Levende tuinen kunnen in belangrijke mate bijdragen aan meer biodiversiteit in Nederland. Hoe rijker en gevarieerder het groen, hoe meer ruimte er is voor biodiversiteit. Ook bedrijventerreinen, schoolpleinen, wegbermen, rotondes, boomspiegels, braakliggende stukken en overhoekjes kunnen allemaal ingezet worden voor meer biodiversiteit in de bebouwde omgeving. Bodem Biodiversiteit begint al bij de bodem. Een gezonde bodem met een rijk en gezond bodemleven levert gezonde planten. Doordat er geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt hoeven te worden, komen er geen schadelijke stoffen in de voedselketen van het dierenrijk terecht. Water Een andere belangrijke maatregel voor meer biodiversiteit is het toepassen van water. Het leven volgt dan vanzelf. Water in de vorm van waterschalen dient als drinkplaats voor veel dieren. Vogels nemen er graag een bad. Dit kan zelfs al op een balkon of dakterras/-tuin. Daarnaast kunnen allerlei insecten er hun eitjes leggen. Minivijvertjes of minimoerasjes zijn hiervoor ook geschikt. Zie tabblad Bodem. Libellen leggen hun eitjes op waterplanten. Daaruit komen larven, die tussen de waterplanten op de bodem van de vijver leven. Ze eten bladluizen en heel veel muggenlarven, waardoor men in de tuin veel minder last krijgt van muggen. Libellen houden van zonnige vijvers zónder vissen, maar met veel verschillende oeverplanten. Geschikte planten zijn bijvoorbeeld vederkruid, waterpest, hoornblad, fonteinkruid, kikkerbeet, waterbies, zegge, waterdrieblad, munt, egelskop en gele lis. 170
194 Online Touch Home