48

46 \ Simpelweg leunen op (minder omvangrijke) resultaten uit het verleden is ook een valkuil bij de inschatting van de uitstroommogelijkheden. Die resultaten moeten immers binnen een specifieke periode worden behaald (twee jaar), en dat legt een grotere druk op een project dan voorheen. Sommige dienstverleners veronderstellen dat zij zicht hebben op maatschappelijke problemen. Op basis van die veronderstelling stellen zij een maatschappelijke businesscase op, die in een SIB-constructie past en dus tot kostenbesparing leidt. De verwachting is dan dat de overheid het plan zal omarmen. Maar dat kan in de praktijk tegenvallen als de dienstverlener voor een maatschappelijk probleem heeft gekozen dat door een overheidsinstantie niet als probleem wordt ervaren of als kostenbesparing bij die instantie geen prioriteit heeft. Sommige overheden zien zichzelf als uitvoerende instanties zonder financieel belang. De urgentie van de businesscase ontgaat hun dan. Dienstverleners projecteren algemene data gemakkelijk op specifieke doelgroepen. Zo zegt een onderzoeksresultaat dat ‘60% van de jongeren een eigen bedrijf wil’, niet dat dit ook geldt voor 60% van de jongeren met een uitkering. Risico’s De dienstverlener is gewend om tijdens een project ook bijzaken op te pakken (zoals deelnemers helpen meer zelfvertrouwen te krijgen of hen bijstaan bij het oplossen van schulden). Maar in een SIB, die gericht is op bepaalde resultaten, worden deze activiteiten niet beloond. Dat betekent dat de dienstverlener zelf opdraait voor de kosten in tijd en geld.

49 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication