Schietseries

Ook bij de mortier traden wel eens problemen op. Soms bleef de ingebrachte mortiergranaat in de schietbuis zitten en was er sprake van een weigeraar. Procedure: wegwezen en 20 minuten wachten. Daarna werden onder leiding van de schietinstructeur de rotatiepennen waarmee de mortierpijp aan de grondplaat vast zat er uitgetrokken en werd de mortierbuis door 2 huzaren voorzichtig opgetild. De zwetende schietinstructeur stond bij het uiteinde van de schietbuis om zodoende de uitglijdende granaat met 2 handen op te kunnen vangen. Als men door de zenuwen of wat dan ook de buis maar wat zouden laten zakken zou de granaat weer terugglijden en dan toch nog tot ontbranding kunnen komen met alle gevolgen van dien. De schietinstructeur liep dan vervolgens met de granaat in zijn armen naar een veilige plaats, plaatste een rode vlag en haastte zich terug. De verdere afhandeling was daarna voor de munitiespecialisten of de EOD (explosievenopruimingsdienst). Gelukkig is het altijd goed gegaan. Tijdens een schietserie werd er ook met handvuur- en groepswapens geschoten. Het schieten met de Terugstootloze Vuurmond (TLV) of raketwerper bij een schietserie was altijd iets bijzonders. Aangezien een raketwerper een holle lanceerbuis is waar bij het lanceren een behoorlijke achterwaartse steekvlam wordt geproduceerd, werd het 3-hoekig onveilige gebied afgebakend met wit lint. In 1970 was een eskadronsopperwachtmeester heel nieuwsgierig naar het afvuren van de TLV Carl Gustav. Aangezien de opper zich niet geheel liet ophouden door het witte lint werd hij na controle op de onveilige zone door de schietinstructeur daarop gewezen. Vervolgens werd het vuurvrij gegeven en na de bekende klap op de helm drukte de schutter af. Er klonk een luide knal vergezeld van een hoop rook en nog meer gejammer en gevloek. De opper was toch weer naar voren gebogen en had daardoor een deel van de lading in zijn rechterhand en zijn owi-knuppel gekregen. Hevig scheldend werd hij in een jeep naar het ziekenhuis gebracht en bij terugkomst had hij een keurig wit verband. De beschadigde owi-knuppel heeft jarenlang het owi-bureau gesierd... Schietserie Bergen-Hohne 1974 -2 Schietinstructeur Carl Gustav wmr 1 Piet vd Meeren Overigens was niet alleen bij de TLV een onveilig gebied aan de achterzijde van het wapensysteem. Ook het gebied achter de AMX-tank was bij het schieten niet geheel veilig. Door het automatisch laadsysteem verliet de huls, na het schot, de tank aan de achterzijde. Duitsers noemden daarom deze tank ook wel het “Kuckkuckpanzer”. Boze tongen beweren dat er ook baancommandanten waren die de huls maar net konden ontwijken. Zoals al eerder vermeld was het sluitstuk van de schietserie de pelotons battlerun. Hier was het ook vaak een competitie welk peloton als de beste uit de bus zou komen. Dat gebeurde niet altijd eerlijk, maar vaak zoals het een verkenner betaamd; louche en onbetrouwbaar. Zo gebeurde het wel dat bij het oprijden van de baan door de E-tank het mortierdoel qua afstand al werd opgemeten (bij de Leopard II, d.m.v. de laser afstandsmeter) en deze op een stiekeme frequentie aan de mortierbemanning werd doorgegeven. Hierdoor lag het eerste mortierschot vaak al op de goede afstand. Bij het coaxschieten van de tanks was het zaak om zoveel mogelijk munitie over te houden en niet te verspillen aan de vrachtautodoelen. Het leverde namelijk veel meer punten op om, na het terugtrekken van de tirailleurs, met de coaxmitrailleur de overgebleven falling plates om te schieten. Ach ja als het allemaal eerlijk had gemoeten hadden we wel bij het Leger Des Heils gediend. 45

47 Online Touch Schietseries Home


You need flash player to view this online publication