VV: En toen kwam je terug en besloot je er serieus werk van te maken? Daniel: Eigenlijk niet meteen. Ik was destijds bezig met speleologie. We botsten in grotten vaak op sifons - waterpartijen die de weg versperden. Toen dachten we: misschien moeten we leren duiken, dan kunnen we verder! VV: En hoe kwam je überhaupt bij speleologie terecht? Daniel: Via vrienden bij de NMBS. Maar origineel met de jeugdclub Den Uyl gingen we ooit speleologie doen, georganiseerd door John de Gans. Uiteindelijk begon ik in 1983 serieus met duiken en haalde in 1984 mijn eerste brevet. In 1991 ben ik clubmonitor geworden. VV: Waar heb je sindsdien allemaal gedoken? Daniel: Overal! Meer dan 20 jaar in Egypte, vier keer drie weken op de Filipijnen, daarnaast Indonesië, Thailand, Bonaire, Italië, Spanje, Kroatië, Malta… VV: Dat klinkt als paradijselijke plekken met mooi helder blauw water! Daniel: Niet altijd. In Indonesië bijvoorbeeld heb je ‘Muc-Diving’—duiken in modderig water. Je ziet daar piepkleine wezentjes die plots voor je verschijnen. Dat is magisch! Rood hoornkoraal met spons en mosdiertjes
5 Online Touch Home