Column Ommetjes van 16 kilometer John Jansen van Galen wandelt al zijn hele leven en schrijft daarover artikelen, columns en boeken. Het was het mooiste voorjaar sinds we ons kunnen heugen: wekenlang strakblauwe luchten, de bermen uitbundig vol fluitenkruid en raapzaad. Thuis blijven zou voor mij gelijk gestaan hebben aan een beetje doodgaan, maar een ommetje was door het RIVM toegestaan. Alleen was het openbaar vervoer verboden (of minstens sterk afgeraden) terrein. Het trof eens te meer dat we aan de stadsrand wonen, zodat we de wandelingen van huis uit konden beginnen. Dat heeft zo zijn voordelen, in de eerste plaats dat je geen tijd verliest met reizen (al heb ik daar geen hekel aan), in de tweede plaats dat je je eigen omgeving nog beter leert kennen. Die kende ik al redelijk, maar nu nog beter: de weidsheid van Waterland, het veenweidegebied van het Twiske, de groenstroken langs de A10. Of het IJ over naar de Diemer Vijfhoek en fort Durgerdam. Voor het eerst namen we proviand mee. Dat deden we nooit, het was leuker om ergens op een terras café iets te eten en te drinken, en zo we geen horeca vonden was er voor ons nog geen man overboord. Maar nu waren alle cafés dicht en ik moet zeggen: koffie drinken uit de thermoskan en een broodje eten op de bloesemende oever van een poldervaart is ook aantrekkelijk. Jammer was dat de mooiste paden door de weilanden afgesloten bleken. Want wat er ten gevolge van corona ook is afgelast, het broedseizoen niet. Enfin, als de crisis nog een paar maanden aanhoudt kunnen we weer dwars door het Varkensland. Na een paar weken waren de wandelroutes die ik kon bedenken wel ongeveer uitgeput. Hoe nu? Andere wandelaars namen eerst de auto, maar wij kunnen geen van beide rijden. De fiets bood uitkomst: met een half uur fietsen waren we in Ilpendam en dan ging het te voet door het Purmerbos, naar Den Ilp of Monnickendam. Op de polderwegen weken we uit, minstens anderhalve meter, voor andere wandelaars en alleen achteropkomend verkeer van toerfietsers stelde ons voor problemen: ze flitsen langs je voor je er erg in hebt en beschikken doorgaans niet over een fietsbel. Maar ik wil daar niet over mopperen: toen ik zelf op een racefiets reed vond ik zo’n bel ook te kinderachtig voor woorden. Per saldo geloof ik dat we in deze lente niet minder maar meer gewandeld dan in andere jaren. Ik heb maar niet bij het RIVM geïnformeerd hoe lang eigenlijk een ommetje is, wij hielden het doorgaans op een kilometer of 16. En nu maar hopen dat het goed afloopt. Want zo niet (dat wil zeggen: als het virus weer oplaait), dan moeten we ons misschien alsnog schuldig voelen dat we niet thuis bleven. John Jansen van Galen Altijd en overal op de hoogte blijven van het laatste wandelnieuws? Volg ons op Twitter en Facebook: wandelkrant te voet @tevoet 54
55 Online Touch Home