57

Met Jos van Eck in de spits kroonde Unitas zich in 1986 tot kampioen van de hoofdklasse Hij werd in 1985 gehaald als middenvelder, maar belandde bij Unitas bij toeval in de spits. Dat ging uiteindelijk niet onopgemerkt voorbij, want dankzij de vele doelpunten van Jos van Eck werden de Roodbroeken een jaar later kampioen van de hoofdklasse zondag. Tegenwoordig is Van Eck – naast zijn baan als docent lichamelijke opvoeding - teammanager bij Jong Sparta en geeft hij trainerscursussen namens de KNVB. Het is alweer 37 jaar geleden, maar zijn Unitas-tijd herinnert Van Eck zich nog maar al te goed. Voor zijn overstap naar Unitas – die bij toeval tot stand kwam - speelde Van Eck voor Spartaan’20, de club in Rotterdam-Zuid die bekend staat als kweekvijver voor talent. “Mijn broer speelde bij Excelsior en daar was op dat moment ook Cor Pot”, blikt Van Eck terug. “Dat was een goede vriend en studiegenoot van trainer Pim Verbeek. Hij zocht nog een middenvelder voor Unitas. Mijn vader deed ook een en ander in de jeugd van Excelsior, kwam dat ter ore en zei tegen Cor: mijn zoon speelt bij Spartaan’20, misschien is dat wel iets voor Unitas. Zo ben ik daar terecht gekomen.” Als middenvelder dus. Maar ironisch genoeg werd dat nu niet de plaats waar Van Eck na zijn komst werd geposteerd. “Dat was ook een mooi verhaal”, lacht Van Eck. “In de voorbereiding raakten de beoogde spitsen geblesseerd en toen zei Pim in de rust: joh, wil jij in de tweede helft niet in de spits? Ik vond het prima. Het stond op dat moment 0-0 en we winnen uiteindelijk met 2-0.” Dankzij twee doelpunten van, jawel, Jos van Eck. “Toen ben ik het hele seizoen de spits niet meer uit geweest.” Topscorer hoofdklasse Hoeveel doelpunten hij dat seizoen maakte weet Van Eck niet uit zijn hoofd, maar volgens oud-ploeggenoot Robert Verbeek waren het er zeker meer dan twintig. “Ik werd ook topscorer van de hoofdklasse”, memoreert van Eck. Dat succes viel niet alleen in Gorinchem op, want Van Eck kon zich na dat seizoen, waarin Unitas kampioen werd van de hoofdklasse, verheugen op de belangstelling van meerdere profclubs. Enkele Belgische clubs en zijn voormalige club Excelsior, waar Van Eck in de jeugd speelde, aasden op de Rotterdammer. “Ik heb toen zelfs nog een gesprek gehad met Rob Jacobs”, zegt Van Eck, “maar dat is uiteindelijk op niets uitgelopen.” Van Eck bleef Unitas dus trouw, maar mooier dan het eerste jaar werd het – mede als gevolg van blessureleed - niet meer. Van Eck scheurde tot tweemaal toe zijn enkelbanden. De eerste keer in de nacompetitie om het algeheel amateurkampioenschap tegen TOP Oss en enkele maanden later was het weer raak. Kar Het was een smetje op zijn spelerstijd bij Unitas: noodgedwongen moest hij in het tweede jaar vaker dan hem lief was verstek laten gaan. Tegelijkertijd vergoedde zijn memorabele eerste seizoen, uitmondend in het kampioenschap in de hoofdklasse, een hele hoop. “Toen we terugkwamen van Elinkwijk, werden we langs de weg opgewacht door allerlei mensen. Volgens mij zijn we zelfs onder politiebegeleiding Gorinchem ingereden. Met een kar zijn we door de stad gereden, richting het stadhuis. Daar werden we op het bordes gehuldigd. Het hele plein stond vol met mensen. Dat was een grote belevenis.” Betaald voetbal Ondanks het feit dat hij geplaagd werd door blessures, vertrok Van Eck een jaar later alsnog. Bij De Graafschap kreeg Van Eck een kans in het betaald voetbal. Hij was overigens niet de enige Roodbroek die die stap maakte: ook Pim Verbeek verkaste naar de Superboeren. “Pim heeft me toen meegenomen”, vertelt Van Eck. “Ik had een hele goede band met Pim. Ik reed altijd naar Pim en daarna reden we samen naar De Graafschap. Pim was destijds ook nog gymnastiekleraar in Nieuwerkerk aan den IJssel. Toen Pim later fulltime trainer werd bij Feyenoord heb ik zijn baan op die middelbare school overgenomen. Aan Pim heb ik heel veel te danken. Pim was een gouden kerel en ook een geweldige trainer.” Na zijn tijd bij De Graafschap speelde Van Eck onder meer voor PEC Zwolle, FC Den Bosch en Sparta. Evenals Verbeek koos ook van Eck na zijn spelerscarrière voor het trainersvak. Zo was hij onder meer (assistent-)trainer van zowel FC Dordrecht als Sparta. Toen Van Eck eind 2003 zijn ontslag kreeg als eindverantwoordelijke bij de Schapenkoppen, belandde hij – bijna twintig jaar nadat hij er speelde – in 2004 weer op Sportpark Molenvliet. “Maar de hele entourage en sfeer was toen wel vele malen minder”, oordeelt Van Eck. “Dat was best even schakelen. In mijn spelerstijd stonden er gemiddeld 1800 mensen langs de lijn. Het was altijd erg druk. Maar uiteindelijk heb ik ook als trainer nog een heel leuk jaar gehad waarin we weliswaar heel moeizaam begonnen, maar aan het eind van de rit nog bijna de derde periodetitel pakten. We handhaafden ons dat jaar, maar de sfeer eromheen was toen niet meer te vergelijken met de tijd die ik daar had als speler.” 57

58 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication