31

TRIAGE: VAN HULPVRAAG NAAR VANGNET Hoe doe ik het? Aan de telefoon moet de doktersassistent of triagist goed en accuraat kunnen schakelen tussen het uitvragen van de hulpvraag, inschatten van urgentie en bepalen wat de patiënt nodig heeft. Dat vergt nogal wat. Wat heeft deze patiënt op dit moment nodig? Bij deze scholing wordt de rode draad gevolgd van het achterhalen van de hulpvraag, Hoe is deze verweven met het juiste gebruik van de NTS? Welke urgentie is passend of aan te passen, en hoe sluit ik af met een juist vangnet? Gedurende de scholing wordt theorie afgewisseld met kennisuitwisseling en het oefenen van de leerstof met de deelnemers. Leerdoelen: Het kunnen achterhalen en formuleren van de juiste hulpvraag en goed noteren De ins en outs begrijpen van het werken met de kernset NTS Het opfrissen van ABCDE en urgentiebepaling en waar nodig urgentie wijzigen Het op de juiste wijze overleg kunnen voeren met een arts Het kunnen formuleren van het juiste vangnet en goed noteren TRIAGE: VERSLAVING EN PSYCHIATRIE Het triëren van psychische klachten De helft van de patiënten met verslavingsproblemen heeft ook psychische klachten. En veel patiënten met psychische klachten gebruiken te veel alcohol of drugs. Verslavings- en psychiatrische klachten zijn niet de hoofdmoot van je werk. Maar wat doe je ermee als het opeens op je bordje ligt? Het triëren van deze klachten is moeilijk. Er is geen ABCDE voor. Gesprekken zijn ongemakkelijk en lang. Toch gaat het om een groep kwetsebare patiënten. Waarvoor goede triage ontzettend belangrijk is. In deze scholing gaan we in op de meest voorkomende genotsmiddelen, (acute) psychische klachten, 'moeilijk mensengedrag' én meer. Leerdoelen: De eigen grenzen van het werk beter afbakenen en heeft meer vertrouwen in de eigen competenties Gebruik maken van de cirkel van invloed en betrokkenheid van Stephen Covey De effecten en complicaties van meest voorkomende genotsmiddelen, partydrugs en automedicatie signaleren en bespreekbaar maken De meest voorkomende (acute)psychische klachten signaleren en de daaruit voortkomende gedragingen (verslavingsgedrag, borderline- en suïcidaal gedrag) effectiever bespreekbaar maken. De effecten van het eigen gedrag in relatie tot ‘moeilijk mensengedrag’ en handvatten om dit gedrag effectiever te bespreken en adequate vervolgacties in te zetten. Doktersassistenten Triagisten Fysiek Doktersassistenten Triagisten Online 31

32 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication