46

46 WETENSCHAP TEKST MAARTEN WESTERMANN KNAPPE KOPPEN BIJ ELKAAR! HET AMSTERDAM INSTITUTE OF SPORT SCIENCE In juli 2014 werd het Amsterdam Institute of Sport Science opgericht, met als taak het onderzoeken van praktische vraagstukken rond sport, bewegen en gezondheid. Binnen het AISS werken de Vrije Universiteit, het VU medisch centrum, de Universiteit van Amsterdam, het AMC en de Hogeschool van Amsterdam samen, een en ander in nauwe relatie met het Centrum voor Topsport en Onderwijs Amsterdam en met tal van sportorganisaties. Lid van de stuurgroep Cees Vervoorn vertelt over de functie en de betekenis van het AISS. Stuurgroep AISS Het Amsterdam Institute of Sport Science wordt bestuurd door de volgende personen | prof. mr. Huib de Jong: rector Hogeschool van Amsterdam en lid College van Bestuur Universiteit van Amsterdam (voorzitter) | prof. dr. Peter Beek: decaan faculteit der Bewegingswetenschappen en van de faculteit der Psychologie en Pedagogiek VU | dr. Jacomine Ravensbergen: decaan faculteit Bewegen, Sport en Voeding Hogeschool van Amsterdam | prof. dr. Gino Kerkhoffs: hoogleraar Orthopedie, in het bijzonder Sporttraumatologie AMC | prof. dr. Willem van Mechelen: hoogleraar Sport- en Arbeidsgeneeskunde, hoofd Sociale Geneeskunde en codirecteur EMGO+ Instituut VUMC | dr. Cees Vervoorn: lector Topsport en Onderwijs HvA/UvA/Inholland De oprichting van het Amsterdam Institute of Sport Science (AISS) was de bezegeling van een traject dat al veel langer loopt, legt Cees Vervoorn uit. “De faculteit Bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit geldt al sinds de oprichting in de jaren zeventig als een toonaangevend onderzoeks- en opleidingsinstituut, niet alleen binnen Nederland, maar ook mondiaal. Denk aan de ontwikkeling van de klapschaats en het revolutionaire onderzoek in de zwemsport. Dat heeft heel veel kennis opgeleverd. Daar komt de ambitie vandaan om het naar een hoger plan te brengen. Verder hebben we in Amsterdam een hogeschool, waar een Academie voor Lichamelijke Opvoeding onder valt, een sportmanagementstudie en nog een aantal andere sportgerelateerde opleidingen. Als directeur van de ALO was ik altijd op zoek naar zichtbaarheid en wilde ik het praktisch onderzoek in het curriculum inweven. Toen ik daar stopte en werd benoemd tot Lector Topsport en Onderwijs, kreeg ik samen met mijn opvolgster Jacomine Ravensbergen de opdracht om daar mee verder te gaan. Het heeft geleid tot een steeds nauwere samenwerking tussen de VU en de HvA; tot de gezamenlijke ambitie om de sportwetenschap verder te brengen in Amsterdam. Daar kwam nog een component bij. Vanuit de sport werd het Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO) opgericht, en in Amsterdam kwam een van de vier vestigingen. Het CTO Amsterdam heeft vanaf het begin gezegd: ‘Wij regelen alles voor onze sporters, wat onze taak is, maar we gaan ook sportwetenschappelijke ondersteuning verlenen. Omdat wij van mening zijn dat het toevoegen van de wetenschap in de sportieve resul

47 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication