42

6 Veilig vrijen: hoe doe je dat? Middelen tegen zwangerschap Wat is het? Hoe gebruik je het? Pil Je slikt elke dag één pilletje. Dat zorgt ervoor dat je niet zwanger wordt. Na drie weken slik je één week geen pil. Dan word je ongesteld. In deze week kan je ook niet zwanger worden. Na deze week slik je weer elke dag een pilletje. Hormoonspiraaltje Een hormoonspiraaltje wordt in je baarmoeder gezet. Het zorgt ervoor dat je niet zwanger wordt. De arts zet het spiraaltje in je baarmoeder. Een hormoonspiraaltje kan vijf jaar blijven zitten. Koperspiraaltje Een koperspiraaltje wordt in je baarmoeder gezet. Het zorgt ervoor dat je niet zwanger wordt. De arts zet het spiraaltje in je baarmoeder. Een koperspiraaltje kan vijf tot tien jaar blijven zitten. Prikpil Een prikpil zorgt ervoor dat je niet zwanger wordt. Eén keer in de twaalf weken geeft de arts de prik. Hormoonstaafje Een hormoonstaafje zo groot als een lucifer. Dit wordt in je bovenarm gezet. Het zorgt ervoor dat je niet zwanger wordt. De arts zet het staafje in je arm. Een staafje kan drie jaar blijven zitten. Ring Een ring doe je zelf in de vagina. Deze ring zorgt ervoor dat je niet zwanger wordt. Na drie weken haal je de ring uit de vagina. Dan word je ongesteld. In deze ene week kan je niet zwanger worden. Na deze week breng je een nieuwe ring in. Hormoonpleister Een hormoonpleister die je op je huid plakt. Deze pleister zorgt ervoor dat je niet zwanger wordt. Eén keer per week plak je een nieuwe pleister. Na drie weken plak je één week geen pleister. Dan word je ongesteld. In deze week kan je niet zwanger worden. Na deze week plak je een nieuwe hormoonpleister. 40 LANG LEVE DE LIEFDE

43 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication