14

14 Als iemand de genmutatie heeft die bij familiare ALS hoort, hoe groot is dan de kans dat hij of zij ALS krijgt? “Daar is nog weinig over bekend. Wel kun je dit zeggen: als iemand een grote familie heeft en er is maar één familielid die ALS heeft gekregen, dan is de kans heel klein dat meer mensen het krijgen. Toch: één op de vierhonderd mensen krijgt ALS. Dat is minder zeldzaam dan je zou denken, en dat heeft een verdrietige oorzaak, namelijk: dat veel mensen die het krijgen, vroeg overlijden. Als er sprake is van familiaire ALS en we kennen de oorzaak, dan bieden we de familie altijd aan om zich te laten voorlichten over genetisch testen. Zeker als er sprake is van een kinderwens. ALS is een dermate ernstige ziekte dat prenatale screeningsdiagnostiek mogelijk is.” Adviseren jullie patiënten daar ook in? “Nee, we geven alleen voorlichting. Het besluit om wel of niet te laten testen is een hele persoonlijke afweging. Maar je wil wel dat mensen zelf een afgewogen beslissing kunnen nemen. Goede voorlichting, in dit geval door een klinisch geneticus - de enige die mensen zonder klachten genetisch mag testen - is dus essentieel. Die discussie is wel veranderd nu er voor sommige vormen van familiaire ALS een behandeling bestaat. Vroeger zeiden mensen: er is toch geen behandeling, dus wat moet ik met die informatie? Dat kan nu anders zijn. Informeren is ook van belang omdat we vermoeden dat je voor het beste resultaat zo vroeg mogelijk nadat de ziekte begint, moet beginnen met gentherapie.” Valt het verloop van de ziekte ook al te voorspellen? “Nee, in de regel niet. Dat kan alleen bij sommige zeer zeldzame genetische vormen. Daarvan zien we maar twee of drie patiënten per jaar. Die snelheid blijft een groot raadsel. Zelfs binnen een familie met dezelfde genetische oorzaak zien we grote verschillen. De een gaat hard achteruit, of krijgt het op jonge leeftijd, de ander niet. Ook naar het verloop doen we veel onderzoek en kijken we of er genetische oorzaken voor zijn. We denken van wel.” Wat is de laatste status van gentherapeutische behandelingen? “Voor familiare ALS door een mutatie in het SOD1 gen bestaat er nu een gen-gerichte behandeling met Tofersen. In Nederland geldt dat voor enkele patiënten per jaar. Het middel Tofersen is voorwaardelijk goedgekeurd door de FDA en ligt nu ter goedkeuring bij het Europese agentschap (EMA). Gelukkig kunnen we patiënten met een SOD1-mutatie de behandeling wel al aanbieden. In studieverband behandelen we nu mensen met een afwijking in het FUS-gen. Voor sporadische ALS loopt er een studie naar Ataxine-2 gentherapie. Er worden meer gentherapeutische middelen ontwikkeld waar ik echt hoopvol over ben, maar helaas is niet elk gen even makkelijk te behandelen. De eerste poging om het C9orf72-gen te behandelen bleek namelijk niet te werken. Ik kan me voorstellen dat Europese goedkeuring voor werkzame middelen er voor patiënten niet snel genoeg kan komen. Daarom werken we internationaal samen om ervoor te zorgen dat patiënten die in aanmerking komen, toegang kunnen krijgen tot de therapie in studieverband.” Meer informatie over de erfelijke variant van ALS? Project MinE projectmine.com ALPINE

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication