97

Wanneer 103 Verkenningsbataljon op oefening of schietserie was, gingen de koks mee om op de Mobiele Veld Keuken (MVK) o.l.v. de menagemeester het verse voedsel te bereiden. De eskadronsopperwachtmeesters waren hierin vaak de drijvende krachten. Het was verbazingwekkend om te zien hoe creatief men daar mee aan de gang ging. Complete Indische rijsttafels werden er soms bereid. Vervolgens werd het vers bereide voedsel in gamellen door de wachtmeester distributie, de foerier dus, naar de eenheden te velde gebracht. Echter bij een verkenningsbataljon waren de pelotons en de enkele voertuigen vaak verspreid over een grote oppervlakte. Een pelotonsvak was vaak vier tot acht kilometer breed en het stafpeloton, waar de MVK zich bevond lag vaak acht tot maximaal dertig kilometer achter de voorste voertuigen. Vaak werd het bereide voedsel, tezamen met het (was)water, kranten, brandstoffen, reservedelen, brieven en eventueel vervangend personeel, pas heel laat in de opstellingen afgeleverd. Soms pas na middernacht. Om daar nu, hongerig, op te moeten wachten, dat was aan ons Trakehners niet besteed. De meeste voertuigen beschikten dan ook over een zogenaamde ritselkist. Een kist met allerlei soorten houdbare levensmiddelen. Maar ook met rookworst, specerijen, eieren en andere lekkernijen. Uiteraard was de ritselkist ook voorzien van een gas- of spiritusbrander en diverse pannetjes. De door het Rijk geleverde trioxaan- of alcoholbrandertjes in een groen blikje (zie afbeelding vorige pagina) werden nauwelijks nog gebruikt. Wanneer het eten later kwam dan gewenst, werd de ritselkist aangesproken. Hierbij fungeerden bij de tanks de laders en bij de verkenners de boordschutters vaak als kok. Maar ook op andere gelegenheden kwamen de culinaire kunsten regelmatig bovendrijven. Er werd soms gekookt in een zelfgemaakt oventje, bijvoorbeeld tijdens de oefening Pantserstorm. Bij de Leopardbemanningen werden er vaak door de bestuurder tosti’s gebakken voor de boordkachel, gelijk aan de rechterkant van de bestuurder. Maar ook in het bivak kende de creativiteit geen grenzen. Zo werd er gebruik gemaakt van de tentkachel om water heet te maken, bijv. voor soep. Het kachelrooster werd gebruikt om, ook weer, tosti’s te fabriceren. Zelfs chocoprinsen werden op eigen wijze gemaakt. Je nam uit een gevechtsrantsoen twee scheepsbeschuiten of kaken, je legde een stuk chocola tussen de twee kaken op een stalen bord. Je zette het op de hete kachel en je hoefde alleen maar te wachten tot het geheel aan elkaar gesmolten was. In de weekendlocaties ging men vaak los in de plaatselijke Gaststube. Het meest genuttigde voedsel in dit soort Duitse eetgelegenheden was de “Hangoorschnitzel” of het beroemde “Bauernfrühstück”. Vooral het etablissement in Bahnhof Weste was beroemd bij menig Trakehner. In uniform gekleed was je hier meer dan welkom. Linksom of rechtsom, niemand hoefde honger te lijden. Of er nu gevechtsrantsoenen werden uitgedeeld of vers voedsel uit de MVK, eten was er eigenlijk altijd. Dat was maar goed ook. Alleen met een gevulde maag bleef het “moreel” in stand. Op een lege maag kon er niet gevochten worden. 96

98 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication