118 SLOTWOORD BEELD HANS PAUL STACH Sport en innovatie ls er zoiets heeft bestaan als een oerknal van de sport, dan heeft deze plaatsgehad op Britse bodem en heeft het ongeveer de tweede helft van de negentiende eeuw geduurd voordat de rook enigszins was opgetrokken, waarna de Pim Muliers van deze wereld als ware ontdekkingsreizigers er de vruchten van kwamen plukken. Die Britten hadden allerlei spelletjes met ballen, palen, netten, poortjes en slaghouten bedacht en droegen bij het beoefenen ervan een snor en een blazer. Ze dronken er thee bij, maar wat ze vooral deden was ruziemaken over de regels. Die verschilden van dorp tot dorp en werden zo nodig tijdens het spel aangepast. Dat wilde nog wel eens tot onvrede leiden en daarom werd de functie van captain bedacht. Die aanvoerders stelden onderling de regels vast, wat overigens niet betekende dat men zich er ook aan hield. De typisch Britse term fair play kon alleen maar ontstaan bij het gebrek eraan – eerlijke kostschooljongens bestaan niet. Dus werd er een referee, umpire of judge aangesteld. Om hen het functioneren mogelijk te maken, werden de regels op papier gezet. Wat ik ermee zeggen wil is: sport is van nature innovatief. Olympisch aartsvader Pierre de Coubertin achtte oefenen uit den boze. Atleten die trainden versterkten hun positie ten opzichte van de sporters die meededen uit liefde voor het spel en dat was niet eerlijk. Een opvatting die niet lang stand heeft weten te houden. Op het gebied van training, schoeisel, kleding, materiaal, ondergrond, voeding en medische begeleiding werden en worden permanent nieuwe stappen gezet. Niet alleen om tot betere prestaties te komen, maar ook om als afgeleide daarvan recreanten en consumenten te laten meeprofiteren. Opdat de investeringen kunnen worden terugverdiend. Dat heeft tot compleet nieuwe industrieën geleid, met bedrijven die tot de grootste multinationals van de wereld zijn gaan behoren. We zijn aan de regels blijven sleutelen, om de verschillende sporten aantrekkelijk te maken voor het publiek. We kregen kunstgras, kunstijs, kunstsneeuw, bedachten een stadion met een schuifdak en legden midden in de stad stukjes strand aan om volleybal op te kunnen spelen. Het is een van de belangrijkste redenen waarom ik besloten heb nooit dood te willen gaan. Ik wil weten hoe het verder gaat met de sport. Er komt nooit een einde aan het sleutelen, aan de gekkigheid en aan het bekvechten over de regels. Heerlijk toch? Maarten Westermann Hoofdredacteur Sportief Amsterdam
119 Online Touch Home