48

Dakopbouwen Onder een dakopbouw wordt verstaan het plaatsen van een verdieping op een pand, waarbij een niet eerder bestaande ruimte wordt gecreëerd of een bestaande ruimte wordt vergroot. Het gaat dus om een nieuwe verdieping (optoppen) of om een uitbreiding van een kap door een doorgetrokken gevel of een nokverhoging. Een dakopbouw kan grote gevolgen hebben voor de hoofdvorm en het profiel van het gebouw en kunnen leiden tot een onevenwichtig aanzicht. Richtlijnen Het bestemmingsplan treedt in eerste instantie regelend op voor wat betreft situering en maximale afmetingen. algemeen - Een dakopbouw gaat qua vormgeving een (harmonische) relatie aan met de bestaande dakvorm of dakvormen van de naastgelegen panden. - Dakopbouw bestaat maximaal uit één verdieping. - Op een dakopbouw is geen dakkapel of dakopbouw toegestaan. - Bij dakopbouwen op een doorgaand dakvlak staan deze regelmatig gerangschikt op een horizontale lijn. - De vormgeving, indeling, materialisatie en het kleurgebruik van een dakopbouw zijn in principe overeenkomstig de karakteristiek van het hoofdgebouw. Afwijkingen hiervan, bijvoorbeeld gemotiveerd vanuit het principe van "onderschikking", zijn bespreekbaar. dakopbouw door doorgetrokken gevel - De dakopbouw bevindt zich aan de achterzijde (tuinzijde) over de volle breedte van de woning. - De dakopbouw vormt een verlengde van het oorspronkelijke achtergevelvlak. De oorspronkelijke gooten daklijsten zijn daarbij vervallen. - De hoogte van de dakopbouw is gelijk aan de verdiepingsvloer bij een asymmetrische kap of in ieder geval lager dan de nok. - De dakopbouw is plat afgedekt. - De indeling en materialisering van de dakopbouw zijn overeenkomstig met het hoofdgebouw. - De zijwanden van de dakopbouw zijn gesloten en belemmeren het realiseren van een vergelijkbare dakopbouw bij de belendingen niet. dakopbouw vanuit de nok (nokverhoging) - Een dakopbouw uit de nok is in principe niet toegestaan tenzij een andere uitbreiding van de kapverdieping niet mogelijk is. - De nokverhoging vindt plaats door het verlengen van het voordakvlak, waardoor de nok naar achter verschuift. In sommige buurten is het mogelijk de nok in zijn geheel te verhogen met aan weerszijden een kozijnvlak. Dit is uitsluitend mogelijk bij buurten waar deze trend met dergelijke nokverhogingen reeds is ingezet. - Bij tussenpanden is de nokverhoging over de volle breedte van de woning gesitueerd. - De nokverhoging sluit met de onderzijde en de nok aan op een eventuele aangrenzende nokverhoging. - De hellingshoek van de opbouw is gelijk aan bestaande hellingshoek van het dakvlak. - Bovenkant kozijn ligt niet hoger dan de bestaande nok. - De nokverhoging heeft dichte zijwanden. - Bijzondere aandacht voor het aanhelen van het metselwerk bij hoekpanden. dakopbouw op een plat dak - De voorzijde van de dakopbouw is teruggelegen van de gevels geplaatst, tenzij: - er sprake is van een opbouw in de vorm van een kap en de opbouw direct achter de voorgevel is gesitueerd, of; - de opbouw naadloos aansluit op de voorgevel en er bijzondere aandacht is voor de vormgeving, detaillering en materialisatie van de overgang tussen bestaande gevel en dakopbouw. De oorspronkelijke goot- en daklijsten zijn vervallen. - Bij een opbouw in de vorm van een kap is de vorm en nokrichting van de (naastgelegen) bebouwing richtinggevend. - Een dakopbouw is bij voorkeur plat afgedekt. Afwijking is gemotiveerd mogelijk. - De zijwanden van de dakopbouw zijn gesloten en belemmeren het realiseren van een vergelijkbare dakopbouw bij de belendingen niet. 48 | Nota omgevingskwaliteit Purmerend

49 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication