17

Vervolgens werd door hem de kaart ingetekend. Op oleaatplastic d.m.v. glaspotloden of watervaste viltstiften. Velen beschikten over een zelf gemaakt aantekenboekje (boekje pienter) met daarin de noodzakelijke informatie zoals bijvoorbeeld tactische tekens. Meestal werd hem maar weinig tijd gegund om zich goed op de kaart te kunnen concentreren en oriënteren. Daarom werd in de ogen van de voertuigcommandant het bevel tot verplaatsing altijd te vroeg gegeven. Vaak moest er verplaatst worden door ontoegankelijk terrein. Hierbij was het van belang om dit ongezien voor een mogelijke vijand te doen. “Panzer geht wo Wasser fliesst” is het credo dat onze Duitse vrienden hanteren. Bij ons heette dat “Zien zonder gezien te worden”. Kaartlezen was essentieel. Maar ook het “lezen” van het terrein en de omgeving. Helaas sprak niet iedereen vloeiend Duits. Het kwam dan ook regelmatig voor dat er werd gemeld bij het oord “Streugut” te staan (bordje betreft locatie Strooizout). Aangekomen in de opstelling werd er gecamoufleerd. Indien er geen radiostilte was verordonneerd, werd de locatie over de radio doorgegeven aan de naast hogere commandant. Ook het melden van de vijand diende z.s.m. per radio plaats te vinden. Voor het zenden van berichten werd gebruik gemaakt van een vaste volgorde. De radioberichten dienden kort en bondig te zijn. Het bericht ging dan in de volgorde Wie, Wat, Waar, Wanneer, Hoe en Wat doe ik zelf. Het bericht werd vaak voorafgegaan door het bericht: ‘Romeo hier Bravo contact wacht uit’. Hierna volgde de melding: • Romeo hier Bravo (wie), Tweemaal vijandelijke tank, type T-62 (wat); • Coördinaten Foxtrot Tango 6452 8356 (waar); • • • Tijdstip 17.02 Zulu (wanneer); Verplaatsen zich in westelijke richting over de doorgaande weg (hoe); Ik blijf waarnemen (wat doe ik zelf) over. Ter herinnering: Romeo; hogere commandant, pelotons- eskadrons- of bataljonscommandant, Alfa, Bravo, Charlie en Delta; de 4 verkenningsvoertuigen, Echo en Foxtrot; de 2 tanks, Golf de tirailleurbak en Hotel de mortierbak. Het NATO-spelalfabet Het was zaak om de vijandelijke voertuigen in het zicht te houden en natuurlijk steeds zien zonder gezien te worden. Indien men toch door de vijand waargenomen was en onder vijandelijk vuur kwam te liggen werd eventueel de rookbuslanceerinrichting en het boordwapen gebruikt om onder dekking hiervan dit ongewenste gevechtscontact af te breken. Het was van essentieel belang dat de gehele bemanning goed samen werkte. Het ging om het snel en veilig verplaatsen van het voertuig. Daarnaast het waarnemen en de bediening van het boordwapen en mitrailleur en het meldden via de radio over de plaats van het vuurcontact en met welke middelen waren op zo’n moment essentieel. De bemanning werd hierin tijdens oefeningen getraind want een goed samenspel en een goede teamgeest waren van levensbelang. Het verkenningsbataljon was uniek en het personeel maakte het tot een unieke eenheid. Uiteraard zijn wij “Trakehners” overtuigd van ons kunnen en de exceptionele karaktertrekken van ONS verkenningsbataljon. Maar wij zijn uiteraard niet objectief. Dat ook anderen hoog opgaven van de capaciteiten van ons bataljon bleek o.a. uit de uitlatingen van de commandant van de 4e Divisie, Generaal-majoor Geert Numan, in de Militaire Spectator eind jaren zeventig. 16

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication