Nummer 19 op het shirt, maar de nummer 10-positie in het veld. Thomas Buffel heeft zich dit seizoen bij Feyenoord nadrukkelijk in de kijker gespeeld. Na een tijdelijk verblijf bij Excelsior, het ‘kleine broertje’ van de club van Zuid, is de Vlaamse voetballer helemaal terug. Profielen sprak met hem. T RODE D ‘Hé, Kalou. Hé’. In een hoek van de persruimte geeft Bonaventura Kalou een tv-interview aan Canal-plus.Dat probeert hij althans want collega Thomas Buffel (net 22), die op dat moment wordt geïnterviewd door Profielen, zit hem met opzet af te leiden.Voetbalhumor,ook de ingetogen Vlaming weet er raad mee.Een rustige verschijning is Buffel nog steeds maar zijn verblijf in Rotterdam,nu alweer zo’n vijf jaar, heeft hem zeker veranderd. Het heeft van de jongen uit Ruddervoorde een beetje Rotterdammer gemaakt.‘Ik denk dat Nederlanders wat directer zijn in het uiten van hun mening, wat denk ik wel een goede eigenschap is. Eén van de eigenschappen van Vlamingen is dat ze zich snel weten aan te passen.Zelf ben ik wat directer geworden en wat brutaler in de omgang.’ Ook van een beetje gezelligheid na het voetballen is Thomas Buffel niet vies.Ondanks de sportieve stap terug,was wat dat betreft Excelsior een schot in de roos. Buffel:‘Daar waren we met vooral jonge jongens van een jaar of twintig. Na het trainen gingen we kaarten, biljarten en wat napraten.En soms met elkaar de stad in. Daar krijg je meer vertrouwen door en een nog sterkere band. Hier bij Feyenoord zijn er een hoop oude spelers die een gezin hebben.De meeste gaan veel vlugger naar huis’,zegt de jonge voetballer die af en toe nog weleens z’n vorige club bezoekt. Toch heeft Buffel het prima naar z’n zin bij de club waar trainingen soms meer toeschouwers trekken dan wedstrijden van sommige andere clubs.‘Feyenoord is ook een warme club.Als je ergens mee zit,helpen ze je altijd.’ Veel meer dan foto: Yvette Wolterinck
65 Online Touch Home