43

4.4. EXCESSEN Volgens artikel 12, lid 1 van de Woningwet (Ww) mag een bestaand bouwwerk niet in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de richtlijnen zoals opgenomen in deze nota. Als er sprake is van in ernstige mate strijd met redelijke eisen van welstand is er sprake van een exces. Bij het toepassen van deze excessenregeling wordt het criterium gehanteerd dat bij een bouwwerk of deel daarvan sprake moet zijn van onmiskenbare strijdigheid met de in deze nota opgenomen richtlijnen, en/of een buitensporigheid in het uiterlijk die ook voor niet-deskundigen duidelijk is en die afbreuk doet aan de ruimtelijke kwaliteit van een gebied. Naarmate de zichtbaarheid (vanuit het openbare gebied) groter is, of er meer hinder is voor de omgeving, zal eerder sprake zijn van een exces. Er ligt een hogere prioriteit bij het voorkomen van excessen in kwetsbare gebieden zoals zeer openbare gebieden of bij, of in de directe omgeving van monumenten of andere cultuurhistorisch waardevolle gebouwen. Een exces heeft vaak betrekking op: - het visueel of fysiek afsluiten van een bouwwerk voor zijn omgeving, zoals bijvoorbeeld het afdichten van gevelopeningen of het plaatsen van een ondoorzichtige erfafscheiding op locaties die juist om openheid vragen; - het geheel beplakken / dichtplakken van ruiten bij bedrijven en winkels die zich juist naar de openbare ruimte dienen te presenteren met een optimale transparantie; - het ontkennen of vernietigen van architectonische bijzonderheden bij aanpassing van een bouwwerk. Waaronder ook aantasting van de kenmerkende hoofdvorm van karakteristieke bebouwing zoals de stolpboerderijen. - armoedig materiaalgebruik bij erfafscheidingen, bijgebouwen en overkappingen die zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte. Voorbeelden van armoedig materiaal zijn rietmatten, beddenspiralen, oude deuren, golfplaten, zeildoek; - armoedig materiaalgebruik bij gevelbekleding die zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte; - een overdaad aan (technische) installaties die zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte; - - toepassing van te felle of contrasterende kleuren op gevels die zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte; te opdringerige reclames die zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte, zoals te dominant aanwezige bewegende en/of lichtgevende reclames; - verloedering en verwaarlozing door achterstallig onderhoud door; - gedeeltelijke afbraak, instorting of verwaarlozing van een gebouw of bouwwerk; - een gebouw dat aan de buitenzijde geheel of voor een groot deel is beschadigd (bijvoorbeeld kapotte ruiten, scheurvorming in muren, instortende dakdelen/ontbrekende pannen, ontbrekende of rottende kozijnen en dakgoten, afbladdering van verflagen etc.) - een te grove inbreuk op wat in de omgeving gebruikelijk is (zie daarvoor ook de gebiedsgerichte kernkwaliteiten en ambities). juli 2019 | 43

44 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication