11

NARDINC VLEUGEL Sherlock Holmes Maar bij zo’n eerste presentatie ben je er nog niet als bureau; er waren meerdere gegadigden om het ontwerp voor de nieuwe vleugel te maken. Bedaux de Brouwer mocht na de presentatie een voorstel doen. Het bureau ging voortvarend aan de slag. “We hebben eerst eens goed bekeken hoe het bestaande museum is gebouwd”, vertelt Thomas. “Dat is in de jaren vijftig van de vorige eeuw ontworpen door de Larense landhuisarchitect Wouter Hamdorff. Het oorspronkelijke museum is eigenlijk heel helder van opzet en daarna is er steeds iets bijgebouwd. Vooral de tuinzalen zijn ogenschijnlijk zonder plan neergezet.” Pieter vult aan: “We zijn echt als een soort Sherlock Holmes te werk gegaan. We hebben ons gebogen over oude luchtfoto’s en historisch onderzoek gedaan om op detailniveau te kunnen begrijpen hoe al die aanbouwen van het museum zijn ontstaan.” Geen spektakelstuk De nieuwe vleugel komt in de geliefde Singer-tuin te staan, iets waar de architecten zich voortdurend van bewust waren. Thomas: “Je gaat toch in de tuin bouwen, in het groen. Het was voor ons de uitdaging om de tuin nog beter tot z’n recht te laten komen. Qua ontwerp en materialen, maar ook qua sfeer, willen we voortborduren op wat er al is. Het ontwerp van Hamdorff, met de klassiek moderne bovenlichtzalen, de heldere plattegrond en de materiaalkeuze, is ons uitgangspunt geweest. Als je iets nieuws doet, hoeft het niet meteen een spektakelstuk te worden.” Pieter knikt: “Bij nieuwe musea wordt bijvoorbeeld vaak het contrast gezocht met glas en staal. We willen juist aansluiten op het bestaande palet. Voor ons was het best gewaagd om voor een kap te kiezen.” Voortborduren dus, maar wel vernieuwend. “Het wordt een modern en duurzaam gebouw van deze tijd. Dienstbaar aan de bestaande bebouwing en dienstbaar aan de kunst”, belooft Pieter. Proefpresentatie Om goed beslagen ten ijs te komen bij hun presentatie aan Singer deden de architecten ‘proefpresentaties’ bij een vroegere museumdirecteur, kunstenaar Guido Geelen – zijn schapen staan in de tuin van Singer Laren – en HappelCornelisseVerhoeven, een bevriend architectenbureau dat momenteel bezig is met de verbouwing van Museum De Lakenhal in Leiden. Thomas: “We hebben ongelofelijk veel aan die input gehad. Bij het bouwen en verbouwen van een museum komt bijvoorbeeld meer beveiliging kijken, en je moet rekening houden met de bescherming van de werken; voordat je kunt gaan inrichten moeten de zalen stofvrij zijn en moet het vocht volledig uit de muren zijn getrokken. De kunstenaar adviseerde om niet te veel glas te gebruiken in de museumzalen. Vanwege het ongefilterde licht, maar ook vanwege de prominent aanwezige Singer-tuin die afleidt van de kunst. De museumdirecteur vond dat de Nardinc vleugel op zichzelf moest kunnen staan, zodat bezoekers een short-cut kunnen maken. We hadden die route wel overwogen, maar niet vanuit die gedachte beredeneerd.” Thomas: “We hebben de orangerie in ons ontwerp verplaatst, dat is nu de apotheose op het einde. Op die plek kun je uitrusten, met een spectaculair uitzicht op de tuin. Als een soort panorama.” “Als een blok gevallen” Singer-directeur Evert van Os: “We zijn als een blok gevallen voor het tijdloze modernisme van de architectuur van Bedaux de Brouwer Architecten. Wij waren enorm onder de indruk van de grondige analyse van de bestaande bebouwing die de heren hadden gedaan. Het ontwerp voorziet in een mooi, fris en duurzaam museumgebouw, dat prachtig aansluit bij de huiselijke omgeving van Singer Laren.” Museumdirecteur Jan Rudolph de Lorm verheugt zich op ‘zijn’ nieuwe vleugel: “De architecten hebben een elegant en schilderachtig ontwerp gemaakt: een 'villa museum' dat een perfecte thuishaven biedt voor de Nederlandse modernisten uit de Collectie Nardinc.” TEKST: SARAH SAARBERG FOTOGRAFIE: NIENKE ELENBAAS 11

12 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication