtgenotes, vriendinnen hoorden er helemaal bij. Hoewel mijn echtgenote in het begin enorm moest wennen aan de militaire cultuur met zijn eigen jargon en de vermenging van beroeps- en privéleven, wist zij op het eind net zo goed het personeelsplan te reproduceren als ik. Aan het einde van een werkdag, kwamen partners ‘hun’ kaderlid ophalen in de eigen eskadronsbar, tegenwoordig helaas ondenkbaar. Maar ook het “Frühschoppen” tijdens een ‘parate zondag’ met koffie en gebak en een drupje alcohol was bijzonder gezellig. Ook hierbij waren de partners van harte welkom. Een hoogtepunt was de wintersportweek in Kappl, waar het beroepskader en hun partners tegen gereduceerd tarief te gast waren in een blokhut van het Unteroffiziersheim van ons Paten Bataillon. Hierna mochten we onszelf voortaan “Die Kappl Tigers” noemen. Een uitermate sportief, gezellig en sociaal moment om elkaar nog beter te leren kennen! Feesten en partijen hoorden bij de vorming van rechtgeaarde Trakehners en hun partners. En er waren genoeg feestjes, of dat nu bij de Nederlanders was of bij de Duitse (PzAufklBtl 3) of Belgische (2e Jagers te Paard) bondgenoten! Natuurlijk had ieder land zo zijn eigen culturele eigenaardigheden. Bij de Duitsers was het gebruikelijk op feesten plaats te nemen aan lange tafels. Vervolgens werd je dan geacht achtereenvolgens ‘stijlvol’ te dansen met alle dames die aan die tafel zaten. Dat duurde dan tot ongeveer middernacht, waarna men een punt zette achter het formele gedeelte en de disco openging. Bij onze Belgische vrienden ging men al veel eerder over tot het in Atilla dansen van de ‘kuskesdans’. Ons eigen Koninginnebal werd naar goed Nederlands gebruik opgefleurd door een ware pracht aan bloemen en typische ‘Nederlandse specialiteiten’ als zoute haring, gerookte paling, saté, 134

136 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication