19

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. “Ze praten in themaweken altijd over praktijkdocenten en theoriedocenten en niet over een docent Nederlands of rekenen of Engels. Je bent een theoriedocent en geeft al die vakken. Dus als ik in de themaweek in het technieklokaal ben, dan ben ik daar als theoriedocent en niet als wiskundedocent. Ik ben daar echt als ondersteuner van de praktijkdocent. [...] Je hebt op het technische vlak natuurlijk de doelen op het praktijkgedeelte, bijvoorbeeld een houtverbinding. Daar hoef je mij niet naar te vragen. Maar hoe je iets afmeet voordat je die houtverbinding kunt maken, dat kan ik de leerlingen misschien anders of beter uitleggen.” ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Nieuwe vakken Tot slot zien we op sommige scholen dat er extra vakken worden geïntroduceerd. Op een van de bezochte scholen gaat het om vakken zoals grote denkers, lifestyle en informatics, logica en argumentatieleer. Ook deze vakken hebben een vakoverstijgend karakter: deze vakken verbinden alle andere vakken met elkaar en vormen zo een brug tussen de alfa-, bèta- en gammavakken. Digitale leeromgeving Veel scholen combineren een van de bovenstaande aspecten van anders organiseren met een digitale leeromgeving voor hun leerlingen, vaak aangevuld met systemen waarin docenten de voortgang van leerlingen kunnen bekijken. Ook leerlingen kunnen hun eigen voortgang monitoren. In het digitale leersysteem wordt de lesstof samen met de opdrachten aangeboden, vaak op verschillende kennis- en vaardigheidsniveaus. Zo staat op een van de scholen alle leerstof van vmbo basis tot en met vwo in het systeem. Leerlingen kunnen op die manier zelfstandig en op hun eigen niveau aan hun leerdoelen werken. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. “Ze werken met een Learning Portal en daarin staat digitaal alle leerstof van basis t/m vwo, dus daar zit alles in treden en thema’s verwoord. Over die treden en thema’s worden afspraken gemaakt met de coach. [..] En een kind dat op gegeven moment niet werkt of onvoldoende hard werkt, daar maakt de coach elke week afspraken mee; hoe ga je dat volgende week oplossen, want je loopt achter; dit had je vorige week met mij afgesproken, hoe komt het nou dat je dat niet hebt gedaan. Ze gaan dus niet zeggen ‘foei jij moet dit en dat doen’, want het is een coach gesprek. Ze proberen de kinderen zelfbewust te maken van hun eigen rol in dit geheel.” ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Anders organiseren? Teamwork! | 19

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication