24

24 BELEID SPORTWETHOUDER ERIC VAN DER BURG “Voor mijn part gaan we trappenhuizen als speelplaats inrichten” waarop je kunt fietsen en crossen en met de door jouzelf opgewekte energie je mobiel kunt opladen.” U bent ervaringsdeskundige. U rent vaak door het park en in de stad. Loopt het een beetje lekker in Amsterdam? “Ik heb zowel Strava als Runkeeper op mijn telefoon zitten. Dat zijn apps die je ondersteunen bij het lopen en het fietsen. Die programma’s weten precies waar al die telefoons lopen, hoe hard ze lopen, waar ze omdraaien. Dat levert heel veel interessante en bruikbare informatie op. Over die informatie hebben wij als gemeente de beschikking gekregen. Daardoor weten we dat er het meest gelopen wordt in het Vondelpark. Dat is op zich niet opzienbarend, maar je ziet ook in welke gedeelten van het park er minder wordt gelopen en waar er klaarblijkelijk barrières zijn. Omdat er bijvoorbeeld een duistere onderdoorgang is. Als we daar nou eens wat aan doen en verbindingen maken met andere trajecten, dan verhogen we de veiligheid en het plezier en spreiden we ook nog eens de drukte. Je daagt mensen uit om eens een wat grotere slinger te maken en hun afstand te vergroten. Wat is er mooier om langs de Amstel een loopparcours in te richten, waarbij je kunt keren bij de eerste brug, de tweede brug, de vijfde brug, daarbij aangemoedigd door je smartphone? In het Oosterpark zijn we nu bezig met i-beacons, kleine zendertjes in het asfalt, die je herkennen als loper, je welkom heten aan het begin en onderweg informatie sturen over je prestaties.” Je kunt wel mooie en slimme looproutes aanleggen, maar hoe krijg je de kinderen van Amsterdam aan het hollen? Zit daar niet het grootste probleem? “Klopt, we beschikken ook over andere cijfers. We hebben alle gebieden van de stad een kleur gegeven. Rood is het slechtst, groen het best. Vergis je niet: in de groene gebieden heeft nog altijd tussen de 7 en 12 procent van de kinderen overgewicht. We hebben 210 scholen in Amsterdam. Daarvan hebben er 134 een overgewicht per kind dat boven het landelijk gemiddelde ligt. Onze GGD meet dat, ik weet van alle scholen het gemiddelde. Ik ken de top-10 van die 134. We hebben een aanpak voor de top-10, een aanpak voor de top-25, de top-75 en voor de groep 75 tot en met 134. Bij die eerste twee categorieën gaan we de schoolpleinen aanpassen. Ze hebben ook allemaal combinatiefunctionarissen gekregen. Ze zitten allemaal in het Jump-In-programma, dat aanzet tot meer bewegen en gezonder eten. Dat gaan we nu uitbreiden naar de top 75. Met als doel om dat aantal van 134 naar beneden te brengen. Natuurlijk weet je dat je in Amsterdam letterlijk een zwaardere populatie hebt dan in Wassenaar of Bloemendaal, maar het verschil is veel te groot en dat sturen we op basis van data. Het prettige is dat de cijfers laten zien dat het zin heeft. Bij de Jump-In-scholen zie je een significante daling van het aantal kinderen met overgewicht. Steek de vlag niet uit, want we hebben nog steeds in Amsterdam 25.000 kinderen met overgewicht. Nog steeds 2.300 kinderen die obese of zelfs morbide obese zijn. Dan ben je zo dik, dat je blijvende schade hebt opgelopen. Dat is veel, véél te veel.”

25 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication