22

AOW-leeftijd en VUT-toetredingsleeftijd geldend tot de publicatiedatum van de wet d.d. 18 juni 2015 AOW-leeftijd en VUT-toetredingsdatum Geboortedatum na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950 2015 krijgt AOW in Leeftijd bij start AOWuitkering 65 + 3 maanden VUTtoetredingsleeftijd 63 + 3 maanden (geboortejaar t/m 1949: 63 jaar) na 30 september 1950 en voor 1 augustus 1951 2016 na 31 juli 1951 en voor 1 juni 1952 2017 na 31 mei 1952 en voor 1 april 1953 na 31 maart 1953 en voor 1 januari 1954 2018 2019 65 + 5 maanden 65 + 7 maanden 65 + 9 maanden 66 jaar 63 + 5 maanden 63 + 7 maanden 63 + 9 maanden 64 Regeling VUT toetredingsleeftijd geldend tot 1 januari 2013: 63 jaar. g. Indien een werknemer onder de regeling van vóór 1 januari 2013 pas later van de VUT-regeling gebruik had kunnen maken dan bij het bereiken van de toen nog geldende VUT-leeftijd, om reden dat deze werknemer pas op een later moment aan de dienstjaren-eis voldaan zou hebben, en indien hij in de regeling vanaf 1 januari 2013 een langere uitkeringsduur zou krijgen dan die hij gehad zou hebben zonder de verhogingen van de VUT-leeftijd, gaat de VUT-uitkering met zoveel maanden later in als de AOW-leeftijd voor deze werknemer wordt verhoogd, gerekend vanaf het moment waarop de werknemer zonder verhoging van de voor hem geldende VUT-leeftijd, aan het leeftijdscriterium èn dienstjareneis voldaan zou hebben. 2. Uitbreiding van het dienstjarencriterium: Perioden gedurende welke de werknemer volledig arbeidsongeschikt in de zin van de WAO of WIA was worden meegeteld voor de berekening van de in het eerste lid, onder a, d en e genoemde perioden. Andere onderbrekingen van beperkte duur buiten de schuld van de werknemer kan het bestuur van de SUCON II meetellen voor de berekening van het eerste lid, sub a, d en e genoemde perioden. 3. Uitzondering op dienstjarencriterium: Jaren, gedurende welke de werknemer krachtens een arbeidsovereenkomst werkzaam is geweest bij een werkgever, die van de Vakraad voor de Contractcateringbranche dan wel van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ontheffing heeft gekregen om (algemeen verbindend verklaarde) bepalingen van de onderhavige CAO toe te passen, worden niet meegeteld voor de berekening van de in het eerste lid, onder a, d en e genoemde perioden. Dit geldt tevens bij een gedeeltelijk aan de werkgever verleende ontheffing en wel voor zover de werknemer valt onder de reikwijdte van deze verleende ontheffing. 22

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication