13

DE VRIJWILLIGER ‘ Dat werk geeft Karama de nodige afleiding. Ze vertelt enthousiast: “Eigenlijk vind ik alles leuk. Ik vraag eerst wat ik die dag moet doen. De schoenen en tassen goed zetten, of kleding in de winkel hangen en de oude kleding weghalen en in zakken stoppen, soms maak ik schoon. En als ik klaar ben ga ik boodschappen doen en de lunch klaarmaken en dan eten we samen.” TROTS Dat vrijwilligerswerk tot mooie ontmoetingen kan leiden, blijkt wel uit de anekdote die Karama DICK DEN HERTOG VAN DE ROOBOLKAPEL: KARAMA HEEFT ER WAT AAN EN WIJ OOK Behalve het werk in Emmaus, helpt Karama ook iedere week mee in de keuken van de Roobolkapel die door Dick den Hertog (Diaken van de Protestantse kerk Nederland), wordt gerund. “Wij organiseren diverse activiteiten, waaronder het aanbieden van een maaltijd voor vier euro voor mensen uit de buurt die het niet breed hebben. Karama helpt de kok met de voorbereidingen, het koken en afwassen.” DOEL “Er komen hier mensen die het niet zo op buitenlanders hebben. Daarom is het zo goed om Karama juist wel hier te laten komen. Om te laten zien dat buitenlanders niet anders zijn dan Nederlanders. Karama wordt geaccepteerd door mensen die normaal gesproken zeggen: “Ze pakken onze huizen af.” Dat vind ik mooi om te zien en dat probeer ik zoveel mogelijk te stimuleren. Zij heeft er wat aan en wij ook.” 13 Ik wil laten zien dat ik hier wil blijven en de taal wil leren ‘ met een grote lach op haar gezicht vertelt. “Ik heb de koning ontmoet! De koning zei: “Ik ben trots op u en ik hoop dat u hier kunt blijven, maar het spijt me heel erg, het is niet mijn werk om te bepalen of u mag blijven, dat ligt buiten mijn vermogen.” Hij vroeg me ook waarom ik vrijwilligerswerk deed. Ik vertelde dat ik het leuk vond en dat ik Nederlanders wil laten zien dat ik hier wil blijven en de taal wil leren. De koning was erg gelukkig met ons.”

14 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication