0

Toelatingsnummer P 209004 Afgiſtekantoor Antwerpen X Nr. 4 — December 2020 OPENDOEK M A G A Z IN E voor mensen met passie voor theater GE EN RE VOLUTI E, WEL EEN EVOL UT I E F EEDB ACK GE VEN : HOE DOE JE HET GOE D? WA A ROM WE SOMS UIT ON ZE ROL MOE T EN STA PP EN DE R E KWI SI T EUR : “WIE IS IND I ANA JONES ZONDER ZI JN HOED?” Paulien Dewit over de verjonging van je bestuur 1

INHOUD 3 Edito 8 Het Pleidooi 22 De Souffleurs 28 Column 29 Repertoire 31 Cast & crew 4 “Liefhebbers denken vaak: eens in het bestuur, altijd in het bestuur” Studente Paulien Dewit onderzocht hoe je je bestuur kan verjongen 9 Er is leven na de spotlights Waarom we soms uit onze rol moeten stappen 12 Kritiek punt Het verhaal van een ‘Duvel-doet-al’ 13 Niet solo slim, wel slim gespeeld Een gezelschap met een begeleider? De pioniers aan het woord 16 Splitscreen: gestapelde verhalen 18 “Theater kijken is een samenspel tussen hoofd en hart. Maar eerst komt het hart” Feedback geven op een voorstelling: hoe doe je het goed? 20 “Wie is Indiana Jones zonder zijn hoed?” Kunstenaars uit de coulissen: de rekwisiteur 23 Van lijdzaamheid naar begeleiding Feedback geven op de planken 25 Het amateurtheater zit in de lift Kwantiteitstheater 26 Wist je dat? Theater in kritieke toestand 26 13 9 4 COLOFON: Redactieadres: OPENDOEK – Zirkstraat 36, 2000 Antwerpen Tel. 03 222 40 90 – redactie@opendoek.be – www.opendoek.be Directeur OPENDOEK: Joke Quaghebeur Hoofdredacteur: Gilles Michiels Eindredactie en coördinatie: Bianca De Wolf & Stefaan Deleeck Verantwoordelijke uitgever: Joke Quaghebeur p/a OPENDOEK, Zirkstraat 36, 2000 Antwerpen Ontwerp: un’dercast – Layout: Sophie Loomans Coverfoto: © Anneleen van Kuyck – Druk: Bema Graphics Periodiciteit: verschijnt 4× per jaar – Oplage: 12 500 ex. ISSN NR 1377/9478 – Volgend nummer: maart 2021 2

EDITO De kritiek die waardering heet Hoeveel kinderen roepen dat ze later theatercriticus willen worden? Geen enkele, gok ik. De criticus heet weleens een betweter te zijn, de party pooper op het premièrefeestje. “Critici zijn als een eunuch in een harem”, schreef de Ierse theaterauteur Brendan Behan ooit: “Ze weten hoe het gedaan wordt, ze zien het elke dag gebeuren, maar ze zijn niet in staat het zelf te doen.” Ik vind dat nogal negatief gedacht. Voor mij als recensent is kritiek een poging tot betekenisgeving en dus waardering van een theaterstuk. In “evalueren” zit immers value. Niet voor niets krijgen veel theatermakers liever een negatieve dan géén recensie. Ja, kritiek kan een mens kraken, ze kan bot zijn of kort door de bocht – maar een onderbouwde, betrokken kritiek is, hoe afkeurend ook, in de eerste plaats een constructieve daad: ze bewijst dat iemands werk ertoe doet. Daarom bewonder ik het theater om zijn levendige kritische cultuur. Weinig debatten worden zo scherp gesteld als op de bühne. Weinig kunstvormen geven aanleiding tot nationale revoluties. Je zou het die theatermakers met hun eeuwige doen alsof niet nageven, maar zij bij uitstek nemen de wereld serieus. Omdat kritiek gedijt in het theater met zijn dialogen, is ze ook de verantwoordelijkheid van meer dan één persoon. Een kritische houding is niet de taak van de recensent of de regisseur, ze is het fundament onder elk gezond gezelschap. Daarom reist dit themanummer van de speelvloer naar de foyer, van de bestuurskamer naar de lichttafel, met als centrale vraag hoe die confronterende spiegel in elke statie van het theatergebeuren zowel mild als aanmoedigend kan zijn. Dat gebeuren ligt nu stil, zo lijkt het wel. Maar laat dat geen reden zijn om ook de ontwikkeling van je gezelschap te laten stagneren. De tweede golf van de coronacrisis biedt de tijd om onszelf grondiger dan ooit te bevragen en plannen te maken voor de lange termijn. ‘speelhetslim’, zo heet dat verder in dit nummer. Wie zelfkritisch is, vindt altijd en overal speelruimte. GILLES MICHIELS Hoofdredacteur OPENDOEK-magazine Volgend jaar wensen we enkel nog bubbels in ons drankje. Hopelijk kunnen we volgend jaar opnieuw samen theater zien én spelen. WE WENSEN JE EEN HOOPVOL 2021. 3 © Michiel Devijver © Johan Wynants

HOE JE BESTUUR SUCCESVOL VERJONGEN? STUDENTE PAULIEN DEWIT ZOCHT HET UIT “Liefhebbers denken vaak: eens in het bestuur, altijd in het bestuur” ELINE VAN DE VOORDE Als student cultuurmanagement aan de Universiteit Antwerpen kreeg Paulien Dewit een lijst met stages en thesisonderwerpen voorgeschoteld om uit te kiezen. In die lijst: een onderzoeksvoorstel van OPENDOEK dat ze niet kon laten liggen. Zo verdiepte Dewit zich in de verjonging van besturen uit het liefhebberstoneel, op zoek naar de valkuilen en succesfactoren. Voor haar was het geen onbekend terrein, aangezien ze zelf toneel speelt in een vereniging. 4 © Anneleen van Kuyck

Waarom moest dit onderwerp onderzocht worden? Wat loopt er dan mis met de verjonging? Getuigenissen (1) — “Een gegeven dat vaak terugkeert in mijn onderzoek, is dat jonge groepsleden zich niet gehoord voelen. Ze hebben geen aanspreekpunt bij bestuursleden, omdat ze van een andere leeſtijd zijn. Anderzijds zie je dat oudere bestuurders schrik hebben dat hun vereniging wordt opgedoekt als ze niet vernieuwen. Dat is een reële vrees. Er zijn echt wel verenigingen die verdwijnen omdat er geen nieuw bestuur is.” “Over het idee van verjonging doen ook een aantal misverstanden de ronde. Bij de oudere generatie leeſt het idee dat jongeren zich niet willen engageren, geen tijd kunnen vrijmaken, niet matuur genoeg zijn, de verantwoordelijkheid niet aankunnen. De jongere generatie denkt dat de oudere generatie hen geen ruimte wil geven. Het is een mismatch van ideeën. De jongeren gaan soms veel te snel en de ouderen denken dat die jongeren het niet kunnen, maar geven hen vaak de kans niet om zich te bewijzen.” “Nochtans zien we dat, waar de verjonging slaagde, de nieuwe generatie tot veel in staat is, mits een luisterend oor of een helpende hand. Heel veel jonge mensen zitten in jeugdbewegingen waar ze wel een leidende functie opnemen of in een bestuur zitten. Zo’n engagement is misschien niet gelinkt aan amateurtheater, maar de bestuurstaken zijn wel gelijkaardig aan die van een toneelvereniging. Dat wordt vaak miskend. En zo belanden we in een vicieuze cirkel. Als de beide groepen meer met elkaar praten, is er al veel opgelost.” “Ik begrijp dat liefhebbers hun ‘kindje’ graag dichtbij houden. Maar het kan mooie resultaten opleveren als je het artistieke van het zakelijke scheidt.” Waarom blijven mensen zo lang in het bestuur van een toneelvereniging? — “In het amateurtheater wordt te vaak gedacht: eens in het bestuur, altijd in het bestuur. Aan mandaten doen de meesten niet. Soms staat er in de statuten weleens dat het bestuur zichzelf elke vijf jaar moet vernieuwen, maar in de praktijk gebeurt dat te weinig. Ik begrijp dat ook wel. Bestuursleden behartigen hun gezelschap met liefde en willen dat dan ook graag blijven doen. Voor hen zou het een belediging zijn als je na een jaar weer uit het bestuur stapt, hoewel dat vanuit zakelijk oogpunt perfect normaal is.” “Op zich moeten verenigingen niet noodzakelijk elke drie of vijf jaar van bestuur veranderen, maar sommige hebben er echt te lang mee gewacht. Daar worden ze nu mee geconfronteerd, want in een bestuur van vijſtigers, zestigers, zeventigers, soms ook tachtigers, is het moeilijk om twintigers binnen te brengen. Een goede mix van generaties maakt het makkelijker voor jongeren om erin te stappen. Zo vinden ze sneller een aanspreekpunt. Heel wat verenigingen zijn nu te laat. Ze lopen vast en vinden geen jongeren meer.” 5 “We kunnen nog altijd op het oude bestuur rekenen” Eliese Braat - Jeugdtoneelkring EJA (Essen) “Ons gezelschap had een ouder bestuur, met mensen van 30 tot 70 jaar. Zij kregen het gevoel dat ze er niet elke repetitie meer konden zijn en wilden jongere leden met vers enthousiasme aantrekken. Vijf jaar geleden vroegen ze mij en twee andere leden om in het bestuur te stappen. Wij gingen op de vraag in en liepen een jaartje mee alvorens we een functie vervulden. Ondertussen ben ik al drie jaar financieel verantwoordelijke van EJA. Eerst in een bestuur met jong en oud, maar toen steeds meer oudere bestuurders vertrokken, zochten we opnieuw jonge bestuurders aan. Ook zij kregen een jaar of meer inlooptijd. Sinds een jaar is het oude bestuur volledig vernieuwd.” “Achteraf gezien was een overgangsperiode, waarbij we samen de verantwoordelijkheid namen, een uitstekende keuze. Zo kon de verandering stapsgewijs verlopen. Natuurlijk waren er ook strubbelingen: het oude bestuur moest zich soms aanpassen aan vele nieuwe ideeën, al was ook het goed dat ze dat jonge geweld met de beide voetjes op de grond hielden. In elk geval was er veel respect en wilden zij ons ook bewust opleiden om hen op te volgen. Nu is onze groep wel héél jong. Ik ben 24 en al het langst actief in de kring. Het nadeel bij zo’n jong bestuur is dat het vaak een vriendengroep is, waarbij iedereen sneller ja knikt. Een buitenstaander zou wat objectiever naar de dingen kijken. Maar wij hebben wel het geluk dat het oude bestuur niet uit de vereniging is gestapt. We noemen ze onze ‘sympathisanten’ en kunnen nog altijd op hen rekenen.” “Met meer jeugd in het bestuur had onze kringmisschien blijven bestaan” Luca Garcia - De Bietjes (Dilbeek) “Ons bestuur bestond lange tijd uit dezelfde mensen. Het plan om te verjongen kwam twee of drie jaar geleden, ook omdat er meer jonge leden bij ons aansloten, die vertegenwoordiging verdienden. Zo kwamen er verkiezingen, waarbij twee vrienden en ik verkozen werden. We kregen vooral de opdracht om de online aanwezigheid van de vereniging te verhogen.” “Ik bleef er ongeveer een jaar. Ik stopte niet in ruzie, vertrok ook niet uit de vereniging – mijn keuze had te maken met enkele legale verplichtingen die een vzw vroeg, en die ik niet zag zitten. Al bij al had ik toen de indruk dat het vrij goed ging met ons bestuur. Eén van ons drieën bleef erin zetelen als contactpersoon voor de jeugd, die er verder geen stem had. Ik heb het gevoel dat het beter zou gelopen zijn mochten er meer jonge mensen, zoals ikzelf, in het bestuur zijn gebleven.”

Wat is dan de kern van de oplossing? Getuigenissen (2) — “Elke vereniging heeſt natuurlijk zijn eigen verhaal, maar als je het globale plaatje bekijkt, komt het er vooral op aan om elkaar te vertrouwen en goed te communiceren. Dat lost de grootste problemen al op. Belangrijk daarbij is om de zaken niet te bruusk aan te pakken, en de tijd te nemen om de vernieuwing in alle rust te installeren. Tenzij je vereniging een snelle verandering aankan. Iemand zei me: ‘Verjonging moet geen revolutie zijn, maar een evolutie.’ Zowel voor je publiek als je leden is er tijd nodig om te wennen.” Kun je de besturen in het amateurtheater vergelijken met die bij professionele organisaties? — “In het amateurtheater maken de bestuursleden bijna altijd zelf deel uit van hun gezelschap, vooral als vrijwilligers achter de schermen, maar ook als acteurs. Vaak nemen ze alle taken op zich, zowel de praktische, financiële als artistieke kant ervan. Ze vinden het moeilijk om externen toe te laten. Bestuursleden blijven de eindverantwoordelijken, de laatste goedkeuring ligt bij hen.” “Die neiging om alles dichtbij te houden is natuurlijk begrijpelijk: amateurs doen alles met hun hart, voor de meeste bestuursleden is de vereniging hun kindje. Toch kun je je afvragen of die aanpak volgens de regels van goed bestuur is. Zo zie je dat sommige verenigingen de artistieke leiding stilaan uit handen geven. Ze beseffen dat ze vaak in dezelfde potten roeren – een kritiek die ook bij jongere leden terugkomt, die graag out-of-the-box denken en alternatieve ideeën uitproberen. Die besturen installeren dan een artistieke cel, een leesclub, of geven een regisseur carte blanche. Soms levert het mooie resultaten op als je het artistieke van het zakelijke scheidt.” “Twee jaar later is onze vereniging namelijk opgedoekt. Ik ken de details niet, maar miscommunicatie is wellicht een reden. Er waren twee ‘kampen’ ontstaan, die nog altijd niet met elkaar spreken. Het bestuur was niet echt aanwezig in de dagelijkse werking van de vereniging. Het bestuur was een naam: we wisten wie de leden waren, maar niet wat ze deden. Wij kregen nooit uitleg over hun werk en zij moeten het gevoel gekregen hebben dat we niet geïnteresseerd waren. Zoiets hadden we echt wel kunnen oplossen. Vandaag kan ik mijn toneelhobby dus voortzetten, maar helaas niet meer bij onze vereniging. Veel ervaring en knowhow gaan zo verloren. Gelukkig ben ik geen vrienden kwijtgeraakt.” “Verjonging is nodig om innovatie binnen te brengen” Walter Vermeiren - BuurTTheateR (Leuven) “Ons bestuur is zowat de binnencirkel van de organisatie. Daarrond zitten een veertigtal leden met daarbuiten nog een twintigtal freelancers die meehelpen op verschillende vlakken. Onze groep is de laatste zeven jaar verjongd en dus we willen ook het bestuur verjongen. Dat is nodig om innovatie binnen te brengen, en om enkele afscheidnemende bestuurders te vervangen. Via de algemene vergadering hebben we de leden aangesproken en kerngroepen opgezet rond publiekswerking, programmatie, techniek en een leesgroep, telkens onder leiding van een bestuurder. Dat was een goede eerste stap.” “De tweede stap, die naar het bestuur, verliep moeilijker. Enkele jaren geleden werden twee bestuurders vervangen, maar met de nieuwe bestuursleden liep het niet goed. Ze zijn uiteindelijk ook gestopt. Ondertussen zijn er twee nieuwe bestuurders bij gekomen met wie het wel goed loopt. We hadden als ouder bestuur ook tijd nodig om aan te passen, want verandering roept weerstand op. Nu is er respect voor elkaar en ook respect voor wat er vroeger was. Maar er moeten zeker nog nieuwe mensen bij.” “Ik heb als voorzitter altijd geprobeerd om jongere mensen, die het moeilijker hebben in het leven, te betrekken bij de vereniging. Het gaat om een klein aantal mensen die zich engageren en erbij horen, maar minder snel de stap zetten naar het bestuur. Daarom zijn er al niet zo veel kandidaat-bestuurders onder onze leden en nu heeſt ook de coronacrisis ons proces bemoeilijkt. We hebben wel kandidaten op het oog, maar het is lastig om vandaag informele gesprekken te voeren, zoals we dat anders doen. We hopen volgend jaar ons proces voort te zetten.” “Als jong en oud meer met elkaar zouden communiceren, waren al veel problemen opgelost.” © Anneleen van Kuyck 6

© Anneleen van Kuyck De Tien van Paulien 1 Heb vertrouwen in elkaar, ouderen in jongeren en vice versa. Geloof in het engagement en de beste bedoelingen van de ander. 2 Spreek met elkaar. Oudere bestuursleden zeggen al eens: “De jongeren willen niet.” Als ik bij hen pols of ze het hen al hebben gevraagd , blijkt dat ze dat vaak niet hebben gedaan. Je vindt pas nieuwe mensen als je actief op zoek gaat. Spreek hen persoonlijk aan, kijk naar wat ze concreet voor je organisatie kunnen doen. 3 Heb aandacht voor de communicatiekanalen die je gebruikt. Mail, chat of toch de telefoon? Een ouder bestuur zal anders communiceren dan een jong bestuur. 4 Geef je ervaring door, met vertrouwen in de nieuwe generatie. Sommige gezelschappen voorzien een overgangsjaar, waarin nieuwe bestuurders kunnen meelopen. Anderen installeren een adviesraad waarin oudere bestuursleden zetelen. 5 Voorzie doorstromingsmogelijkheden. Het kan handig zijn om bijvoorbeeld een leesclub of adviesraad op te richten, waarbij nieuwe leden teksten lezen of mee beslissen over de rolverdeling. Zo wordt de stap naar het bestuur kleiner. 6 Blok niet meteen nieuwe ideeën af. Soms komen die met veel tegelijk, maar zelden zijn ze oninteressant. Natuurlijk moet je niet in één jaar je vereniging veranderen. Zoek compromissen en pas een deel van die nieuwe ideeën toe. 7 Vraag van bij aanvang een engagement van je leden: achter de bar staan, attributen zoeken… Zo beseffen ze snel dat je vereniging meer inhoudt dan op de scène staan. Ze kennen het engagement dat verwacht wordt van een bestuurder en leren wat er bij de functie komt kijken. 8 Geef elkaar feedback. Ik interviewde een vereniging waar elk bestuurslid door alle andere wordt geëvalueerd. Daarbij wordt gefocust op positieve en negatieve werkpunten. Zo leer je veel van elkaar. 9 Voorzie in je bestuur een mix van jong en oud. 10 Geef jonge mensen verantwoordelijkheid. De Facebookpagina beheren is niet per se een bestuurstaak. Bespreek wat mensen willen doen. Ze moeten fier kunnen zijn op hun taken. 7

HET PLEIDOOI TINE CLAUS In Het Pleidooi bezingt een redacteur van OPENDOEK-magazine een theatergebruik of -tekst die volgens hem of haar dringend vanonder het stof gehaald mag worden. Tine Claus bepleit het stappen uit de eigen comfortzone. Af en toe moet ge eens op uw bakkes gaan. Het is een cliché dat de meesten onder ons al wel eens gehoord of gezegd hebben. Maar is dat zo? Heeſt iedereen er baat bij om buiten de lijntjes te kleuren, ook als je eigenlijk al weet wat voor jou werkt en wat niet? Ik hoorde de leuze al het vaakst tijdens oefenmomenten of repetities. Het zijn de momenten waarop je in een ‘veilige kring’ met anderen aan het best mogelijke toneelstuk of verhaal wil werken. Waarop je ‘out of the box’ denkt en dingen vanuit een ander perspectief bekijkt. Prettig vind ik het meestal niet. Ik denk na over mijn personages. Ik leer hen kennen, het worden vrienden of vijanden. Dikwijls steek ik er iets van mezelf in, of net dat wat ik niet ben. En dan zegt er iemand doodleuk: “Probeer het nu eens anders?” Toen ik tijdens de les vertellen verplicht mijn hand in het achterwerk van een buikspreekpop moest steken en een kinderverhaal moest improviseren, wist ik al op voorhand dat ik daar geen zin in had. Ik vertel niet voor kinderen. Ik verkleed me niet. Ik gebruik geen attributen. De hele oefening draaide om alles wat ik niet deed. En toch heb ik er een paar dingen van opgestoken. Ten eerste, dat het moeilijker is dan het eruit ziet. Ten tweede, dat ik echt nooit ga vertellen met een pop. En ten derde, dat consistentie heel belangrijk is bij het gebruik van stemmetjes. Hoewel ik op het eerste gezicht niet van die andere aanpak hield, bood hij wel een waardevolle oefening voor mij. Ik leerde bijvoorbeeld dat ik mijn personages graag een kenmerkende lichaamstaal en plaatsing op de scène geef, omdat ik consistent stemgebruik erg moeilijk vind. Zo valt er wel iets voor te zeggen om eens iets helemaal anders te doen dan wat je eerst in gedachten had. Misschien leer je je personage op een andere manier kennen. Neem nu Assepoester. Doorloop het verhaal eens alsof ze enkel naar het bal wou voor de likes op Instagram. Of dat ze een clean freak is, die niets liever doet dan een hele dag op haar knieën vloeren schrobben. Misschien was Assepoester op zoek naar de prinses van haar dromen, en vond ze het vervelend dat het de prins was die haar schoentje gevonden had. Zullen die ideeën allemaal werken? Waarschijnlijk niet. Maar je kent jouw Assepoester wel iets beter omdat je de mogelijkheden hebt overwogen. Daarom is het ook belangrijk om je eigen creatie eens vanuit een ander standpunt te bekijken. We spelen dikwijls dezelfde rol of vertellen hetzelfde verhaal, omdat we daar goed in zijn en ons publiek ons op die manier apprecieert. Maar wie op veilig speelt, zal achteraf nooit kunnen zeggen of het niet ook beter had gekund. Wie op veilig speelt, zal achteraf nooit kunnen zeggen of het niet ook beter had gekund. Daarvoor moet je tijdens een repetitie risico’s nemen. Je moet luisteren naar suggesties en je volledig smijten op een manier die niet bij je past. Soms heb je geluk en komt er iets moois uit. Soms schiet iedereen in de lach. En soms volgt er een ongemakkelijke stilte omdat het superflauw was. Dan ben je eens goed op uw bakkes gegaan, maar heb je op zijn minst geleerd wat niet werkt 8

ER IS LEVEN NA DE SPOTLIGHTS Waarom we soms uit onze rol moeten stappen FRANK WERTELAERS Er is leven na de spotlights, bij uitstek in het theater. Frank Wertelaers ontdekte in het improvisatiecircuit hoe hij ook in een andere rol dan op de scène zijn creatieve ei kwijt kon. Wat als je je gezelschap zich zo organiseert, vraagt hij zich af, dat je leden zelf van rol wisselen? Ik wil jullie even meenemen naar wat al zo lang geleden lijkt. Wie herinnert zich nog het volgende scenario? Ergens in de loop van het jaar kom je samen met je groep om te beslissen welk stuk je de volgende periode zal spelen. De rollen worden verdeeld en dan beginnen jullie wekelijks te repeteren. Afspraken en agenda’s worden vastgelegd. Een aantal creatieve vergaderingen leiden tot een podium- en lichtontwerp. Iemand ontwerpt een affiche, die vervolgens gedrukt en verspreid wordt. Ook digitaal maken we al onze vrienden en fans warm voor deze voorstelling. De kaarten gaan in voorverkoop. En dan, na maanden hard labeur, is het bijna zo ver: de première. Een laatste keer het decor inspecteren, de kostuums aantrekken, schminken. We horen het volk binnenkomen in de foyer. Sommigen moeten nog enkele kaarten afrekenen. Het heerlijke geroezemoes, een blij weerzien, anticipatie op wat gaat komen. Door een kier in het doek zien we het publiek de plaatsen innemen. De cue wordt gegeven, het zaallicht dooſt, het doek schuiſt open, de spots gaan aan en… actie! Enige tijd later buigen we voor het dankbare publiek en nemen we hun welwillende applaus in ontvangst. Moe maar voldaan kleden we ons om en trekken we naar de bar om bij een drankje na te praten over de voorstelling. 9 Ondertussen wordt de zaal alweer in orde gebracht voor de volgende voorstelling. Daar op het podium, in de spotlights, dat is toch dé plek waar elke artiest wil staan, telkens weer… Nicola Dotti zag dat het goed was, dat ‘zijn’ vereniging onder andere vleugels verder zou kunnen vliegen. Vanaf nu zou hij fan nummer één worden. Of niet. Soms begint het te knagen. Jouw vereniging heeſt haar eigen stijl, een vast publiek, een vast stramien aan voorstellingen, jaar in jaar uit. Het gevoel bekruipt je dat er wel eens iets nieuws mag komen, maar je zit vast in een rol. Herkenbaar, niet? 'Nachtwake' - Theater Krakeel © Jean-Pierre Fack

NIEUWE ROLLEN Afgelopen lente maakte Nicola Dotti, de oprichter, bezieler en spelertrainer van het Brusselse improvisatiegezelschap Impro for Dummies (tegenwoordig Impro Brussels) via een video bekend dat hij een stap terug zette en de groep in de deskundige handen van de nieuwe ploeg zou laten. Dotti’s aſtreden prikkelde me. Waarom treedt iemand op vrij jonge leeſtijd (eind 30) uit de spotlights van een gezelschap dat hij vanuit het niets heeſt opgebouwd, terwijl hij net nu de vruchten van zijn arbeid hoort te plukken? Het antwoord dat Dotti me gaf, klonk even simpel als logisch: hij zag dat het goed was, dat ‘zijn’ vereniging onder andere vleugels verder zou kunnen vliegen. Vanaf nu zou hij fan nummer één worden en genieten van alles wat er nog op de planken kwam. En natuurlijk kon hij altijd geraadpleegd worden om zijn ervaringen te delen. De opvallende beslissing zette me aan het denken over mijn eigen traject. Aangezien de speelmomenten voor acteurs in het improvisatietheater zeer beperkt zijn, was ik door de jaren heen zelf al op zoek gegaan naar andere rollen. Omdat improvisatieacteurs meer met techniek bezig zijn dan met rollen (teksten, dat kennen we al helemaal niet), is het ideaal om bij meerdere groepen te gaan, maar in dit artikel laat ik dat even buiten beschouwing. De eerste, logische stap was om zelf de oefensessies te gaan leiden. En van daar was het slechts een kleine stap om de rol van MC (Master of Ceremonies) op mij te nemen. Een MC is, kort door de bocht, verantwoordelijk voor het aan elkaar praten van de voorstelling, de sfeer zetten voor het publiek en beperkte regiekeuzes maken op het podium. Het artistieke beleid en ten slotte een bestuursfunctie waren mijn volgende rollen. Objectief gezien is dit een vrij logisch traject, maar het was eerder per toeval dat ik echt mijn favoriete plek vond: achter het lichtpaneel. Bij mijn eerste ervaring als licht-improvisator zette ik een speelster na tien seconden in het donker waardoor, de facto, de scène afgelopen was. LICHT-IMPROVISATOR Mijn eerste ervaring was toen ik tijdens een evenement gevraagd werd om plaats te nemen achter het mengpaneel om de belichting te verzorgen voor een aantal professionele acteurs. Impulsief zette ik een speelster na tien seconden in het donker waardoor, de facto, de scène afgelopen was. Spelers en publiek vonden het geweldig. Zo ontdekte ik dus de magie van geïmproviseerde lichtregie. In tegenstelling tot theater met een vast script moet je bij improvisatietheater helemaal mee in het spel om de juiste lichtkeuzes te maken, de scène te ondersteunen of soms gewoon te sturen. Pas later ontdekte ik dat men in meer mature improvisatiekringen spreekt van een lichtimprovisator (en bij uitbreiding ook van een muziekimprovisator). Het zijn spelers die toevallig niet op het podium staan. (Ter info: terwijl de actrice een appel plukkend meisje dacht uit te beelden, had ik een meisje gezien dat een lamp uitdraaide) Plots zag ik nog meer voorbeelden van mensen met liefde voor de kunst die niet per se de drang voelen om altijd op het podium te staan. Sommigen vinden na een tijd verlossing in het regisseren, anderen engageren zich vanuit een passie voor cijfers of technische hoogstandjes om elke voorstelling hun sterkte in te zetten om tot het beste resultaat te komen. Sommigen vinden zelf dit pad, anderen haken soms helaas af. Daarom is het een goed idee om zo’n vervolgtraject te faciliteren vanuit de vereniging. Want zoals het spreekwoord "verandering van spijs doet eten" al aangeeſt, is verandering goed om zuurstof in de vereniging te krijgen. Vele gezelschappen hebben al de meest logische weg gevonden en zijn met een nieuwe regisseur gaan werken. Nieuw bloed aanwerven is ook een mogelijkheid en een voor de hand liggende oplossing. Multidisciplinair werken kom je ook al eens tegen op de Vlaamse podia. De Linde - De zevende zonde © Gaston Cools - Iris Lembeek 10

Landjuweelfestival 2012 © Katleen Clé ORGANISEER JE EIGEN DYNAMIEK Maar het hoeſt niet altijd van buitenaf te komen. Werken met externen kan wonderlijke resultaten opleveren, maar het blijſt vaak een beetje onzeker of de klik er wel komt, zowel artistiek, organisatorisch als persoonlijk. Daarom dit pleidooi om ook eens binnen de eigen rangen naar het onontgonnen potentieel te zoeken. Wat als je je zo organiseert dat iedereen op den duur vanzelf een andere rol opneemt? Een voorbeeldwerking zou er als volgt kunnen uitzien. 1 Een permanent bestuur (maximum drie mensen, voor maximum vijf jaar): verzekert de continuïteit en faciliteert de algemene werking technisch en administratief. 2 Een creatief jaarbestuur (elk jaar drie anderen): deze mensen zijn volledig verantwoordelijk voor de artistieke invulling, het kiezen van de stukken, wie de regisseurs zullen zijn. Een goede samenstelling van het creatieve team houdt rekening met alle aanwezige leeſtijden (een mix van jong en oud, ervaren en minder ervaren). Dit team wordt het best ook al minstens een half jaar voor de start aangesteld, zodat de leden voldoende tijd hebben om te brainstormen en de juiste mensen te zoeken. Beschouw het ook als een missie om eigen talent te cultiveren en te laten groeien. Stuur bijvoorbeeld een lid van het gezelschap uit om een regiecursus te volgen, en laat hem/haar dan ook een stuk regisseren. 11 Een gezelschap waarin de leden geregeld van rol wisselen, bevordert de appreciatie voor taken die vaak onder de oppervlakte verborgen blijven. De voordelen van deze werkwijze zijn legio. De jaarlijkse shiſt in de focus zorgt voor nieuwe impulsen, waardoor geen enkel jaar nog een kopie zal zijn van het vorige. Dat de termijn ook een einddatum heeſt, maakt de motivatie sterker. Een ander positief effect is de toenemende appreciatie voor taken die vaak onder de oppervlakte verborgen blijven, zoals repetities plannen of de website onderhouden. Ten slotte ontstaat er vanzelf kennisdeling, wat ook de continuïteit van de vereniging waarborgt en de betrokkenheid verhoogt. Zo kan één plus één meer dan twee zijn.

KRITIEK PUNT Het verhaal van een ‘Duvel-doet-al’ KRISTEL DE VREESE Er zijn van die momenten waarop je de negatieve kritiek echt niet kan hebben. Je hebt een ‘kritiek punt’ bereikt en één woord kan dan te veel zijn. Maar net op zo’n punt kan positieve feedback je de vleugels geven om die extra mijl te gaan. Er is kritiek die kwetst en kritiek die kracht geeft: op één theateravond ervoer Kristel De Vreese ze allebei. Ik had altijd al een passie voor theater, dans en zang, met een kleine voorliefde voor musicals. Maar van thuis uit was 'cultuur' een verboden terrein – we waren met zes en als derde spruit moest ik na mijn middelbare school meteen gaan werken. Nochtans ben ik aan de kunstacademie altijd met cultuur bezig geweest, zowel beeldende kunst als zang en muziek. Meer dan eens speelde ik ook mee in schoolvoorstellingen. In de laatste tien jaar heb ik veel negatieve maar ook positieve kritiek gekregen. Negatief is natuurlijk wat je het meest bijblijſt en ook wat je het meest kan raken. Maar ik leer eruit en trek me liever op aan het positieve. Toen zei ik: “Wel, nu doe ik niets meer. Los het zelf op. Mocht ik een Duvel hebben, ik zou op mijn gat gaan zitten en die Duvel opdrinken.” De vervloekte decorwissel Zo weet ik nog dat we ooit, met onze jeugd- en volwassenenwerking zij aan zij, een massaspektakel op poten zetten. De persoon die het stuk schreef, regisseerde en choreografeerde, was ook de 'trekker' bij de jeugdwerking waar ik doorgaans actief was. Om haar te helpen, zou ik ‘madame cour’ zijn: ik moest souffleren en ervoor zorgen dat iedereen langs de courkant tijdig op het podium stond. Maar uiteindelijk deed ik veel meer en werd ik ook regie- en choreografie-assistent. Naast mijn vaste job spendeerde ik uren aan het uitpluizen van de juiste kleding en attributen uit de verschillende periodes, de ondersteuning bij kleding en kapsels, het uitdokteren van de openingsact en het oplossen van allerlei problemen. Eén probleem bleef maar aanspelen: een decorwissel, die maar niet wilde lukken. Tijdens de pre-generale repetitie zit ik dus klaar aan ‘mijn’ kant en ontbrak op een gegeven moment een acteur die op moest. Het was een heel intense week geweest en iedereen liep op de toppen van zijn tenen. Niemand wist waar hij was, dus liep ik naar de loges, die zowel op zolder als in de kelder gelegen waren. De acteur in kwestie bleek helemaal naar boven te zijn gegaan. 12 Herman Waterschoot en Kristel De Vreese Van de hel naar de hemel Ondertussen had de fameuze 'wissel' plaats gevonden en die was wederom niet gelukt. Kom ik dus toe achter de coulissen en hoor ik de voorzitter zeggen: “Waar is madame cour? Die moet wel op haar plaats blijven staan hé, en niet gaan lopen.” Ik was op dat moment in alle staten want had al de meeste problemen in het hele stuk opgelost. Zelfs de acteurs kwamen bij mij om raad te vragen en hun zegje te doen, omdat de regisseur geen tijd nam voor hen. Toen zei ik: “Wel, nu doe ik niets meer. Los het zelf op. Mocht ik een Duvel hebben, ik zou op mijn gat gaan zitten en die Duvel opdrinken.” De spelers in de coulissen gaven me groot gelijk. Meer zelfs: nog geen vijf minuten later komt één van hen naar mij mét... een Duvel. “We weten hier allemaal wat jij hebt gedaan voor dit stuk én voor ons”, zei hij. “Zonder jou was dit nooit goed gekomen. Drinkt uwen Duvel op uw gemak uit en ga er dan weer tegenaan. Je bent een topper!” Ik heb mijn Duvel leeggedronken en deed opnieuw voort. Na die opvoering heb ik de decorwissels met de decorploeg bekeken en daags nadien, tijdens de generale, lukten die perfect. De dankbaarheid die ik toen én nu van de spelers en mensen achter de schermen krijg, staan in mijn geheugen gegriſt. Daarom hoef ik ook niet in de schijnwerpers te staan. De warmte en gemoedelijkheid zijn me veel meer waard. Deze vereniging is voor mij geen succesverhaal geworden, maar ik trek me op aan de mooie mensen en momenten. Voor altijd in mijn hart… Kai Van Dessel (links) © Johan Wynants

Een gezelschap met een begeleider? De pioniers aan het woord NIET SOLO SLIM, WEL SLIM GESPEELD BERNARD SOENENS De trajectbegeleiders van OPENDOEK bieden je gezelschap diepgaande ondersteuning op bestuurlijk, productioneel of artistiek vlak. In 2020 gingen de eerste groepen de uitdaging aan. De reacties bij gezelschappen en begeleiders stemmen hoopvol: “Door zijn ervaring ziet een begeleider de valkuilen van een traject.” Een toneeltekst ontlenen, een gastregisseur zoeken of een coach vragen die enkele repetities of een voorstelling bijwoont en vrijblijvende feedback geeſt. Als theatergroepen bij OPENDOEK aankloppen, was het tot nu vooral voor kortetermijnacties. Sporadisch sta je als theatergroep voor een probleem of een noodzaak die verder reikt dan de eerstvolgende theaterproductie. Dat bleek alvast uit een bevraging van OPENDOEK in 2018 maar ook uit de eerste negen aanvragen voor trajectbegeleiding. Stel bijvoorbeeld dat je gezelschap een terugval in zijn publiek ziet, en een doorlichting van de volledige publiekswerking wil maken. Of dat je graag uit je comfortzone wilt treden en een nieuw theaterconcept voor je groep wilt uitwerken. Maar evengoed is je communicatiestrategie of je volledige groepswerking aan een grondige doorlichting toe. Je kunt niet van ieder theatergezelschap verwachten dat het weet hoe zoiets aan te pakken. Mogelijks vind je een gids of klankbord in een externe begeleider. Sinds dit jaar stelt OPENDOEK zo iemand kosteloos beschikbaar. Hoe gaat het in z’n werk? Als een groep zijn probleemstelling, het te bereiken doel en zijn noodzaak aan begeleiding formuleert, zoekt OPENDOEK in samenspraak uit hoe een geschikt traject eruit zou kunnen zien. Een begeleider, met professionele expertise in het vakgebied, wordt aangesteld om vanaf de zijlijn tools aan te reiken, zonder eindbeslissingen te nemen. Daarbij is er ook aandacht voor de dynamiek en de ‘klik’ tussen gezelschap en begeleider. Het traject maakt ruimte voor dertig contacturen tussen de beide partijen, een goede verstandhouding is dus noodzakelijk. 13 'Ten oorlog' - Gardavoe © Tim De Backer

Een Gentse fusie In Gent behoren de gezelschappen Krakeel, de WAANzin en Trac tot de pioniers van de trajectbegeleiding. Bij de OPENDOEK-bevraging in 2018 maakten zij al gretig werk van hun toekomstplannen. Hun diagnose was dat in dezelfde omgeving te veel toneelgroepen actief zijn, waardoor die elkaar dood concurreren. Aangezien de drie al jaren samenwerkten voor open vergaderingen, co-producties en het uitwisselen van acteurs en regisseurs, groeide de gedachte dat het weleens tot een fusie kon komen. “Die nood stelde zich concreter na het wegvallen van de provinciale subsidies en de noodzakelijke renovatie van de theaterzaal van Krakeel”, vertelt Dirk Crommelinck van de WAANzin. “Een zwak punt is dat de trekkers van de drie groepen schaars zijn en een dagje ouder worden”, beseffen ook Regi Wietendaele en Ada Christiaens van Krakeel. Als we vertrekken van een gemeenschappelijke visie, kan een fusie tot een nieuwe groep ons versterken.” Het totaalspektakel van Gardavoe Ondertussen zijn de eerste trajecten al opgestart. Zo zocht Compagnie Gardavoe uit Aalst externe expertise voor zijn tweejaarlijkse totaalspektakel. In 2018 was het gezelschap al aan de slag gegaan met de originele versie van Tom Lanoyes klassieker ‘Ten Oorlog’, gespeeld boven en in de Spiegelvijver van het Aalsterse stadspark. In september 2021 wil Gardavoe opnieuw een klepper opvoeren: ‘AENEAS // de wapens en de man’, naar het heldendicht ‘Aeneis’ van Vergilius. De bewerking van Koen Boesman brengt het epische verhaal van een man die eigenlijk geen held is, dat tegen wil en dank toch moet worden en er dan volledig in doorschiet. Tweejaarlijks een totaalspektakel maken, mét een massa uitvoerders uit verschillende disciplines, op een unieke locatie voor een ruim publiek? Dat is geen sinecure en vraagt om een hele hoop samenwerkingen: tussen professionelen en liefhebbers, tussen de culturele en sociale sector, met scholen en academies, bedrijven en de stad. Dat Gardavoe daarin wil slagen, leidt geen twijfel. Als unieke locatie koos het gezelschap voor een leegstaande elektriciteitscentrale, die gedeeltelijk als erfgoed beschermd is. Een groter knelpunt was inhoudelijk: hoe confronteer je het publiek met de onderwereld waarin Aeneas vertoeſt? Hoe verbeeld je dat in de ruimte en hoe kunnen de personages in zo’n onderwereld bewegen? Gardavoe zag een oplossing in de samenwerking met een choreograaf en een scenograaf. Zij kunnen uitzoeken hoe de ruimte te gebruiken en de beweging van de personages daarop af te stemmen. OPENDOEK zocht het juiste duo en kwam uit bij choreograaf Katja Pire en scenograaf Ief Spincemaille. Het duo zag in de opdracht een aantrekkelijke uitdaging. Het gezelschap kende hen nog niet, maar was bij de kennismaking meteen gecharmeerd door hun enthousiasme. Uitkijken dus welke mogelijkheden Pire en Spincemaille het artistieke team zullen aanreiken. 'Alice in Wonderland -Theater Trac © Jerroen Willems 14 Eerst was er toch enige weerstand tegenover externe begeleiding, geeſt Crommelinck toe. Maar de loyaliteit van de leden aan hun eigen groep bemoeilijkte de fusieplannen. Zo vroeg Krakeel zich af hoe de renovatie van zijn theaterzaal in een fusie gefinancierd zou worden. Een heikel punt was ook de artistieke ambitie: de ene groep pleitte bijvoorbeeld voor topproducties, waar anderen de focus liever legden op diversiteit en spelplezier. Zonder een externe begeleider met enige autoriteit geraken zulke vragen moeizamer opgelost. 'They Shoot Horses, Don't they' - coproductie Theater de WAANzin, Theater Trac en Theater Krakeel © Johan Blomme 'Ten oorlog' - Gardavoe © Tim De Backer

'They Shoot Horses, Don't they' - coproductie Theater de WAANzin, Theater Trac en Theater Krakeel © Johan Blomme De meerwaarde van een begeleider En dus stelde OPENDOEK zes namen voor, waaruit de groepen Patrick Allegaert kozen: een bekend figuur in de Gentse cultuursector, met uitstraling, autoriteit en ervaring in fusietrajecten, die groepen bovendien persoonlijk kent. Na de eerste (online) bijeenkomst zijn er meteen lovende reacties voor de begeleider. “Patrick Allegaert is een geknipte moderator. Hij is neutraal, heeſt een zekere afstand, luistert aandachtig en werkt gestructureerd”, bevestigt Ada Christiaens. Allegaert heeſt evenveel lof voor de motivatie van de drie groepen: “Iedereen ziet op alle vlakken een meerwaarde in een fusie en dat is een sterke basis voor het traject. Uit mijn ervaring met andere fusietrajecten weet ik echter dat er valkuilen zijn. Ik ken de hete hangijzers van een organisatie. Daar ben ik op voorbereid. Mijn rol is om het gesprek zo goed mogelijk te sturen en alle aspecten van een fusie te behandelen – ook de emotionele kant, zoals de gehechtheid aan de eigen groep. De meerwaarde van een externe begeleider zit in het uitpraten van de verschilpunten en het verhelderen van de voor- en nadelen van een fusie, in het besef dat zo’n operatie misschien ook niet kan lukken.” “Ik hoop dat er in de maandelijkse sessies, plenair of in kleine groepen rond specifieke items, ritme zit”, vervolgt Allegaert, “zodat we stappen vooruit zetten en de volgende zomer kunnen landen. De Gentse groepen voelen zich sterk, maar beseffen dat ze sterker worden door te fuseren. De wil is er, maar het is wijs om omzichtig te zijn, want de gevoeligheden kunnen nog boven komen. Het komt erop aan ze dan te formuleren en een consensus te bereiken.” De trajecten in Aalst en Gent hebben nog een lange weg te gaan. Het resultaat is misschien onzeker, het enthousiasme en het engagement zijn er wel al. Dat dit denk- en doeproces diep op hun werking zal ingrijpen – dáár zijn de groepen van overtuigd. Met deze trajectbegeleiding hebben ze voor duurzaamheid gekozen, en duurzaam duurt het langst. 15 SPEELHETSLIM Talentontwikkeling Zelf ondersteuning aanvragen? Onder het motto ‘speelhetslim’ biedt OPENDOEK gezelschappen de mogelijkheid tot talentontwikkeling. Dit heeſt twee luiken: theateradvies en trajectbegeleiding. Doe je aanvraag op de OPENDOEK-website: www.opendoek.be/talentontwikkeling. Meer info via speelhetslim@opendoek.be Theateradvies Een theateradviseur komt naar een repetitie of voorstelling en geeſt feedback of verwijst je door naar coachings en andere diensten van OPENDOEK. Het gezelschap maakt daarna een verslag op om te checken welk effect de coaching gehad heeſt. Je kan als groep éénmaal per theaterseizoen gratis een theateradviseur aanvragen. Trajectbegeleiding Je groep heeſt een probleem of wil een grondige verandering bewerkstelligen. Dat vergt een diepgaand en langdurig proces, waarbij een begeleider met expertise ter zake je kan bijstaan. Vraag trajectbegeleiding bij OPENDOEK gratis aan voor maximaal 30 contacturen.

SPLITSCREEN Amina Belôrf schrijſt proza en poëzie. In 2020 debuteerde ze met ‘Zonder het licht te breken’. Momenteel tourt ze rond met de voorstelling 'Atlas-Antwerpen (retour)' waarin ze met beeld en muziek de levenswandel van haar vader schetst. 'VAIZDA 2.0' van Theater Filet Puur © Marne Peters 16

LESBOS GESTAPELDE VERHALEN Een strand bezaaid met zwemvesten aangemeerde mensenlevens horizontaal, verticaal poogden in krampachtige choreografieën een thuis te vergeten, hun hart vaarwel om op zee met de dood in dialoog te gaan. Gehavende en uitgegomde levens leven naast elkaar gestapelde verhalen lijven en afvalbergen mensen zonder verpakking scheuren, schreeuwen wanneer ze de woeste wateren van de middellandse zee om luwte smeken. Europa danst op zijn eigen massagraf. 'Rhinoceros' van Toneelatelier Aalst © Alain Vanhove 17

'Celibaat' - Politika © Dieter Bevers FEEDBACK GEVEN OP EEN VOORSTELLING: HOE DOE JE HET GOED? “Theater kijken is een samenspel tussen hoofd en hart. Maar eerst komt het hart” ANN PALMERS Het overkomt ons allemaal wel eens. Je gaat naar een stuk kijken en achteraf in de foyer komt de vraag: wat vond je ervan? Jij geraakt niet verder dan “Goed” of als het tegenviel “Wel speciaal”, gevolgd door een ongemakkelijke stilte, waarop we snel overgaan tot “Iets drinken?”. Hoe geef je zinvolle feedback op een voorstelling? Een gefundeerde mening opbouwen over een theaterstuk én die verwoorden bij de betrokkenen: het is een hele opgave. Wij gingen te rade bij vier specialisten: Charlotte De Somviele (De Standaard, Etcetera) en Evelyne Coussens (De Morgen, rekto:verso) zijn doorwinterde theaterrecensenten, Anton Segers is leerkracht acteren en regie aan de Stedelijke Academie van Lier en Poppe Boonstra regisseert het Collectief Theater Hart. Ga onvoorbereid en stel je open Charlotte De Somviele benadrukt dat we als toeschouwer het best onvoorbereid naar een voorstelling gaan. “Ga binnen zonder oordeel en lees niet te veel informatie over het stuk in het programmaboekje. Kijk naar wat je ziet en probeer het niet te rationaliseren. Elke voorstelling heeft zijn eigen waarheid los van wat de maker erover vertelt.” Evelyne Coussens treedt haar bij: “Ik vind het problematisch hoe 18 sommige cultuurhuizen een volledige analyse van het stuk op voorhand meegeven. Zo laat je geen ruimte voor je eigen beleving.” THEATERDOCENT ANTON SEGERS: “Als je enkel kijkt vanuit je analytische geest, bestaat het gevaar dat je te afstandelijk en te kritisch kijkt.”

Wees je bewust van je denkkader “Een inleidende tekst kan wel helpen om te zien in welke context je een stuk moet plaatsen”, vindt Poppe Boonstra. Hij vindt het vooral belangrijk dat we onze eigen conditionering kwijtraken. “Ik maak fysiek theater omdat de taal van het lichaam universeel is. Van daaruit ben ik op zoek gegaan naar een ultieme theatertaal die spelers van mijn multiculturele theatergroep en toeschouwers begrijpen. Dus als ik naar teksttheater ga kijken, moet ik dat loslaten en ervaren wat dat stuk met me doet. Je eigen visie kan je ervan weerhouden te ontvangen wat iemand je wil vertellen.” “Kunst is geen wiskunde,” zegt De Somviele. “Ze laat zich eerst en vooral ervaren. Wees je dus bewust van je eigen perspectief als je feedback geeft.” RECENSENTE CHARLOTTE DE SOMVIELE: “Wees je bewust van je eigen perspectief als je feedback geeft.” Vertrouw op je intuïtie Maar op dat eigen perspectief mogen we wel vertrouwen, vindt De Somviele. “Ik hoor vaak mensen die niet professioneel bezig zijn met theater zeggen dat ze eraan twijfelen of ze wel goed begrepen hebben wat de maker bedoeld had. Vertrouw de betekenis die jij geeft aan wat je gezien hebt!” “Er is geen goed of fout in wat er voor jou gebeurt tijdens een voorstelling om daar zinnige uitspraken over te doen,” stelt Coussens. “Ik zeg altijd tegen mijn studenten dat theater kijken een samenspel is tussen hoofd en hart. Maar het hart komt altijd eerst. De meeste mensen stoppen met feedback geven bij ‘het was mooi’ maar als je je ook afvraagt waarom iets gewerkt heeft of niet krijg je meer inzicht in het maakproces.” Anton Segers vergelijkt die gespletenheid tijdens het kijken als ‘Dr. Jekyll and Mr. Hyde’ die we beide in ons hebben. “Als je enkel kijkt vanuit je analytische geest, bestaat het gevaar dat je te afstandelijk en te kritisch kijkt. Dan mis je het directe effect van een voorstelling. Anderzijds, als je je te veel laat meeslepen door je emoties en enkel voelt wat er gebeurt, wordt het moeilijk om achteraf te verwoorden wat je gezien hebt.” Laat een voorstelling indalen Net die vertaalslag van een kijkervaring naar een zinvolle kritiek is zo moeilijk. Wie niet weet waar te beginnen, kan altijd inzoomen op deelaspecten van een stuk, gelooft De Somviele: “Je kan aansluiting vinden door een vraag te stellen over de muziek, de kostuums of het gebruikte decor. Of linken leggen naar andere kunstvormen die je misschien beter kent, zoals beeldende kunst of poëzie.” “Ik adviseer mijn studenten meestal zich te laten meeslepen tijdens het stuk en achteraf pas na te denken”, zegt Segers. “Bij een goed stuk is de beleving intens. Dan ben je het eerste halfuur na de voorstelling nog betoverd en kan je nog geen afstand nemen die nodig is om een goede analyse te maken. Dus wacht daarmee. Soms duiken er dagen nadien nog beelden op. Waarom is een bepaald beeld blijven hangen? Hoe stonden de spelers op dat moment? Was er oogcontact of net niet? Hoe gebruikten de acteurs hun lichaamstaal?” Daarom vindt Boonstra een nabespreking meteen na de voorstelling niet altijd raadzaam. “Bovendien is er een verschil tussen ‘Wat heb ik gezien?’ en ‘Wat vind ik ervan?’ Mijn houvast om iets over een voorstelling te zeggen is: geloof ik het of niet?” Ga in dialoog Achteraf wel de moeite waard, is een gesprek met de makers. Coussens: “Ga in dialoog. Vraag waarom de regisseur met dit onderwerp aan de slag is gegaan, waarom de makers bepaalde keuzes hebben gemaakt. Wees niet bang om te zeggen dat je het niet begrepen hebt. Als je merkt dat je tijdens een stuk op je horloge kijkt, dan is er iets mis. Bij kindertheater heb ik het al meegemaakt dat ze tijdens de voorstelling gingen rechtstaan en ‘da-ag!’ riepen naar de acteurs. Dan moet je je afvragen wat je kan bijsturen.” 19 Ook Segers vindt een dialoog met de makers heel nuttig. “Let wel op dat je niet te ver afdrijft van het medium theater zelf. Blijf jezelf afvragen of de communicatie tussen de maker en de toeschouwer werkte.” REGISSEUR POPPE BOONSTRA: “Mijn houvast om iets over een voorstelling te zeggen is: geloof ik het of niet?” Lees meer recensies Tot slot raadt De Somviele ons aan om meer recensies te lezen, om het eigen kijken en het verwoorden van kritiek aan te scherpen. “In de jury van Het TheaterFestival kijken we bijvoorbeeld naar drie criteria: het ambacht zelf, of het stuk dus technisch goed in elkaar zit, de maatschappelijke urgentie en de artistieke noodzaak waarmee iets gemaakt is.” Segers heeft daar bedenkingen bij: “Recensies kunnen inderdaad helpen om je eigen standpunten beter te leren formuleren. Maar mijn indruk is dat recensenten vaak boven de hoofden van de doorsnee toeschouwers schrijven. Ze kijken vanuit hun uitgebreide ervaring te veel als kenner naar voorstellingen, waardoor ze minder snel verrast worden. Zo wordt de originaliteit in de vorm van een stuk vaak als criterium gebruikt, terwijl dat voor het gros van een publiek niet uitmaakt.” Dat wil Coussens toch nuanceren: “Een recensie is niet dé waarheid maar een doorwrochte analyse van iemand die zich verdiept in de materie. Vergelijk het met het leren van een taal. Hoe meer je in die taal leest en begrijpt, hoe sneller je de codes kan kraken. Het einddoel van een recensie moet altijd zijn om lezers bepaalde manieren aan te reiken om naar een stuk te kijken. We geven ook nooit de boodschap “Ga niet kijken.” De sterren die bij een recensie worden vermeld, vindt dan ook elke recensent, zonder uitzondering, verschrikkelijk. Dat is consumentenadvies en dat staat haaks op wat wij als journalisten willen doen.”

Koninklij ke Toneelgilde Sint-Lutgardis KUNSTENAARS UIT DE COULISSEN De rekwisiteur: “Wie is Indiana Jones zonder zijn hoed?” CHARLOTTE VANDIJCK In recensies of bij het publiek krijgen ze nauwelijks krediet, maar neem hen weg en je theatervoorstelling wordt naakt gespeeld, valt zonder licht of gaat niet eens door. In ‘Kunstenaars uit de coulissen’ geven we het woord aan de tovenaars in de schaduw van het grote podium. Afl evering 6: de rekwisiteur. ELS SIX KONINKLIJKE TONEELGILDE SINT-LUTGARDIS een productie waarin de personages ernaar streefden om een medaille te winnen. Bij het applaus gaf ik dan aan iedereen zo’n mooie medaille.” Sluipen er soms persoonlij ke rekwisieten tussen de coulissen? “Wees daar maar zeker van! Het meest frappante was misschien Wat is een acteur zonder rekwisiteur? “Veel acteurs nemen zelf objecten mee van thuis en vragen dan aan de regisseur of het in het grote plaatje past. Maar uiteindelij k ben ik toch vaak de fi nale styliste van onze spelers. Tij dens het repetitieproces steunen wij onze spelers door altij d voor hen klaar te staan. Als ze een scène willen oefenen en er ontbreekt plots een object, dan brengen wij dat onmiddellij k in orde zodat ze meteen aan de slag kunnen gaan.” Welk object uit de grote rekwisietenkast neem jij stiekem mee naar huis? “Persoonlij k ben ik een ongelofelij k grote fan van de kostuums en att ributen van het VTM-programma ‘The Masked Singer’, die heerlij k over the top zij n! Waarschij nlij k zou ik dus kiezen voor groteske jurken en toebehoren. Maar ik vind het ook belangrij k om iets aan mij n teamgenoten te geven. Zo werkte ik mee aan 20 wel de bloem uit mij n keukenkast die ik in kleine plastic zakjes deed en presenteerde als pondjes cocaïne. Eigenlij k kij ken wij lett erlij k overal rond als we op zoek zij n naar rekwisieten. Ooit maakte een collega zelf een schilderij om in het decor te plaatsen. Het was echt prachtig! Ik had het graag mee naar huis genomen maar ondertussen pronkt het in haar eigen huiskamer.” Wat was jouw grootste uitdaging als rekwisiteur? “Voor een productie maakte ik ooit zelf een heel groot kikkerkostuum. De lange poten en handen bestonden uit schuim. Verder pakken wij als vriendenploeg samen de uitdagingen aan. Ik werk altij d heel nauw samen met de collega’s van grime en kostuum. Bij een zeer specifi eke vraag creëren we zelfs in teamverband een rekwisiet. De ene knutselt het in elkaar terwij l de andere het schildert. Als gezelschap zij n wij een echte familie, door dik en dun!”

MURIEL JELLE DELAITEMPS TONEEL HEVERLEE Wanneer drukte jij het meest je stempel op een productie? “Rekwisieten zoeken doe je nooit alleen, het is altij d teamwork. Meestal doen we dit met twee, als een echte tandem. Voor een aantal producties mochten wij ons van onze creatiefste kant tonen! Ooit maakten we een snuisterij enwinkeltje, waar we ons hart en onze ziel in staken. Aan alles hing een specifi ek labeltje, en we sjouwden het vol met ongeveer alles wat we op de rekwisietenzolder konden terugvinden. Voor de productie van Sjakie en de Chocoladefabriek stond er tij dens de pauze een volledig ingericht snoepwinkeltje tussen het klinkende publiek. De toeschouwers kregen allemaal een reep chocolade, een échte Willy Wonka!” Met welke collega’s werk jij nauw samen? “Mij n mott o is dat de één niet zonder de ander kan. Achter én voor de schermen houdt iedereen elkaars hand vast. Het is zelfs al eens gebeurd dat ik zelf op de scène stond, bij de productie ‘Movie Night’, geïnspireerd op ‘Jurassic Parc’. Toen maakten we al onze rekwisieten met keukenmateriaal. Je kon het zo gek nog niet bedenken, maar we maakten er echt dino’s van. Dat was ook subliem. Het is nog steeds één van de mooiste ervaringen van mij n hele toneelcarrière.” 'Movie Night' - Toneel Heverlee © Muriel Jelle Delaitemps (rechts) Wat schenkt jou als rekwisiteur het meeste voldoening? “Als ik mezelf een toneeltotem zou moeten geven, dan koos ik ‘creatieve bij ’. Ik kan niet stilzitt en. Dat is voor deze job echt ideaal! Vroeger was ik meer een verlegen type. Het theater schonk mij zoveel meer zelfvertrouwen omdat ik echt mocht experimenteren en creatief kon zij n. Ondertussen staan mij n collega en ik bij regisseurs bekend als een tandem die de moeilij kere producties kan dragen. Ik kan heel goed uit het niets heel fi jne dingen maken.” Welk object uit de grote rekwisietenkast neem jij stiekem mee naar huis? “Er is één bepaald rekwisiet dat de ambachtsschool in de jaren ’80 voor ons gezelschap maakte: een prachtige koningskroon! Die gaat al decennia mee en wordt met de grootste voorzichtigheid bewaard en gedragen. Voor sommige producties doen we er kleine aanpassingen aan, maar puur natuur is hij het mooist. Toen wij onze vij ſt igste verjaardag vierden, maakte iemand van ons er een prachtige tekening van, die we zelfs tentoonstelden. Die kroon zou ik met veel liefde mee naar huis nemen.” Wat is een acteur zonder rekwisiteur? “Voor zover ik weet kan enkel de mimespeler rekwisieten achterwege laten. Het rekwisiet is essentieel omdat het bij draagt aan de actie, de sfeer, de persoonlij kheid van een personage en de uitstraling van een scène. Kortom, het helpt de toeschouwer én de speler om het stuk te situeren en zich bovenal sterk in te leven in het gebeuren op de scène. Rekwisieten zij n op iconische wij ze ook verbonden met hun personages. Wie is Indiana Jones zonder zij n hoed? Of James Bond zonder gadget?” Wat is het rekwisiet van je stoutste dromen? “Het zou geweldig zij n om eens mee te werken aan een postPATRICE MOUGEOLLE FREELANCE REKWISITEUR Wat is de grootste uitdaging voor een rekwisiteur? “Ik vind dat mensenkennis nog altij d heel erg belangrij k is als het erop aankomt om met een team een goede productie te maken. Soms is het een uitdaging om tot een zo goed mogelij ke communicatie te komen met de regisseur. In het begin weet ik niet altij d wat er precies verwacht wordt en net dat is noodzakelij k om goed te presteren. En je mag nooit de details vergeten! In een prachtige productie zitt en die altij d goed.” apocalyptisch project! Ik werk graag met objecten die ik kan recupereren, om hen dan in volle glorie te laten terugkeren naar hun oorspronkelij ke functie en uitstraling. Ik transformeer graag de dingen die in de vuilbak belanden, ik heb er ondertussen mij n handelsmerk van gemaakt.” Wat maakt van jou een goede rekwisiteur? “Het rekwisiteurschap vraagt veel creativiteit, en vindingrij kheid is mij n grote kracht. Soms maak ik met een miniem budget toch een geweldig accessoire! Ik ben een echte plantrekker en houd ervan om te blij ven zoeken naar een geschikte oplossing. Als ik bij voorbeeld geen radio uit de jaren 1920 vind, dan maak ik er zelf een die er zo goed mogelij k op lij kt! Het is uiteindelij k de bedoeling dat je de juiste associatie opwekt en het publiek in de illusie kan laten meestappen.” 21 Patrice Mougeolle © Michael Jacques

DE SOUFFLEURS WELKE POSITIEVE OF NEGATIEVE KRITIEK ZUL JE NOOIT VERGETEN? Toen mijn stuk ‘Vrouwen met Ballen’ in première ging, lachte niemand luidop. Ik voelde me gefaald in mijn opzet telkens als een verwachte lach niet kwam. Wat had ik fout gedaan? De spelers probeerden me gerust te stellen: “Het is vrijdag, het publiek is moe van een lange dag werken.” Achteraf vertelden de mensen me dat ze zich hadden geamuseerd, maar toch drong dat niet tot me door. Ik heb die nacht slecht geslapen. Maar alle volgende opvoeringen lachte het publiek wel. Ik kon weer gerust slapen. PETER DE PAUW In ‘Festen’ speelde ik rol van de vader die zijn kleinkinderen had misbruikt. Een prachtrol in een prachtstuk, dat wel. Toen ik na afloop de zaal betrad, stoof een vrouw schuimbekkend op mij af. Ze riep me toe: “Smeerlap!” Ik moest even bekomen van die uitval, maar dacht ook: “Je hebt dat blijkbaar goed gespeeld, Alex!” ALEX DESIRON Ik speelde Johan in ‘Scènes uit een huwelijk’. De regie was bijzonder, omdat het stuk in drie delen werd gesneden. Elk van die delen werd simultaan gebracht op een andere locatie in het gebouw. Het publiek kreeg ze dus niet in chronologische volgorde te zien. Om van scène te wisselen, begeleidden de acteurs het publiek naar de volgende plek. In de scène die ik speelde bekent Johan aan zijn vrouw dat hij een affaire heeſt. Daarop werd een vrouw zo kwaad dat ze me tijdens zo’n locatiewissel toebeet dat ik een echte smeerlap was. Ze verdween en is niet blijven kijken naar de rest van het stuk. Een heel intense ervaring. RONNY VANDERSTRAETEN Een negatieve kritiek die me zal bijblijven, kwam van mijn dochter. Ze wordt altijd kwaad als ik op de scène iemand moet verleiden. Toen ze klein was, zei ze dat ik alleen haar papa mocht kussen. Mijn dochter is nu een volwassen vrouw en ze heeſt het er nog altijd moeilijk mee. Zo beeldde ik in mijn monoloog ‘Ge moet er nie mee lachen’ een liefdesscène uit waarin ik klaarkom. "Verwittig me als je nog eens zoiets doet", zei mijn dochter na afloop, "dan kom ik niet kijken." Ik stond er onthutst bij... GWEN DEPREZ Tijdens de pauze van een voorstelling moest ik eens naar het toilet. Daar hoorde ik twee mannen, die ik herkende als twee ervaren acteurs uit de streek, tijdens hun toiletbezoek de voorstelling bespreken. Ze vonden er niks aan: de muziek paste niet, het duurde te lang, het decor was saai enzovoort. De moed zakte me in de schoenen. Tot één van hen zei: "Maar zij is wel goed bezig, die Eva." Die Eva, dat was ik... INGE DRIJKONINGEN Na een voorstelling van ‘De Caraïbische zee’ waarin ik de rol van Mie speelde, kwam een wereldvreemde man op me af. Zegt hij zomaar in mijn gezicht: "Jij kunt echt geen toneel spelen hè!" Ik stond aan de grond genageld. Ik wist niet wat ik moest antwoorden en hij merkte dat. Toen voegde hij er maar snel aan toe: “Zo'n rol neerzetten, dat kan niet. Je moet gewoon zo zìjn.” HILDE SOENS 22 'FESTEN' - Plankton © Katleen Clé

'Les Fausses Confidences' - Theater Erasmus (2012) © Joost Van Slambrouck FEEDBACK GEVEN OP DE PLANKEN Van lijdzaamheid naar begeleiding CHARLOTTE VANDIJCK Kritiek geven en ontvangen is soms even zenuwslopend als plankenkoorts. Toch kan reflectieve feedback op de scène een speler helpen groeien. “Via feedback kan iemand onderzoeken welk type acteur hij is.” Iedere acteur wil gezien en gehoord worden om te groeien in zijn vak. Constructieve feedback leidt vaak tot meer spel- en zelfinzicht, maar om die evolutie mogelijk te maken, zijn eerst een veilige sfeer en een vertrouwensband nodig. In dialoog treden REGISSEUR NATHALIE CONAERT: “Empathie en kritisch leren observeren zouden vakken moeten zijn op school.” “Als iemand zich goed voelt, geloof ik dat hij meer bereikt dan wanneer hij niet op zijn gemak is”, zegt Nathalie Conaert, die woorddocent is in het DKO en regisseur bij Kaboekie en collectief Klein-V. Voor haar is het eindproduct net zo belangrijk als het welzijn en plezier van de speler. “Je moet als docent of regisseur wel de leiding blijven nemen, maar constructiviteit en doelgerichtheid gaan perfect samen.” “De sleutel tot constructieve kritiek is een open houding”, stelt docente Charlotte De Metsenaere. Met haar bedrijf Zeggedis combineert ze communicatietechnieken met improvisatietheater. “Constructief zijn betekent eerlijk je mening uiten met respect voor anderen. Durf daarom ook vanuit een vraagstelling te vertrekken. Hoe is iets tot stand gekomen? Hoe voelde de acteur zich bij een scène?” 23 De Metsenaere probeert te vertrekken vanuit het feit dat iedereen sterktes en werkpunten heeſt. “Theater maken is zoals een lijf trainen: je hebt elke spier nodig, alleen zijn sommige spieren nu eenmaal beter ontwikkeld bij de ene dan bij de andere. Benoem de best ontwikkelde spieren van de acteur, en één spier waaraan gewerkt kan worden.” Al zijn die werkpunten bespreekbaar maken niet altijd eenvoudig. “Tijdens mijn opleiding aan de Toneelacademie Maastricht had ik als student het recht om in gesprek te gaan over de feedback die ik ontving”, zegt Conaert. “Zelf merk ik ook dat een dialogische manier van feedbackgeven zeer goed werkt. Ik probeer niet de alwetende te spelen. Zo zijn anderen meer geneigd om kritiek te ontvangen, omdat die houding minder bedreigend overkomt. Er is natuurlijk wel het gevaar dat spelers die niet naar zichzelf willen kijken alles gaan weerleggen. In dat geval stel ik wel mijn grenzen.”

De Metsenaere denkt dat je er in dergelijke situaties niet alleen voor hoeſt te staan. “Je moet het antwoord niet weten, al kan je wel het gesprek faciliteren. Soms ligt de oplossing bij de groep. Ik pols vaak naar de mening van de medespelers. Als je hun vertrouwen gewonnen hebt, nemen ze sneller actief deel aan een feedbackmoment. Dat is zeer waardevol.” Persoonlijk maatwerk Conaert. “Sommigen hebben een schop onder hun kont nodig, anderen net een aanmoediging om vrijblijvend een poging te wagen. Maar ik spreek acteurs wel aan op hun gedrag en niet op hun persoon. Het helpt ook om te vertrekken vanuit het personage. Dan zeg ik bijvoorbeeld: ‘Ik vraag me af hoe jouw personage zou reageren als zij nu echt niet blij is met dat cadeau.’ Die nieuwsgierigheid nodigt de ander uit om samen tot een oplossing te komen.” Een spelersgroep die feedback ondersteunt is een krachtig gegeven. Maar zo’n groep blijſt ook altijd een bundeling van uiteenlopende achtergronden, ervaringen en visies. In die zin is feedback geven persoonlijk maatwerk. Spreek daarom vanuit de ik-persoon, zegt De Metsenaere. “Vermijd te spreken in naam van de groep ('we vinden dat...') of vanuit een dominante maatschappelijke norm ('het is toch normaal dat…'), maar ga op zoek naar hoe de boodschap betrekking heeſt op jou als feedbackgever. Wil je geen defensieve reactie, vermijd dan ook veralgemeningen. Eerder dan de woorden ‘nooit’, ‘altijd’, en ‘nergens’, kies je beter voor concrete, specifieke momenten die je kan benoemen.” COMMUNICATIE-EXPERTE CHARLOTTE DE METSENAERE: “Spreek niet namens de groep of vanuit een maatschappelijke norm, wel vanuit de ik-persoon.” In problematische situaties is het dan ook goed om zo onweerlegbaar mogelijk de feiten te schetsen. “Als je enkel vertelt wat jij voelt, is dat je eigen interpretatie. Als je zegt wat je gezien en gehoord hebt, schets je een observatie die ook anderen kunnen delen. Stel dat het gedrag van een acteur bijvoorbeeld een zichtbaar effect had op zijn medespelers, dan zeg je beter niet: ‘Jij hebt een vrouw geïntimideerd op scène’, maar wel: “Na jouw uitspraak heb ik die vrouw een stap achteruit zien zetten.” Daarbij zijn de uitstraling en non-verbale communicatie van een regisseur minstens zo belangrijk als de woorden zelf. “Ik probeer mijn feedback soms rechtstreeks te uiten terwijl ik acteurs zie spelen. Zij merken op wanneer ik lach of net geschrokken kijk. Zo verweef ik via mijn gedrag feedback in de speelruimte. En ik probeer van mijn kritiek geen big deal te maken en positiviteit uit te stralen.” Voortschrijdend inzicht De Metsenaere benadrukt het belang van spiegelneuronen. “Als ik iemand feedback geef, stel ik mij tegelijk kwetsbaar op omdat de ander dat dan ook doet. Door te zeggen ‘Ik vind het moeilijk om die vraag te stellen’ geef je aan dat je allebei aan het zoeken bent. Bekijk feedback ontvangen als een leerproces. Je faalt niet als mens en kan leren als speler.” Wie transparant is in haar niet-weten, bereikt als docent soms meer dan wie de oplossing klaar heeſt, gelooſt Conaert. “Als ik echt niet meer weet hoe ik een student kan verder helpen, stel ik de vraag ‘Wat heb jij nu nodig?’ Ook als die vraag onbeantwoord blijſt, zeg ik dat ik hoop dat we er samen achter komen en dat we blijven zoeken.” Nieuwsgierigheid Goede feedback formuleren mag dan een hele opgave zijn, in de bonte mix die een gezelschap is, is de rol ervan niet te onderschatten. “Via feedback kan een speler onderzoeken welk type acteur hij is”, gelooſt De Metsenaere. “Ben je een leider of volger? Een solospeler of groepsdier? Alle opties zijn goed, maar wees je bewust van je speelstijl.” Even belangrijk is het om te weten welke speler voor je staat. “Empathie en kritisch leren observeren, zouden vakken moeten zijn op school’, vindt En zo geeſt kritiek niet alleen betekenis aan het leerproces van de speler, ook voor de regisseur of docent is het een kwestie van voortschrijdend inzicht. “Ik volg vaak mijn intuïtie en besef dat mijn stem en stijl vinden een proces in ontwikkeling is”, aldus Conaert. “De ene is heel direct, de andere bekrachtigt vooral positief”, besluit De Metsenaere. “Het komt erop aan om te vinden wat voor jou werkt, want perfecte feedback bestaat niet.” 24

KWANTITEITSTHEATER HET AMATEURTHEATER ZIT IN DE LIFT LIZA RENDERS De amateurkunsten zitten in de liſt. Dat bewijst ‘Dit doet me wat’, het bevolkingsonderzoek van de UGent in samenwerking met De Federatie, OP/TIL en de negen amateurkunstenorganisaties (waaronder OPENDOEK). Waar in 2008 één Vlaming op drie aan amateurkunsten deed, is dat nu bijna de helſt (44,1%). Ook het aantal mensen dat aan theater doet, is significant gestegen. In het onderzoek werd respondenten gevraagd aan te geven welke activiteiten ze de laatste zes maanden deden in hun vrije tijd. In 2008 gaf 2,3% aan een theatergerelateerde activiteit te doen, goed voor zo’n 109.000 Vlamingen. Dat getal is in 2019 verdriedubbeld: 6,8% van de Vlaamse bevolking, 331.000 Vlamingen, houdt zich bezig met amateurtheater. De grote stijging in het aantal beoefenaars is vooral te danken aan de vele occasionele beoefenaars die er de laatste tien jaar bijkwamen. Zij doen niet wekelijks aan theater en zijn goed voor 50% van de beoefenaars. WIE? In bijna alle leeſtijdscategorieën zien we een stijging van het aantal beoefenaars. Enkel bij de -18-jarigen is het aandeel theaterbeoefenaars gelijk gebleven. Bij de 65-plussers zien we dan weer een heel sterke stijging. Dat kan één van de redenen zijn waardoor de onderwijskloof bij theaterbeoefenaars is gedicht, want mensen die geen hoger secundair diploma hebben zijn niet meer ondervertegenwoordigd. Verder is de theaterbeoefenaar gemiddeld iemand met een groot sociaal netwerk en de kans is groot dat diens ouders zelf ook een creatieve hobby hadden. MOTIVATIES Het onderzoek onderscheidde vier categorieën motivaties om aan amateurkunsten te doen. De meest populaire soort voor alle disciplines is ‘ontspanning’. Voorbeelden van dergelijke motieven zijn stress aflaten en jezelf amuseren. De andere categorieën zijn ‘persoonlijk’, ‘sociaal’ en ‘professioneel’. Die laatste categorie krijgt in alle disciplines de laagste score. Wat wel opvalt, is dat die voor theater het hoogst is van alle disciplines. Vermoedelijk is dat te wijten aan de onderliggende motieven ‘erkenning krijgen van een publiek’ en ‘anderen entertainen’ en slechts in mindere mate om er iets aan te verdienen of een carrière uit te bouwen. De gemiddelde theaterbeoefenaar beschouwt zichzelf vooral als een amateur, niet als professioneel. Op de as beginner versus gevorderd plaatsen beoefenaars zichzelf in het midden: competente amateurs dus. Lees deze en andere resultaten na in de publicatie ‘Dit doet me wat’, verkrijgbaar via amateurkunsten.be BEELD EXPRESSIE BEELDENDE KUNST SCHRIJVEN THEATER DANS Ontspanning Persoonlijk Sociaal MUZIEK ZANG Professioneel -18 18-34 35-54 55-64 2008 MOTIEVEN 65+ 2019 45,00% 40,00% 35,00% 30,00% 25,00% 20,00% 15,00% 2008 BEOEFENAARS THEATER 7,00% 6,00% 5,00% 3,00% 4,00% 2,30% 2,00% 1,00% 0,00% 2008 DIPLOMA 2019 2019 WAT IS HET DOEL VAN JOUW GEZELSCHAP? De rubriek Kwantiteitstheater geeft je de markantste cijfers over het amateurtheater. Deze keer: een recent onderzoek naar de amateurkunsten brengt goed nieuws voor het theater. BEOEFENAARS AMATEURKUNSTEN 44,10% 36,70% 6,80% LAGER/LAGER SECUNDAIR HOGER SECUNDAIR HOGER ONDERWIJS 2008 LEEFTIJD 2019 STUDENT 25 3,7 3,3 2,6 2,2 4,0 3,6 2,7 2,1 3,7 3,1 2,4 2,5 0,60% 4,0 3,3 3,3 3,0 4,5 3,4 3,7 1,9 4,3 3,5 3,0 2,4 4,0 3,1 3,4 2,3 6,50% 1,10% 7,70% 11,50% 2,10% 8,30% 3,40% 1,90% 6,10% 2,60% 8,30% 1,50% 5,40% 11,00% 11,50% 0,90% 6,60%

WIST JE DAT? THEATER IN KRITIEKE TOESTAND Dat ‘De Stomme van Portici’ het vuur aan de lont stak van de Belgische Revolutie, is geschiedenis. Maar ook in het buitenland daagde kritisch theater de morele en politieke grenzen van de natie uit. Welke voorbeelden zijn het markantst? Geen nood om Google boven te halen: wij zochten het voor je uit! 2 BROOD EN BOLLEN 1 VAN KUNSTKRITIEK TOT KLINIEK ‘La Chaste Suzanne’ (1793) is zeg maar het Franse light-equivalent van ‘De Stomme van Portici’. De Bij belse vaudeville-tweeakter vertelt het verhaal van Suzanne, een bevallige maagd, die tij dens een rustig momentje me-time in bad wordt bespied door twee offi cieren. Wanneer die haar in volle Moulin Rouge-stij l seksuele gunsten proberen af te persen en zij weigert, klagen ze haar aan wegens overspel, waarna Suzanne bij na gestenigd wordt. Het Franse publiek was pas amusé. Je moet weten: in die tij d was koning Lodewij k XIV net geëxecuteerd en hing een sfeer van terreur in het land. Het publiek las in ‘La Chaste Suzanne’, met zij n kritiek op de controlerende overheid, een aanklacht tegen Frankrij k en zij n Revolutie. Als gevolg gingen de toeschouwers de acteurs tij dens de opvoering beschimpen. Op een gegeven moment stormden enkelingen zelfs het podium op met getrokken zwaarden, dreigend dat de schouwburg in een ziekenhuis zou veranderen, als de voorstelling niet onmiddellij k werd stopgezet. Niet lang daarna werd ‘La Chaste Suzanne’ inderdaad verboden wegens zij n “perfi de toespelingen”. De schrij vers en cast werden gearresteerd. Sacreblue. Eten meenemen in de theaterzaal is, naast luidop kritiek leveren tij dens de voorstelling, de grootste faux-pas in het theaterlandschap; dat hoeſt niemand je te vertellen. Maar dat is niet overal het geval, zo leert het New-Yorkse The Bread and Puppet Theater. Bij elke voorstelling van het poppentheater delen de makers versgebakken brood uit, inclusief aioli voor de Spanjofi elen onder ons. Dat is niet enkel reuze handig als een gemist ontbij t begint te knagen tij dens de matinee, het raakt ook aan de kern van hun boodschap: “theatre is, like bread, a necessity.” Oprichter Peter Schumann bespeurt die noodzaak vooral in politiek activisme. Met poppen van wel vier meter groot (google zeker hun Uncle Sam-pop) maakt hij belangwekkend theater, maar steelt hij ook de show tij dens manifestaties. Zo steunde hij openlij k de protesten tij dens de Vietnamoorlog, en demonstreerden een aantal poppenspelers in 2000 zo hevig tegen toenmalig presidentskandidaat George W. Bush dat ze gearresteerd werden. Jaarlij ks organiseert het gezelschap ook een festivalweekend, dat in 1998 samenviel met de 150ste verjaardag van het Communistisch Manifest en de 100ste verjaardag van Bertolt Brecht. Het massa-event, met zo’n 40.000 bezoekers, liep toen op een fi asco uit: tientallen bezoekers werden door de hitt e en drugsmisbruik opgenomen in het ziekenhuis, en in een nabij gelegen tentenkamp stierf een man tij dens een vechtpartij . De poppen waren aan het dansen gegaan. 26 Belarus Free Theatre © Manuel Moutie

3 DE REVOLUTIE VANOP DE EERSTE RIJ Het is één ding om met je theaterstuk een revolutie mogelij k te maken. Het is een ander ding om ze live op de scène te ontketenen. Enter de Turkse theaterauteur Meltem Arikan. Haar tragikomedie ‘Mi Minör’ (2012), gebaseerd op de Arabische lente, schetst het beeld van de dystopische ‘democratie’ Pinima, waarin de President alles beslist en de muzieknoot Mi verboden is. Die groteske parodie op de realiteit was nog niet alles. Meltem moedigde het publiek aan om smartphones mee te nemen om een online versie van het toneelstuk te volgen dat in realtime naast de podiumopvoering werd gebracht. Daarin wordt een fi ctieve Pinimese revolutie op poten gezet. Die moet zo geloofwaardig zij n geweest dat ze de voorpagina van een Turkse krant haalde, die opperde dat de voorstelling een “repetitie was voor het omvergooien van de regering”. Andere media geloofden dan weer dat er werkelij k een revolutie gaande was in Pinima. Was die revolutie nu echt of niet? Misschien was ‘Mi Minör’ geen fi ctie, maar gewoon een alternative truth. 4 ZONDER PAPIEREN GEEN THEATER De meeste kritische voorbeelden in dit lij stje konden op z’n minst nog gespeeld worden. Niet zo in Wit-Rusland, waar toeschouwers lij f en leden riskeren voor een voorstelling. Cultuurliefh ebbers worden er lett erlij k geadviseerd hun paspoorten op zak te hebben, zodat een arrestatie van de KGB vlott er kan verlopen, en krij gen pas net voor een opvoering de locatie toegestuurd. In zulke omstandigheden zett en theatermakers alles op het spel om een voorstelling te creëren. Neem nu Natalia Kaliada en Nikolai Khalezin, twee Wit-Russische artiesten die politiek asiel in Londen aanvroegen en daar het Belarus Free Theatre oprichtt en. Het gezelschap beschrij ſt zichzelf op zij n website als “The executive arm of the Ministry of Counterculture”. Het doel is niet alleen het maken van theater, maar ook het sensibiliseren van het publiek. Bij zij n tienjarig jubileum organiseerde Belarus Free Theatre een festival met ‘ondergrondse en clandestiene’ voorstellingen. De headliner heett e ‘I’m with the banned’. De toeschouwers mochten hun paspoorten thuislaten, maar kregen, geheel in de Wit-Russische sfeer, pas 24 uur op voorhand de locatie van de voorstelling doorgestuurd. 5 JAMBON MET TOMATEN We begonnen deze rubriek met de stichting van België. Een kleine twee eeuwen later blij kt ‘Bye Bye Belgium’ echter straff er theater op te leveren. En nee, dan hebben we het niet over de gelij knamige RTBF-docu uit 2006, die de onafh ankelij kheid van Vlaanderen in scène zett e. Doet de naam Zuidpark geen belletje rinkelen? Het collectief – van inmiddels meer dan vij ſt ig artiesten – gooide tij dens de eerste lockdown hoge ogen met hun YouTube-reeks ‘Quarantaine TV’. Daarvóór, bij de uitreiking van de Ultima’s, hadden de leden al tomaten gegooid naar Minister van Cultuur Jan Jambon. De artistieke activisten willen immers een creatieve tegenstem bieden voor de populistische, rechts-nationalistische politiek van N-VA en Vlaams Belang. Hun middel: overdrij ving. ‘The Importance of Being Flemish’, in september nog te zien in Vooruit, dompelt je onder in een pretparkbeleving, waar pedofi ele priesters, depressieve middenstanders en Vlaamse clichés als racistische nonkels, wielertruitjes en Cara Pils onze canon vertegenwoordigen. Een satirische Disney-att ractie door Arm Vlaanderen? Dat Gert Verhulst daar nooit aan heeſt gedacht. 'The Importance of Being Flemish' - Zuidpark © Michiel Devij ver 27 Mi Minör - Youtube Still 'Bread and Puppet Circus' © Walter S. Wantman

Column MIJN INGESLETEN KRITISCHE BLIK ELINE VAN DE VOORDE Door het gebulder in de zaal hoor ik amper wat de acteur op de scène vertelt. Ik knijp mijn ogen dicht, alsof dat op miraculeuze wijze mijn gehoor zou verbeteren. De laatste zin van de man is me compleet ontgaan, maar het feit dat hij als bard de spelers becommentarieert met hoge stem, lijkt genoeg voor een tweede golf aan gelach. Ik kijk wat geïrriteerd rond en hoop dat het stopt. Ik beken, ik lach niet gemakkelijk tijdens een voorstelling. Waarschijnlijk vind ik dingen gewoonweg niet zo grappig. Ik ben nochtans geen zuurpruim. Ik lach zelfs graag, maar theater doet me veeleer gniffelen dan schuddebuiken. Ik ben meestal, en ook nu weer, verontwaardigd door veel geschater. Alsof mensen het verkeerd begrepen hebben. Vervormde stemmetjes, vallende acteurs of schunnige moppen: ik zie de humor er niet van in. Maar zelfs als het géén slapstick is, vind ik het zelden hilarisch. Eis ik te veel? En als iedereen het grappig vindt behalve ik (en een paar zonderlingen die ik her en der ontdek), ligt het dan wel aan de rest van het publiek? Laat staan aan het stuk of de acteurs? Heb ik ergens onderweg geleerd dat een gedegen stuk niet grappig hoort te zijn? “Heb ik ergens onderweg geleerd dat een gedegen stuk niet grappig hoort te zijn?” Als ik in mijn geheugen duik, moet ik bekennen dat ik maar één voorstelling kan bedenken die ik echt hilarisch vond. Al reken ik daar de voorstellingen voor kinderen niet in mee. Niet dat ik er niet kritisch voor ben, dat ben ik altijd. De aard van het beestje, zeg maar. Maar kindertheater mag me meer ontspannen en een vlucht zijn in het schone en het goede. En toch verwacht ik ook dan veel van een voorstelling. Het klinkt verwaand, maar theater is voor mij geen vermaak. Ik wil dat acteurs binnendringen in mijn hoofd en in mijn ziel en niet enkel mijn lachspieren beroeren. Ik ben door opleiding en omgeving misvormd. En waarschijnlijk heb ik simpelweg een elitaire smaak, maar is dat een probleem? Het feit dat ik mijn verwachtingen projecteer op mijn medetoeschouwers, daar draait het om. Het doet me beseffen dat mijn initiële verontwaardiging niet op zijn plaats is. Het maakt me arrogant. Alsof ik weet wat goede smaak is. Ik laat de gedachte even bezinken en kijk opnieuw rond in de zaal. Het dringt nu tot me door dat ik al zeker vijf minuten van het stuk heb gemist. Er staat zelfs een personage op de scène dat ik niet kan thuisbrengen in het stuk. Daar gaat mijn kritische blik. Plots valt me echter ook op dat niemand meer lacht met de hoog klinkende bard. De stilte is teruggekeerd. Ze zijn het vreemde stemgeluid gewoon geworden. Lag het dan toch niet aan mij? 28

RE PER TOIRE Fikry El Azzouzi REIZEN JIHAD “Never waste a good crisis. Ik begon mijn zaak op 12 september.” DRAMA 1D/3H Ieder nummer grasduinen we in de collectie van de Theaterbib van OPENDOEK op zoek naar interessante teksten. Toch je gading niet gevonden? Neem dan een kijkje in onze catalogus. Alle besproken teksten kan je lenen via https://bib.opendoek.be BASTIAAN MALCORPS, ALEX DESIRON & DE VLAAMSE TONEELAUTEURS (VTA) Kersje, een jonge vrouw die zich bekeerde tot de Islam, vertrekt naar Syrië, haar man achterna. Haar vader en grootmoeder kloppen aan bij de cynische zaakvoerder van Reizen Jihad, die haar hielp vertrekken. Het gesprek dat volgt spat alle richtingen uit: er volgen brokken familiegeschiedenis, politieke discussies, een bekering en uiteindelijk een onafwendbare tragedie. ‘Reizen Jihad’ is een stevige scheut teksttheater, met scherpe humor en snijdende tragiek, voor groepen die geen taboe uit de weg gaan. (BM) Michael De Cock FIRENZEE “Het bestaat niet, dat het een ritueel is op de koude grond te gaan liggen.” TRAGIKOMEDIE 1D/2H Een man vlucht uit oorlogsgebied nadat zijn moeder er door soldaten werd doodgeschoten. Na een rit van een week in een gesloten vrachtwagen komt hij in België aan, waar hij een onderkomen vindt bij een behulpzaam echtpaar. Het koppel doet wat het kan om het de man naar zijn zin te maken, maar faalt door onwetendheid. Hij doet zijn best om zich aan te passen, maar de angst en de herinnering aan de doorstane gruwel blijven een muur opwerpen tussen zijn geest en de goede bedoelingen. De goed bedoelde babbels evoceren op een unieke manier de verlammende eenzaamheid van de ontheemde, getraumatiseerde vluchteling. Een parel voor fijnproevers. (AD) Bertolt Brecht DE WEERSTAANBARE OPKOMST VAN ARTURO UI “Het grote historische gangsterdrama” SATIRE 3D/10H Bertolt Brecht vertelt het verhaal van Arturo Ui, een gangster uit Chicago, die door middel van angst, terreur en de bloemkoollobby twee steden in zijn macht krijgt. Brecht maakt er geen geheim van dat Ui gebaseerd is op Hitler, en drijſt genadeloos de spot met de ‘bloemkoolverkopers’ die Ui hadden kunnen tegenhouden, maar hem lieten begaan. De humor in ‘Arturo Ui’ heeft soms zijn beste tijd gehad, en de tekst legt elke wending wel tweetot driemaal uit. Anderzijds zijn de schaamteloze machtshonger van Ui en zijn kornuiten en hun creatieve manier om met feiten om te gaan nog altijd scherp en soms verrassend actueel. Voor groepen die niet vies zijn van een uitdaging, en niet bang zijn de schaar te zetten in klassiekers. (BM) Eric de Vroedt MIGHTYSOCIETY 4 “Wat doen die mensen in mijn huis? Waarom zitten ze in mijn zetel?” KOMEDIE 2D/3H Raymond, vijf jaar op rij Groene Ondernemer van het Jaar, en socialistisch Europarlementariër Henriette, treffen elkaar thuis. Dat is een tijd geleden, ze hebben het elk zo druk. Henriettes zoon, reporter Bas-Jan, is ook aanwezig en legt alles vast op film. En om minder duidelijke redenen ook aanwezig zijn Dick en Sharon. Gewone mensen, die gewoon in de zetel zitten, en het Henriette bijzonder ongemakkelijk maken. Wie zijn die mensen? Zijn het kiezers? Werknemers? Moeten we ons nu als deze mensen gaan gedragen? De hele reeks mightysociety-teksten is heel erg de moeite, maar aflevering 4 is één van de hoogvliegers. De vijf personages tasten het hele stuk lang elkaars grenzen af, houden zo lang ze kunnen de schijn van beleefdheid op om dan eindelijk al hun kaarten op tafel te leggen, en hun geheimen te onthullen. Een tekst voor acteurs die snel kunnen wisselen tussen lichte beleefdheidsgesprekjes en snoeiharde J’accuse-retoriek. (BM) 29

Gerardjan Rijnders LIEFHEBBER “Dat komt maar op. Dat gaat maar af. Dat blij ſt . Dat is het ergste.” SATIRE 1D/2H De heer Liefh ebber, een theatercriticus, komt thuis. Terug van de zoveelste première, en die première was nog maar eens een teleurstelling. Liefh ebber steekt een tirade af tegen zij n vrouw en zoon, die er geen woord tussen krij gen. Dat het theater nergens meer over gaat. Dat er overal leven te zien is, behalve op het toneel. Zij n tirade duurt het hele stuk lang, en intussen beleven moeder en zoon op de achtergrond een ware tragedie. Zoon Peter zet een shot heroïne, verkracht en vermoordt moeder en pleegt zelfmoord. Liefh ebber merkt het niet. Een gitzwarte satirische kritiek op het theater en ook meteen op de rest van de wereld. Voor groepen die een punt willen maken, en één acteur met een lange adem. (BM) Joris Van den Brande ENKELE REIS De zoektocht van een man zonder verleden TRAGIKOMEDIE 3H Een baby wordt door een zigeuner, Vasile, gered uit een brandend autowrak; de ouders overlij den. Vasile noemt hem Aziz, voedt het kind op in zij n zigeunerkamp, en bezorgt hem vervalste identiteitspapieren. Als Aziz de volwassenheid bereikt, wordt hij verstoten, opgepakt door de vreemdelingenpolitie en uitgewezen naar het land dat op zij n paspoort vermeld staat: Marokko. Een ambtenaar begeleidt hem bij zij n uitwij zing naar het mythische dorp Irghiz, dat ze nooit bereiken. De ambtenaar sterſt door een ongeval. Aziz gaat diens moeder, een vereenzaamde vrouw, opzoeken. De schrijver brengt ons met een licht absurdistisch verhaal en gebald taalgebruik in de wereld van een man zonder verleden of identiteit, geeft ons een kijk op de wereld van zigeuners en de problematiek van apatride vluchtelingen. IJzersterk door het taalgebruik, de thema’s, de bevreemdende sfeer. Voor fi jnproevers. (AD) Max Frisch BAL VAN DE POMPIERS “Je kan zelfs geen sigaar meer aansteken, zonder aan brand te denken.” SATIRE 3D/5H Iedereen heeſt het over de brandstichters. Ze spelen onschuldige leurders, weten zich met leugens en complimenten langs de voordeur van nietsvermoedende burgers te praten, verschansen zich met vaten olie op de zolder en zett en de hele buurt in lichterlaaie. Mij nheer Biedermann zou wel weten wat ermee te doen: ophangen. Allemaal. De onnozelaars die zich hebben laten bedriegen ook. En dan staat er een leurder voor de deur, die niet wil vertrekken. Je kan zo’n man toch niet op straat zett en? Natuurlij k mag hij op de zolder slapen, en vooruit, zij n vriend ook. En ze hebben vast een goede reden voor al die vaten die ze de trap op sleuren. In 2017 speelde het Woolly Mammoth Theatre in Washington ‘The Arsonists’ met op de achtergrond nieuwsfragmenten: Trump die “Fire and Fury” belooft aan Noord-Korea, cartoons, bosbranden. Max Frisch zelf gaf nooit uitsluitsel waarop zijn ‘Brandstifter’ precies zinspeelde. Nazisme? Communisme? De tekst blijft wel een favoriet wanneer de politieke temperatuur stijgt. (BM) Rudy Goes, naar Felix Timmermans PALLIETER ''t Is hier binnenkort allemaal naar de kloten!” FIGURATIE 4D/6H Een meesterlij ke roman met de simpele schoonheid van een eenvoudige vertelling, over het leven op het platt eland en de belevenissen van de kleine luiden. ‘Pallieter’ werd een symbool van het "Vlaamsche" volk. Doorheen de wisseling van de seizoenen volgen we Pallieters kinderlij ke verwondering voor het leven, de schoonheid en het genot. Maar tegelij kertij d legt hij ook de spanning bloot tussen vooruitgang en ecologie. Deze kritiek op de evolutie van onze samenleving maakt dat hij ten slott e zij n geliefde streek verlaat. Het hele stuk is een ode aan de natuur en tegelijkertijd een felle kritiek op de teloorgang daarvan. Pallieters verhaal speelt zich af in 1919, maar is actueler dan ooit. Volks, met een lach en een traan. Voor een grote bezetting. Een kolfje naar de hand van creatieve regisseurs. De jaarlijkse processie kan door de zaal marcheren, met fi guranten en fanfare, maar dat hoeft niet. (VTA) Geregeld in je mailbox: een overzicht van recent toegevoegde theaterteksten, leestips en ander nieuws uit de Theaterbib van OPENDOEK. Abonneer je via https://www.opendoek.be/theaterbib 30

CAST&CREW VLAAMSE TONEELAUTEURS IN DE SCHIJNWERPERS Boekjes en gidsen zij n er in alle kleuren. Maar in het amateurtheater kennen we dé Oranje Brochure. Deze brochure is een uitgave van de vereniging van Vlaamse Toneelauteurs, alias VTA. Deze organisatie, opgericht in 1997, heeſt als doel Vlaams toneelwerk te promoten. Momenteel maken een zestigtal Vlaamse toneelauteurs deel uit van VTA. Elk jaar geven ze deze lij vige brochure uit met informatie over hun nieuw en oud werk. Een naslagwerk waarin je kan grasduinen op zoek naar een passend stuk voor je gezelschap. Je kan de Oranje Brochure gratis downloaden op www.vlaamsetoneelauteurs.com DOE MEE AAN DE GROTE THEATERRECYCLAGE! Tot eind januari 2021 zij n fysieke bij eenkomsten van je theatervereniging niet mogelij k. Kunnen we dan echt geen theater meer maken? Toch wel! OPENDOEK roept je op om creatief bezig te blij ven - weliswaar binnen je eigen sociale bubbel - en deze creativiteit online te delen met iedereen die je lief is of dezelfde passie deelt: theater. Dus, ga creatief aan de slag met het materiaal van vorig of komend seizoen, maak een coronaproof fi lmpje van drie tot vij f minuten en stuur het resultaat naar OPENDOEK. Alle inzendingen krij gen een plaats op onze website en we delen je fi lmpje op onze sociale media. In het nieuwe jaar betrekken we de toeschouwer erbij . Zij kunnen stemmen op het fi lmpje dat hen het meest heeſt geraakt, geïnspireerd, of doen lachen… Zo laten we zien aan de talrij ke theaterliefh ebbers dat corona onze passie niet klein krij gt! Meer info: www.opendoek.be/nieuws/doe-mee-aan-de-theater-recyclage JE TALENTEN ONTWIKKELEN KAN OOK ONLINE Vol goede moed stelde onze vormingsdienst een zeer gevarieerde vormingsbrochure samen voor de periode januari - augustus 2021. Die had je als bij lage bij dit magazine in je bus gekregen. Maar toen kwam de tweede coronagolf over ons heen gespoeld en daarmee werd ook de cursusbrochure naar de prullenmand verwezen. Om te vermij den dat we iets bekendmaken dat we een maand later volledig moeten omgooien, besloten we zeker de eerste helſt van 2021 enkel online cursussen en workshops aan te bieden. Welke? Die maken we weldra beken. Hou onze nieuwsbrieven en sociale media in de gaten voor de concrete data. THEATERFESTIVALS 2021 MAKEN PLAATS VOOR THEATERPROGRAMMA OP MAAT OPENDOEK wil voorbereid zij n op een zomer en een najaar die misschien nog niet helemaal hetzelfde zullen zij n als voorheen. Lees: theaterfestivals met grote groepen mensen, nog uren nababbelen met een drankje en een hapje, verbroederen met nieuwe theatervrienden… Daarom besluiten we nu al om onze programmatie voor 2021 aan te passen. Dit geeſt ons de tij d om een grondige denkoefening te maken over wat er mogelij k is, rekening houdend met kleurcodes en dreigende lockdowns. Wat het resultaat zal zij n? Dat laten we nog even in het midden. Het zal in ieder geval een boeiend, interessant, grensverleggend én verbindend activiteitenpalet zij n met als rode draad theater. Bovendien bestaat OPENDOEK 20 jaar. Dus hoe dan ook wordt het een feestjaar! 31

Met Let’s Tick Together - hét nationale slotritueel van 2020 - gooien we op woensdag 30 december om 20:00 stipt deuren en ramen open. Hef samen met ons een leeg glas en speel live mee met de livestream. Zin om mee te doen? Surf die dag naar www.letsticktogether.be en tik mee! #letsticktogether. OPENDOEK is alvast van de partij! Let’s Tick Together is een initiatief van Moving Closer en Kunstencentrum Voo?uit en wordt ondersteund door meer dan 100 partners uit de culturele wereld, zorgsector en middenveld.

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
Home


You need flash player to view this online publication