17

Marty: een kwart eeuw vrijwilliger Dit artikel is geschreven door Laura Lancée, vrijwilliger bij Dierentehuis Stevenshage. Een langere versie van het artikel verscheen in ons asielblad Beestenbende van Najaar 2019. Stevenshage is blij met alle vrijwilligers, maar bij sommigen van hen staan we extra stil, zoals bij Marty van der Leek. Ze is inmiddels 71 jaar oud, maar komt nog iedere week katten verzorgen. Ook is ze al jaren 'flessenmoeder' voor weeskittens. Al bijna 25 jaar! Wat doe je precies bij Stevenshage? In het begin kwam ik hier twee middagen in de week voor zowel de honden als de katten. Tegenwoordig hou ik het bij de woensdagmiddag. Daar kijk ik echt naar uit, en zelfs mijn kinderen weten dat dat me heilig is, daar komt eigenlijk nooit iets tussen. Ik heb ook vaak pleegkittens, oftewel flessenbabies. Zo noem ik de kittens die zonder moeder in het asiel terecht komen en die om de paar uur een fles moeten drinken. Soms is het er maar één, maar het kan ook een heel nest zijn van vier of vijf kittens. Ik denk dat ik er over de jaren wel zo'n vijftig heb gevoed. Een jaar of drie geleden hebben mijn man en ik er één zelf gehouden. Het was een zwart katertje, althans dat dachten we, en hij was zo geweldig dat mijn man besloot hem na het enten zelf te adopteren. Zonder dat ik het wist! Natuurlijk wist hij dat ik het goed zou vinden. En het was niet de enige verrassing, want onze McCloud bleek een meisje te zijn! We hebben haar vervolgens Cloudy genoemd. Wat is je in al die jaren echt bijgebleven? Daar hoef ik niet lang over na te denken, dat is de aanval van Poema. Hij was een Abessijnse kater, die al een keer geplaatst was, maar die vanwege onvoorspelbaar gedrag weer terug was gekomen in het asiel. Om hem wat socialer te maken, gingen vrijwilligers en medewerkers vaak even bij hem zitten, zodat hij kon wennen aan mensen. Op een goede dag was het mijn beurt en zat ik bij Poema om hem te aaien. Hij leek ervan te genieten en klom gezellig op mijn schouders, toen...hij ineens de kolder in zijn kop kreeg. Hij zette zijn nagels diep in mijn hoofd, mijn oren en mijn gezicht, en toen ik hem van me afschudde, ook in mijn benen en voeten. Ik gilde het uit, en snel kwamen collega’s mij ontzetten. Het was vreselijk, ik ging meteen naar de dokter voor hechtingen, maar het zag er niet uit! Ik moet zeggen dat ik tot de dag van vandaag toch een beetje voorzichtiger ben geworden. Niet bang, maar wel iets meer op mijn hoede! 17

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication