205

NAWOORD LAATSTE COMMANDANT 103 VERKENNINGSBATALJON nu de kolonel Michiel Dulfer Partir, c’est mourir un peu of hoe de lichte tank M24 ‘Chaffee’ verdween voor het bataljonsstafgebouw. Met dank aan de redactie van dit herinneringsboek, vanwege de eer om het nawoord te schrijven, begin ik aan het ophalen van mijn herinneringen aan die laatste fase in het bestaan van het grondgebonden verkenningsbataljon. Twijfelachtige eer omdat het verzoek hoofdzakelijk voortkwam uit het zijn van de laatste bataljonscommandant van dit roemruchte bataljon. De bezuinigingen en de daarmee gepaard gaande opheffing voelen nog steeds als het kind met het badwater weggooien. Het is alweer even geleden dat de beide gevechtseskadrons van 103 Verkenningsbataljon op een druilerige dag eind 2001 met een kleine ceremonie werden overgedragen aan de commandanten van de 43e en 13e brigade en het Staf- en Stafverzorgingseskadron werd opgeheven. 20 jaar! Het zou dit jaar dan ook een mooi moment zijn geweest om een reünie te organiseren niet alleen in het kader van 60 jaar oprichting 103 Verkenningsbataljon, maar ook 20 jaar na de opheffing ervan. Helaas moeten wij nog even geduld hebben alvorens de mogelijkheid zich aandient om, net zoals in 2013 tijdens de reünie van het regiment Boreel, elkaar weer persoonlijk te ontmoeten. Wellicht denken we bij zo’n ontmoeting met weemoed terug aan de tijd dat je jouw gesprekspartner op het beeldscherm met de muteknop kon dempen. Een opheffing in 2001 die voorafgegaan werd door een daverende reünie op het plein van de Dumoulinkazerne met een behoorlijke opkomst van reünisten. Het exacte aantal reünisten weet ik niet meer, maar wel dat ik mij in een groot gezelschap tot in de late uurtjes heb vermaakt. Wat ik mij ook nog levendig herinner van die reünie is dat ik de Chaffeetank die zowel in Seedorf als in Soesterberg al zoveel jaren voor het bataljonsstafgebouw stond, ‘overdroeg’ aan de historische verzameling cavalerie. De heren die mij tijdens de reünie onverhoeds in de rug aanvielen en met hun dreigende verzoek tot overdracht overrompelde lieten er trouwens geen gras over groeien want kort na mijn toezegging kwamen ze de tank al ophalen met een dieplader. Dit tot ongenoegen van de toenmalige facilitair manager die hierover zijn beklag kwam doen. Maar dat was gelukkig pas nadat de tank naar Amersfoort was afgevoerd. Wat ik mij ook nog levendig herinner is de afgelasting van de oefening ‘FINAL RECCE’. Mijn voorganger had om de een of andere onverklaarbare reden alle oefeningen de naam ‘recce’ gegeven. Mijn pogingen om die oefeningen, net als de oefeningen van 41 lichte brigade in mijn tijd als hoofd sectie 3, te hernoemen in veldslagen van Napoleon Bonaparte vond bij Hans Kooy, de S3 van het bataljon geen genade. Met de uitbraak van het mond- en klauwzeervirus mochten wij ons in eerste instantie kort na aanvang van de oefening nog net vanuit het veld naar Duitse kazernes verplaatsen, maar eigenlijk zat een terug verplaatsing naar Soesterberg er al niet meer in. Gelukkig vonden wij bij de staf van het OOCL in de persoon van de S3 een voorstander om dit alsnog te doen. Die herinnering bracht mij bij die andere oefening die, althans in mijn tijd, ooit werd afgelast. Ik kon de naam niet meer herinneren maar dit boek bracht uitkomst: ‘TWIN RIDER’. Het werd uiteindelijk omgevormd tot een Tactische Oefening Zonder Troepen (TOZT). 204

206 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication