Opdracht 1, 2, 3 MD (sub. 1 t/m 4) – januari 2015 In de melodie valt direct op dat hier, net zoals in de akkoorden, de oorspronkelijke mineur reeks wordt gebruikt: m.a.w. een ‘Bb’ in plaatst van de meestal voorkomende, harmonische verhoogde ‘B’ (leidtoon). Na het stilvallen van de ritmiek D quasi fermate – volgt de bridge waarin een driestemmig gezongen sacraal aandoend mannenkoor d.m.v. imitatie te horen is. Uitvoeringspraktijk Dynamisch gezien zijn er grote verschillen. De intro, intermezzi en bridge zijn ritmisch rustig en dynamisch zacht, terwijl de coupletten en refreinen juist ritmisch drukker en dynamisch behoorlijk sterk zijn. Er is als het ware sprake van trappen dynamiek, waarbij er geen dynamische overgangen gemaakt worden met (de)crescendo’s, maar er steeds plotseling een verschil in sterkte is; van pp naar ff. Qua articulatie worden legato gespeelde en gezongen melodielijnen afgewisseld met felle, staccato gespeelde begeleidingsfiguren gebaseerd op het onder Ritme aangegeven ritmische motief. Het gebruik van instrumenten uit het symfonieorkest zorgen voor het symfonische karakter van deze muziek. Het hoornmotief is erg typerend voor Vorm De algemene vorm van het stuk ziet er schematisch als volgt uit: Intro ‘lyrisch’ 8 maten Verse 1 8 maten Intermezzo ‘lyrisch’ 4 maten Chorus 8 maten Intro ‘energiek’ 10 maten Chorus 8 maten Bridge 16 maten Coda 7 maten Een vrij standaard indeling van een popnummer met uitzondering van de verlengde tweedelige intro, waarvan de onderdelen allebei in het stuk nog terug komen. Samen met de gekozen instrumentatie van metalband (zangeres, 2x gitaar, basgitaar, toetsen en drums) aangevuld met symfonieorkest en als extra aanvulling nog de tin whistle en het koor (SSATBB) geven Mother Earth de typisch symfonische metalDsound. Intro ‘lyrisch’ 4 maten Verse 2 8 maten Intermezzo ‘energiek’ 8 maten Chorus 8 maten Opdracht 1, 2, 3 MD (sub. 1 t/m 4) – januari 2015 5
11 Online Touch Home