71

Nu braken een aantal jaren aan dat de geschiedschrijving van het bataljon op een laag pitje kwam te staan. In 1972 werden slechts enkele oefeningen en schietseries gehouden. Het hoogtepunt dit jaar was het bezoek van Z.K.H. Prins Bernhard aan het bataljon tijdens schietserie 72-2 en het feit dat het bataljon eindelijk weer eens meest verdienstelijke onderdeel van de 4e Divisie werd, zodat luitenantkolonel R.P. Hoondert uit handen van de divisiecommandant het divisiefanion mocht ontvangen. Bij bijeenkomsten van militairen van dezelfde rang breken de sterke verhalen los. In de kantine of mess betreft het vaak zogenaamde “borrelpraat”. Hoe dat in zijn werk ging wordt duidelijk uit het volgende verhaal. Op een zondag na het paraatsheidsappel in de eskadronsbar, o.a. wmr’s 1 Bonne ten Kate, Joop Meijers, Rex von Winkelmann en Volkert Lichtevoort-Cats. Op een druilerige zondagmiddag in 1973 zaten een aantal onderofficieren aan de bar. Onder het genot van een biertje ontspon zich het volgende verhaal: “Weet je nog dat de wmr1 v.d. H. in 1962 opperwachtmeester werd”? “Bedoel je kleine Piet? Nee dat verhaal heb ik nooit gehoord”. “Nou dat ging als volgt. De toenmalig opperwachtmeester K.H. had een luchtbuks en beweerde dat hij door de schoen van de wachtmeester S. kon schieten. Hierbij keek de wachtmeester S. nogal ongelovig, dus schoot de opper inderdaad door de schoen, om te bewijzen dat de luchtbuks daarvoor krachtig genoeg was. Bovendien probeerde de opper hierna een vogel op het dak te raken. Deze werd echter op een haar na gemist. Echter het kogeltje ging wel door de baret van de juist arriverende ritmeester H. Dit bleek voldoende aanleiding om de opperwachtmeester terug te sturen naar Nederland en om een wachtmeester I tot tijdelijk opper te bevorderen”. De opperwachtmeester K.H. die ook aanwezig is in de mess vervolgt: “Kun je je nog herinneren dat de commandant transportgroep, wmr Jaap B., een nieuwe Opel Kadett had gekocht? Hij wilde zeker weten dat deze auto in orde was en vroeg of hij deze in de koffiepauze op de vaste oprijbrug van de Bataljons Onderhoudsgroep (BOG), mocht inspecteren. Er ging echter wat mis, waardoor de nieuwe auto van Jaap tussen de oprijbrug belandde. Na veel gezeur werd hem eindelijk een takelauto ter beschikking gesteld om zijn auto weer op de wielen te krijgen. De auto was uiteraard flink beschadigd. Tot overmaat van ramp vloog op de terugweg naar Zeven, in de bocht van Brauel, ook nog de reeds zwaar beschadigde motorkap open, die ook nog de voorruit vernielde. ’s Avonds om 17.30 kwam Jaap B. met een wrak in plaats van zijn nieuwe auto thuis aan, waarbij hij moest proberen dit uit te leggen aan zijn echtgenote”. NB: de opperwachtmeester K.H. komt ook later in dit boekwerk ter sprake, maar dan als gastronoom. 70

72 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication