100

c) Wat is er concreet veranderd voor leerlingen? (Denk aan primaire proces; andere lesstof, didactiek, leerdoelen, leerresultaten en motivatie van leerlingen) d) Wat is er concreet veranderd in de ‘randvoorwaardelijke’ zin? (Denk aan het gebouw, roosters e.d.) 2. Gevolgen leraren en ander personeel a) Wat zijn de gevolgen van anders organiseren voor het werk van leraren? (‘uw werk’ als er alleen leraren in de gespreksgroep aanwezig zijn). ... voor de inhoud van uw werk? ... uw verantwoordelijkheden? ... samenwerking met collega’s, zelfstandigheid en regelruimte? b) Heeft anders organiseren op uw school invloed op kennis en vaardigheden van leraren? - Welke specifieke kennis en vaardigheden zijn noodzakelijk? - In hoeverre beschikken jullie hier over? En hoe zit dat bij nieuw personeel? - Hoe organiseert u dat u over deze kennis en vaardigheden beschikt? En wat doet de school op dit gebied? c) Wat zijn de gevolgen voor uw tevredenheid over de werkvoorwaarden? - Werkdruk - Baan- en organisatietevredenheid (algemeen beeld, is de tevredenheid bijvoorbeeld toegenomen t.o.v. oude situatie als personeel toen al op school werkte?) - Tevredenheid over arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden - Loopbaanmogelijkheden en professionele ontwikkeling d) Heeft anders organiseren op uw school invloed op de inzet van andere personeelsleden op school, bijvoorbeeld onderwijsondersteuners? (Denk aan: welk ander personeel wordt ingezet, en zijn er gevolgen voor taken en inzet van de leraren). Als deze personen deelnemen aan het gesprek, hier ook voldoende aandacht aan besteden. - Welke taken en verantwoordelijkheden hebben zij? (anders dan in de ‘oude’ situatie) - Wat betekent dit voor de samenwerking met leraren en uw zelfstandigheid & regelruimte? - Hoe tevreden zijn zij met hun baan? Over welke aspecten zijn zij tevreden en over welke iet/minder? - Wat betekent deze organisatiewijze voor de professionele ontwikkeling en loopbaanmogelijkheden van dit personeel? 3. Wat zijn opbrengsten van anders organiseren? a) Welke opbrengsten zijn zichtbaar op uw school bij leerlingen (kwaliteit van het onderwijs, leerresultaten, motivatie)? b) En bij andere betrokkenen (betrokkenheid, draagvlak, cultuur, zowel van personeel als van leerlingen en ouders)? c) Wat zijn volgens jullie de succes- en knelpunten (barrières) van het anders organiseren op jullie school? (En ook: hoe zijn eventuele barrières opgelost?) ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Anders organiseren? Teamwork! | 100

101 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication