25

a. Met ingang van 1 januari 2017 bedraagt voor nieuw ingegane VUT-uitkeringen per 1 januari 2017, de hoogte van de VUT-uitkering het verschil tussen 73,87% van de grondslag als bedoeld in artikel 5 van het reglement en het oorspronkelijke vroegpensioen herrekend met de factor 1,4583. Voor VUT-uitkeringen die reeds zijn ingegaan vóór 1 januari 2017 blijft de uitkeringshoogte gelden van 73,87% van de grondslag als bedoeld in artikel van het reglement, als aanvulling op het op 31 december 2005 op basis van de op dat moment geldende pensioengrondslag, (fictief) vastgestelde vroegpensioen. b. Onder het oorspronkelijke vroegpensioen wordt verstaan de vroegpensioenaanspraak bij de leeftijd van 62 jaar en 1 maand. c. Het bestuur van SUCON II kan besluiten om een indexatie toe te passen. Om deze indexatie toe te kunnen passen dienen minimaal de financiële middelen van het fonds voldoende te zijn, meegewogen de toekomstige verplichtingen van het fonds. Indien tot indexatie wordt besloten dan zal de uitkering ingevolge deze cao, gelijktijdig aan de datum van de algemene loonsverhoging op grond van de cao voor de Contractcateringbranche, ten hoogste worden geïndexeerd op basis van de consumentenprijsindex reeks alle huishoudens afgeleid (CPI afgeleid) maar nooit hoger dan de indexatie conform de loonsverhoging in de cao voor de Contractcateringbranche. Voornoemd indexcijfer wordt berekend over de periode tussen 2 loonsverhogingen in waarbij het indexcijfer van de maand direct gelegen vóór de ingangsdatum van de loonsverhoging wordt vergeleken met het indexcijfer van de maand direct gelegen vóór de vorige loonsverhoging. Indien dit indexcijfer hoger uitkomt dan de algemene loonsverhoging, dan wordt bij toepassing van de indexatie, geïndexeerd tot een maximum van de loonsverhoging. Indien het indexcijfer lager uitkomt dan de loonsverhoging dan wordt geïndexeerd met het berekende indexcijfer. 2. Hoogte deeltijd VUT-uitkering Voor de deelnemer die van zijn recht op uitkering slechts gedeeltelijk gebruik maakt wordt de uitkering zoals die onder 1 is berekend vermenigvuldigd met een deeltijdfactor, waarvan de teller wordt gevormd door het aantal uren, dat de deelnemer van de regeling gebruik maakt en de noemer door het aantal uren, dat hij gemiddeld werkzaam was in de 52 weken voorafgaande aan zijn deelnemerschap. De deeltijdfactor moet groter zijn dan nul. 3. Hoogte uitkering van deelnemer die een gedeeltelijke SV-uitkering heeft a. Voor de deelnemer, die recht heeft op een gedeeltelijke SV-uitkering en die volledig van de regeling gebruik maakt, wordt de uitkering, zoals die onder 1 is berekend verminderd met de SV-uitkering. b. Voor de deelnemer, die recht heeft op een gedeeltelijke SV-uitkering en die gedeeltelijk gebruik maakt van de regeling, wordt de uitkering zoals die onder 1 is berekend verminderd met de SV-uitkering en vervolgens vermenigvuldigd met de deeltijdfactor als bedoeld onder b. 4. Duur van de uitkering De duur van de uitkering kan ten hoogste 23 maanden bedragen plus het aantal dagen van de 1e van de maand waarin de werknemer de AOW-leeftijd bereikt tot de dag waarop de AOW-leeftijd wordt bereikt. ARTIKEL 7: Rechten van de deelnemer Verstrekking van een uitkering. De SUCON II willigt een verzoek om in aanmerking te komen voor een uitkering in als naar het oordeel van de SUCON II aan alle voorwaarden is voldaan. De deelneming begint op de eerste dag van een kalendermaand volgende op de kalendermaand waarin de werknemer aan de voorwaarden voldoet als bedoeld in artikel 4 van deze CAO en artikel 3 van het VUT-reglement. 25

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication