24

‘In the dying seconds’ knalde de Venrayse spits onze 3 punten met een mokerslag kapot, sterker nog, we stonden na een voorsprong van 0-3 met lege handen. Een belabberde tweede helft resulteerde in een 43 nederlaag tegen een naaste concurrent. We druipen af naar de kleedkamer en zoals jonge mannetjes van die leeftijdscategorie heel goed kunnen werd er al vrij snel overgeschakeld naar ‘de orde van de dag’. Onder de douche werden de verdere plannen voor het restant van het weekend besproken en afgestemd met elkaar. Het ging eigenlijk helemaal niet meer over die desastreuze wedstrijd die zich zojuist had afgespeeld. Er ging een specifieke vraag rond van Jens over wie hem morgen kon helpen met het afbreken en afvoeren van de carnavalswagen die twee weken geleden nog in vol ornaat meerolde in de optocht. De carnavalswagen stond namelijk gruwelijk in de weg voor de loodsen van Karel, en moest dus zo snel mogelijk daar weg. De vraag resulteerde in een paar hulpkrachten voor Jens en de rest moest werken bij de Jan Linders, Jumbo of had iets anders gepland staan. Vervolgens komt een gedegouteerde, en gefrustreerde trainer het kleedlokaal binnengewandeld met zijn hoofd nog vol vragen als ‘Hoe kunnen we nou hier verloren hebben? Waarom geven we een 3-0 voorsprong weg?’. Enfin, al deze vragen ten spijt, er werd morgen ook nog gevoetbald door het Tweede elftal en hij was de dag ervoor gevraagd om te polsen of er nog een of twee A-spelers mee konden doen. Hij vroeg het aan de eerste de beste speler rechts van hem maar kreeg nul op rekest, “Nee trainer, ik kan niet. Ik moet morgen werken.” Hij stapt vervolgens naar links, “Nee trainer, ik kan ook niet. Ik moet morgen leren. Ik heb proefwerkweek volgende week.” Hij stapt naar voren en probeert het nog eens, “Nee trainer, ik heb morgen een familiedag. Dat staat al een half jaar gepland helaas.” Je snapt natuurlijk wel dat je je redelijk opgefokt voelt na zo’n draak van een wedstrijd en na drie antwoorden waar je dus helemaal niks mee kunt op dat moment. En nu komt het. Jens was aan de beurt. “Hey Jens, kunde gej mern bej ’t Twed mitdoen? Ze zuuke nog twee man?”. “Nou trainer, ik kan morgen niet. Ik moet morgen de carnavalswagen afbreken.” Waarop de trainer op fenomenale wijze reageerde “Aaaach man! CARNAVAL?! D’n twedde helft van net, da was pas Carnaval!!”. Waarop hij vervolgens de ruimte verliet. Iedereen een fijne Carnaval gewenst, doe lekker gek! Want je ziet het… Het kan je zelfs ná de Carnaval nog vele mooie momenten opleveren! Groeten, Gosse Haga 20

25 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication