2

Pagina 2 Inleiding Voor het zwemmen Voordat u gaat zwemmen, dient u goed ingelicht te zijn over het onderhoud van uw zwembad en zwembadwater. Gewoon kraanwater is weliswaar zwemwater, maar na het eerste maal gebruik niet meer. Door huidvet, talg, zweet en ander organisch materiaal stijgt of zakt de zuurgraad (lees pH). Ook het chloorgehalte fluctueert en zal door middel van een testset in de gaten moeten worden gehouden en eventueel worden gecorrigeerd. Pas op! Pas op voor eventuele chloordampen, niet inademen. Vermijd contact met ogen en huid. Buiten het zicht van kinderen toepassen! Bij het chloreren van zwemwater dient u het volgende in acht te nemen: Het bad mag enkel worden gevuld met leidingwater uit de kraan. Gebruik beslist geen bron- of grondwater, aangezien dit teveel ijzer bevat. Dit zou een verkeerde werking van chemicaliën kunnen veroorzaken. Nadat het zwembad gevuld is: 1. Testen d.m.v. testset, zie pagina 6. 2. Eerst de pH-waarde zo dicht mogelijk bij de 7,4 brengen, zie pagina 3. 3. Shockbehandeling als basischlorering, zie stappenplan pagina 4. Afhankelijk van de weersgesteldheid en het gebruik van het zwembad, dient u regelmatig chloor toe te voegen. Bij langdurige zonneschijn, veel zwemmen en hogere temperaturen dient dit dagelijks te worden herhaald. U kunt er gemakshalve van uitgaan dat bij slecht weer, of bij geen of zelden gebruik van het zwembad, er slechts eens in de drie dagen chloor toegevoegd dient te worden. Enkele tips: Betreed het zwembad altijd met schone voeten (gebruik een voetenbadje) Gebruik geen scherpe voorwerpen in of rond het zwembad. Verwijder regelmatig het vuil van de bodem van uw zwembad. Dit voorkomt algengroei. Gebruik een goede filterinstallatie. Controleer, reinig en vervang het filter op tijd. Duiken of springen is gevaarlijk, dus niet (laten) doen! Laat uw huisdieren niet in het water.

3 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication