30

Tocht om de Noord & Pronkjewailpad vieren Groningen Pronkjewailpad Het Gronings volkslied is 100 jaar oud. Omdat het Grunnens Laid aan de basis ligt van zowel de Tocht om de Noord als van het Pronkjewailpad, zullen de organisatoren van de wandelevenementen het jubileum dan ook vieren met een groots Gronings feest, een gloednieuwe ontdekkingstocht en een aantal avontuurlijke wandelroutes voor kinderen. Tocht om de Noord Van Lauwerszee tot Dollard tou, van Drenthe tot aan ’t Wad. Dit jaar voert de populaire tweedaagse op 28 en 29 september langs én door het industriële en culturele erfgoed van de Groninger Veenkoloniën. Het Gronings volkslied wordt op 28 september om 17:00 uur gezongen op honderd verschillende locaties in de provincie Groningen. Het hoofdpodium staat in Veendam, gastgemeente van de Tocht om de Noord. Pronkjewailpad Aan Pronkjewail in golden raand, is Stad en Ommelaand. Het Pronkjewailpad is een avontuurlijke ontdekkingstocht langs al het moois wat Groningen te bieden heeft. Wandelaars kunnen onderweg op bijzondere plekken een stempel verdienen en maken zodoende kennis met de gastvrijheid van Groningen. De afsluiting van het Pronkjewailpadseizoen bestaat uit de Camino Groningen, de slotetappe en de feestelijke huldiging op zaterdag 9 november. Oostroute Na het succes van de Noordén de Zuidroute, opent in 2021 ook de Oostroute van het Pronkjewailpad. Deze route wordt komend jaar uitgezet met behulp van Voorlopers. En er is nog meer nieuws: het Pronkjewailpad krijgt een kinderversie. De organisatoren van de tocht ontwikkelen samen met Huis voor de Sport ‘Lutje Pronkjewailpaden’ voor basisschoolleerlingen in verschillende Groninger dorpen. Deze wandelroutes van circa 6 kilometer lang laten de leerlingen op een spannende manier kennismaken met landschap, cultuur, historie en ondernemers in hun eigen dorp. Daarnaast kruipen ze in de huid van een reporter en maken ze een vlog over hun belevenissen op het Pronkjewailpad. Koos Dijksterhuis studeerde biologie en sociologie in Groningen. Hij heeft een dagelijkse column over natuur in Trouw, is columnist van Bionieuws en Vroege Vogels, geeft vrolijke lezingen en schrijft vormvaste verzen op rijm. Hij publiceerde de boeken Een Groenlander in Afrika, Winnen van de Bierkaai, Akkervogels, De kiekendieven van het Oldambt, Jong&Wild, De spreeuw en Eilandgevoel. Zijn laatst verschenen boek is Handboek voor Natuurwandelingen. Zondoorstoofd afzien; heerlijk! Wandelen is een fantastische manier om landschappen te verkennen. Het gaat niet zo snel, je hebt tijd om van alles te zien, je bent lekker buiten en krijgt nog beweging ook, een ontspannen vorm van beweging. Maar dat is te simpel. Wandelen is helemaal niet altijd zo lekker en ontspannen. Hoeveel wandelingen ik niet heb gemaakt, van zondagse ommetjes tot barre tochten in het hooggebergte; telkens vergeet ik hoe inspannend, wat zeg ik: puur afzien het kan zijn, hoe uitputtend, verzengend en zelfs doodeng! Begin juni gingen we wandelen in Andalusië. Een relaxte trip met afstanden van een kilometer of twintig, tussen de zevenhonderd en vijftienhonderd meter hoogte. Onze koffer werd naar de volgende overnachtingsplaats gebracht. We sliepen in pensions waar ook te eten was. Hoe riant! Kilometers zeggen trouwens niet zoveel, in de bergen tellen uren. In Zuid-Spanje kan het heet zijn. Maar hé, dan is het maar heet, dan zet ik toch een pet op? Tijdens hete beklimmingen trek ik wel een in een bergbeek doordrenkt T-shirt aan, heerlijk koel. En we kunnen toch hondsvroeg vertrekken en op het heetst van de dag pauzeren? Jaja. We konden wel voor het opmerkelijk laat geserveerde ontbijt op pad gaan, om met ferme pas de vallei te verlaten, maar de zon bleek telkens sneller te klimmen dan wij. In de luwte van een berg steil omhoog, met de zon loodrecht op je rug, als de beekjes zijn ingedroogd tot modderige stroompjes, raakten we doorstoofd als in een magnetron. 30 loopbaan Tijdens zulke klims kijk ik niet meer ontspannen rond, ik denk misschien even: was ik maar met de koffer meegelift naar onze bestemming, maar weldra is al mijn aandacht gericht op mijn ademhaling, mijn benen, mijn voeten en de decimeters ervoor. Stap, stap, stap voor stap omhoog, verstand op nul, blik naar de grond, noem het een wandelbubbel. Daaraan kleeft het bezwaar dat ik een vaag paadje bij een scherpe bocht wel eens kwijtraak. Het voordeel ervan is, dat ik zó lang in het hier en nu verkeer, dat zich een meditatieve roes van me meester maakt. Ik denk niet smachtend aan de top, ik hunker niet meer naar schaduw, ik vergeet zelfs water te drinken. Eenmaal boven is de tevredenheid groot. Pauzerend in de schaduw komen de longen snel tot rust en drogen de zweetplassen op. We klokken een fles leeg. Het heetst van de dag duurt uren, tussen de bergen kan het tot ’s avonds bloedheet blijven, veel te lang om te blijven hangen, we hebben nog negen kilometer te gaan, drie uur lopen, kom we gaan. Oververhit komen we aan in het pension. Schoenen uit, koud water, douchen, bier, eten, lome benen, lichte spierpijn, de zon in onze huid. Wat een heerlijkheid. Gek genoeg kun je veel intenser van geneugten genieten als je eerst even moet afzien. Waar zullen we volgend jaar eens gaan wandelen? Koos Dijksterhuis Foto: Marijke Wempe

31 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication