19

een 'dikke DAF'. Het bleek een heel oude GMC te zijn waarmee ik tezamen met lotgenoten, naar de Bernardkazerne werd vervoerd. Het werd een drukke dag en de legerleider, waarvan wij toen de rang nog niet kenden, was duidelijk bang het dagprogramma niet in één dag afgerond te krijgen. Vermoedelijk liet hij ons daarom sommige verplaatsingen in looppas doen. We moesten, eerst nog in burger, aantreden voor het gebouw waarin de Kaderschool was gevestigd. Een of andere hoge pief vertelde ons van alles waarvan hij dacht dat het belangrijk was. Daarna ging het, onder begeleiding van iemand die ze ‘wachtmeester’ noemden, naar de slaapzaal, waar we een stapelbed aangewezen kregen en kennis konden maken met ons ‘slapie’. We kregen heel veel informatie, PSU en een te klein kastje, waar we alles in moesten zien te krijgen. Ze hadden ook voor de rest van de dag een leuke dagbesteding voor ons bedacht. Daar hoorde ook een bezoek aan de kapper bij, die toen nog niet was afgezwaaid. Alles lekker kort, snorren en baarden eraf. ”Mijn baard kan er niet af. Ik heb een heel vervelende huid. Dat gaat problemen geven!” liet ik voorzichtig een klein protest horen. De begeleidende wachtmeester had daar wel een oplossing voor want hij liet mij ten overstaan van eenieder een legerformulier (LF 15333) invullen, waarmee je een verzoek kon indienen, iets kon rapporteren of een bezoek aan een arts kon aanvragen. ”Alles goed invullen graag … naam, registratienummer, goed opletten dus en … vooral niet vergeten… 2e peloton, Kaderschool.” Voordat ik het wist had ik het eerste verzoekje ingevuld en ingediend en de volgende dag kon ik met een plaatsbewijs voor een militair, per trein afreizen naar de huidarts in Utrecht. Die man kon helaas niets met mijn klachten, wat tot gevolg had dat, na terugkomst in Amersfoort, ook mijn (beginnende) baard er af moest. De dag waarop ik me aanmeldde was helemaal goed gevuld. Zo kreeg ik onder andere een slaapplaats aangewezen en leerde mijn slapie kennen: "Hallo, ik ben Peter", "Hallo ik ben Hans". Verder was er de nodige administratieve rompslomp en kreeg ik natuurlijk mijn PSU. Mijn Persoonlijke Standaard Uitrusting. Wauw, dat was wel even slikken. Zoveel overkleding, het eerste grijs, toen nog een kort jasje, gevechtsjas en dergelijke, mijn gewone werkkleding voor de komende 18 maanden en een slobberbroek met overal zakken. 18

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication