48

2. Jaarlijks na afloop van het boekjaar stelt het bestuur een door een externe registeraccountant of accountant-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid gecontroleerde balans, rekening van baten en lasten en verslag over de toestand van de stichting vast, welke stukken binnen drie maanden na afloop van het boekjaar door het bestuur dienen te worden opgemaakt en waaruit moet blijken dat de uitgaven conform het bestedingsdoel zijn gedaan; het bestuur legt daarmee rekenschap af van het gevoerde beleid. Ten blijke van de vaststelling worden voornoemde stukken door de voorzitter en de secretaris van de stichting ondertekend. 3. Het bestuur is verplicht de in de leden 1 en 2 vermelde bescheiden tenminste tien jaar lang te bewaren. 4. De rekening en verantwoording vergezeld van de verklaring van de registeraccountant of accountant-administratieconsulent wordt overeenkomstig de wettelijke bepalingen jaarlijks gepubliceerd en wordt ter inzage neergelegd van de bij de Stichting betrokken werkgevers / werknemers ten kantore van de Stichting en op één of meer door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan te wijzen plaatsen en worden op aanvraag toegezonden aan de bij de Stichting betrokken werkgevers en werknemers, tegen betaling van de daaraan verbonden kosten. ARTIKEL 14: Beheer geldmiddelen 1. De gelden van de stichting worden door het bestuur beheerd. 2. Voorzover gelden van de stichting voor belegging beschikbaar zijn, worden deze gelden door het bestuur belegd, met inachtneming van in redelijkheid daaraan te stellen eisen van liquiditeit, rendement en risicoverdeling. 3. Gerede gelden worden in rekening-courant gestort bij de administrateur. De titels betreffende geldleningen op onderhandse schuldbekentenis worden bewaard in de kluis van de administrateur. 4. Effecten en andere geldswaardige papieren worden zoveel mogelijk in bewaring gegeven bij algemene handelsbanken. 5. Het bestuur zal de kosten van beheer van de geldmiddelen en de wijze van verrekening van de kosten vaststellen. ARTIKEL 15: Reglementen 1. Het bestuur kan reglementen vaststellen en wijzigen; deze reglementen mogen geen bepalingen inhouden, welke in strijd zijn met de wet of deze statuten. 2. Ten aanzien van besluiten tot vaststellen van een reglement is het bepaalde in artikel 16 leden 2, 3 en 4 van toepassing. 3. De reglementen alsmede aangebrachte wijzigingen daarin treden niet in werking alvorens een volledig exemplaar van die stukken onderscheidenlijk van de wijzigingen daarin, door het bestuur ondertekend, voor een ieder ter inzage wordt

49 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication