15

GASTCOLUMN ‘Ingeprent’ Toen de liftdeuren voor de vierde keer achter mij te snel dicht gingen, werden mijn handen klammig. Ik wist dat ik in de puree zat. De lift waarin ik gevangen zat met mijn nieuwe elektrische rolstoel leidde zijn eigen leven. “Is dit een voorproefje van de artificiële intelligentie die onze wereld gaat veroveren?”, vroeg ik mij af. Ik zwoer dat ik de volgende keer een thermoskan met koffie en een bruine boterham met oude kaas mee zou nemen. Ik wil niet uitgehongerd in een lift gevonden worden. Mijn doel was om uiteindelijk het advies op te volgen van onder andere de aardige mevrouw van de Wmo, de revalidatiearts, de ergotherapeut en de technica die de rolstoel afgeleverd had. Zij zeiden allemaal dat het noodzakelijk was om alle functies van de rolstoel in te prenten, vóór het echt nodig was. Ik zeg ‘uiteindelijk’, want ik was als de dood voor die monstertruck, die zich had geïnstalleerd in de entree van ons appartement. Zonder een blauwe gehandicapten parkeerkaart. Ik negeerde het monster zo lang mogelijk en trok uiteindelijk toch mijn stoute schoenen aan. Ik wilde op reis. ‘Thank goodness’, de ergotherapeut wilde mij wel rijlessen geven. Het probleem is een overgevoelige joystick, waarmee je met één vinger het voertuig kan aansturen. Het ding is zo gevoelig dat ik – als ik hoest – met een gevaarlijke snelheid vooruit schiet, totaal uit koers. Door ALS word ik een echte ‘Max Verslapper’. En het gebruik van die joystick is wat zo snel en diep mogelijk in mijn onderbewuste moest worden ingeprent. Omdat er niemand thuis was, ging ik alleen op stap. Wij wonen twaalf hoog, dus wanneer ik uitbreken wil, heb ik zowel de rolstoel als de lift nodig. Het is jammer: wat kryptonite is voor Superman, is mijn rolstoel voor de lift. Het was inderdaad een ontdekkingsreis. Hoe mensen op jou als mens in een rolstoel reageren, is wonderlijk. Ronald Thomlinson (78) woont in Dordrecht met zijn vrouw Marijke. In november 2022 is hij, zoals hij zelf zegt, geslaagd voor zijn official ALS diploma. Terug van weggeweest, moest ik ook weer oorlog voeren met de lift. En eenmaal in de lift ben ik vier keer op en neer geweest: van de begane grond tot de twaalfde verdieping. Ik kon de lift niet op tijd verlaten want de deuren gingen te snel dicht. Dat wilde ik niet meer beleven en ik besloot hulptroepen in te roepen. ‘Thank goodness’, de ergotherapeut wilde mij wel rijlessen geven. Onder haar supervisie ging ik de lift in met de instructie om naar de tiende verdieping te gaan, te stoppen, en dan door te gaan naar de twaalfde. Zo gezegd, zo gedaan. Alleen had ik de instructie verkeerd begrepen. In plaats van in de lift te blijven en direct weer door te gaan om mijn exit te oefenen, ging ik er op de tiende verdieping uit en kon er vervolgens niet weer in. Toen ik eindelijk weer verscheen waar ik wezen moest, de twaalfde, had de ergotherapeut twintig minuten bij de liftdeuren gewaakt in angst dat er iets met me gebeurd was. Op het moment dat ik eindelijk verscheen botste ik tegen de deuren, een ongeval dat gezien werd door de voorzitster van de bewonerscommissie. Van haar kreeg ik een gele kaart en een verbale waarschuwing: schade aan de lift door botsingen kosten geld. Die opmerking heeft mijn zelfbeeld geen goed gedaan: mijn faalangst voor de lift werd er juist groter door. Maar vrees niet. Er is goed nieuws. Het probleem is namelijk opgelost. Toen ik achteruit reed, keek ik steeds in de grote spiegel aan de achterwand van de lift. Door dat alle bewegingen worden gespiegeld duwde ik de joystick in de verkeerde richting. Resultaat: ellende. De oplossing, zo adviseerde de ergotherapeut, is te kijken naar mijn voeten als ik achteruit rij in de lift. Dus, maak u geen zorgen meer over mij, alstublieft. Want dat is nu helemaal ingeprent. 15

16 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication