19

3. GEBIEDSGERICHTE KERNKWALITEITEN De omgevingskwaliteit wordt bepaald door de aanwezige stedenbouwkundige opbouw, landschappelijke elementen, cultuurhistorie en architectuur. Elke periode heeft zo bepaalde karakteristieken met zich mee genomen, waarmee per gebied de basis is gelegd voor een eigen identiteit. Vertrekpunt is om nieuwe ontwikkelingen zó vorm te geven dat ze aansluiten op de bestaande gebiedskarakteristieken en rekening wordt gehouden met de gestelde ambities. Purmerend is echter niet onveranderbaar. Veranderingen bieden juist kansen en mogelijkheden om nieuwe kwaliteiten toe te voegen. In deze gevallen kan er behoefte ontstaan om af te wijken van de richtlijnen en zelfs van de gestelde ambities. Zie hiervoor de mogelijkheden in paragraaf 1.3 ‘Mogelijkheden om af te wijken’. 3.1. GEBIEDSINDELING EN REGIENIVEAUS Voor de nota is onderscheid gemaakt in verschillende (type) gebieden en structuren. Dit onderscheid is gebaseerd op de functionele en ruimtelijke eenheid en de beleving van een gebied. Het betreft de volgende gebieden (zie overzichtskaart op pagina 21): - Historische stad - Oost-west as - Woongebieden - Bedrijventerreinen - Groene krans - Hoofdstructuren (ontsluiting, routes en spoor) Aan de hand van de aanwezige kenmerken zijn beschrijvingen, kernkwaliteiten en ambities geformuleerd, die samen met de algemene richtlijnen in hoofdstuk 4 bepalend zijn voor planontwikkeling en beoordeling daarvan. Ze vormen samen de gespreksagenda voor de begeleiding en beoordeling van inrichtings- en bouwplannen, om samen met de initiatiefnemer tot het gewenste kwaliteitsniveau te komen. De verschillende regieniveaus geven richting aan de intensiteit aan kwaliteitszorg en benodigde regie. Oftewel: hoe hoog ligt de lat en hoe intensief wordt de rol van gemeente als regisseur van de omgevingskwaliteit ingevuld? Op pagina 22 is een kaart opgenomen met een overzicht van de verschillende regieniveaus. Vrij De gemeenteraad kan besluiten om voor bepaalde gebieden, langs structuren of in geval van specifieke objecten geen beoordeling door de gemeente te laten plaatsvinden. In deze gevallen zal de gemeente een vergunningaanvraag niet voorleggen aan de gemeentelijke adviescommissie of ambtelijk beoordelen. Met betrekking tot een omgevingsvergunning voor het bouwen vervalt ‘redelijke eisen van welstand’ als weigeringsgrond. Bij conflicten m.b.t. beeldkwaliteit zijn burgers aangewezen op het burenrecht. De Koog wordt op termijn getransformeerd naar een gebied waar ook gewoond kan worden. Insteek is ‘slow urbanism’ waarbij geleidelijke veranderingen mogelijk zijn. Er is geen eindbeeld en er wordt ingezet op inbreng van gebruikers (bewoners en ondernemers) die mede bepalend zijn voor de planvorming. Mede daarom is als experiment het binnengebied van bedrijventerrein De Koog aangewezen als gebied waar geen beoordeling van het uiterlijk van bouwwerken meer zal plaatsvinden. Voor de randen (langs de Flevostraat, de spoorlijn en N244) en de Van IJsendijkstraat geldt het bescheiden regieniveau waarbij wel beoordeling zal plaatsvinden. Bescheiden Waar de identiteit van Purmerend minder nadrukkelijk aanwezig is en waarvan de verschijningsvorm een algemener beeld oproept volstaat een bescheiden kwaliteitszorg. Hier is het beleid gericht op het behouden of herstellen van de basiskwaliteit door het respecteren van de bestaande karakteristieken. Het toezicht is beperkt tot waardering van de hoofdkenmerken. Het gaat om meerdere woonwijken en de bedrijventerreinen de Koog en Baanstede (zuidelijk deel). juli 2019 | 19

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication