28

28 ANALYSE DE STAAT VAN DE STAD zijn. Amsterdam is vast van plan zijn inwoners massaal aan het sporten te krijgen. Wethouder Eric van der Burg laat daar in het voorgaande interview geen misverstand over bestaan. Maar wat een opdracht heeft Amsterdam zichzelf gegeven! Op deze pagina’s laten we zien hoe Amsterdam ervoor staat en wat er met andere woorden nog gebeuren Procentueel overgewicht Amsterdamse kinderen moet. Te beginnen met de grootste bron van zorgen: dikke kinderen. Geen specifiek Amsterdams, maar een Nederlands probleem. Wel liggen de percentages in Amsterdam fors hoger dan het landelijk gemiddelde. Gemiddeld is twaalf procent van de kinderen van twaalf tot zestien jaar te zwaar, in Amsterdam is dat bijna twee keer zo veel. Uitgesplitst naar stadsdelen blijkt het in het Centrum en in Zuid best mee te vallen. Dat zijn stadsdelen met een gemiddeld hoger inkomen en hogere opleiding. Het causale verband is algemeen bekend. Zoals het ook geen nieuws meer is dat overgewicht en obesitas niet alleen een grootstedelijk, maar ook een etnisch-cultureel probleem zijn. Obesitas naar etniciteit Overgewicht en obesitas in Amsterdam is niet alleen een grootstedelijk probleem. Het is tevens een etnisch-cultureel probleem. Sterke groei van fietsgebruik in de stad Aantal verplaatsingen (x 1.000) binnen Amsterdam per werkdag naar vervoermiddel, 1989-2012 628 53% 520 39% 443 33% 553 368 27% 280 24% 244 21% Fiets Auto OV Brom/snorfiets Lopen 17 1% 23 2% 6 km Jaartal Bron: Ovin, MON, OVG 1986-2012, DIVV, 2011 6 km 7 km 2011-2012 (geen trend bekend) Gem. lengte (2011-2012) 3 km Een tandje erbij Ruwweg zijn er drie structuren waarbinnen mensen aan sport doen. Als lid van een sportvereniging, als klant van een sportschool of zelfstandig. Daar zitten wel wat grijze gebieden tussen. Er zijn natuurlijk mensen die binnen twee of zelfs drie structuren vallen. Die zijn lid van een club waar ze op zondag hun wedstrijdje spelen, gaan door de week één of twee keer naar de gym en lopen ’s avonds nog even een rondje door het Vondelpark. Dan zit het met de conditie wel goed. De realiteit is echter dat de meeste Amsterdammers al tevreden zijn als ze de norm voor gezond bewegen halen: minstens een half uur per dag, vijf dagen per week. Dat geldt voor 69 procent van de mannen/jongens en voor bijna 65 procent van de vrouwen/meisjes. Echt een prestatie is het natuurlijk niet, want een half uurtje per dag wandel, fiets of shop je haast automatisch wel bij elkaar. Hebben we het over de fitnorm, die echt inspanning vereist, dan wordt die nog niet eens door één op de vier Amsterdammers gehaald. Er mag dus best een tandje bij! Individueel sporten is troef Fitness, hardlopen en zwemmen zijn de meest beoefende sporten in Amsterdam. Meer dan de helft van de kinderen van zes tot twaalf jaar is lid van een club (55%). Met het stijgen van de leeftijd daalt vervolgens de verenigingsparticipatie. Van de groep dertien tot zeventien jaar is 48 procent lid van een sportclub. Bij de overgang van junioren naar senioren dunt het drastisch uit, want in de groep achttien tot 44 jaar duikt het percentage naar 21. Bij de veteranen van 35 tot 54 jaar is het 11 procent en in de categorie 55+ is het 10 procent. Verplaatsingen (x 1.000)

29 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication