31

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. “Samenwerking is in dit onderwijsconcept echt een belangrijke competentie. Teamleden staan samen tegelijkertijd les te geven. Dat vraagt dat deze docenten hun activiteiten heel goed op elkaar afstemmen vanuit de vraag wat nodig is voor de groep als geheel. Het kan best zijn dat een docent een heel leuke les heeft bedacht met veel activiteit, maar dat dit niet goed aansluit bij de andere vier docenten en dan moeten we toch kijken hoe we daar een compromis in kunnen vinden zodat het wel past. Wat we hier wel mee creëren is een soort universele werksfeer.” ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. De intensieve samenwerking wordt over het algemeen gezien als inspirerend, maar dat betekent niet dat het ook vanzelf gaat: er is afstemming nodig en vertrouwen in elkaar. Docenten moeten op elkaar ingespeeld raken, voldoende flexibiliteit hebben en openstaan voor feedback. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. “Het ontwikkelen van modules en lessen en het lesgeven zelf gebeurt in duo’s. Dat is leuk, het is prettig om samen na te denken, je bent samen voor de groep, krijgt een ander perspectief. Maar het is ook ingewikkeld: docenten zijn het niet gewend, zij maken de overstap van een geïsoleerde naar een niet-geïsoleerde setting. De werkwijze vraagt veel om afstemming, zowel over de inhoud als over het proces. Dat kan goed gaan, maar er kan ook irritatie ontstaan.” ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. 4.1.4. Aantrekkelijkheid van het beroep, behoud van leraren, verzuim/uitval In de interviews vallen regelmatig de termen ‘vrijheid, autonomie, ruimte voor talentontwikkeling van de docent zelf.’ Voor docenten die onderwijsontwikkeling, gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het onderwijs en een breed palet aan rollen prettig vinden, is het werken op scholen die ‘anders organiseren’ inderdaad aantrekkelijk. Er is ruimte voor professionele ontwikkeling, voor het bezoeken van studiedagen en voor het ontplooien van eigen talenten. Enkele docenten geven aan nooit meer ergens anders te willen werken. Een enkele keer vertrekt een docent, die zich in zo’n type organisatie niet thuis voelt. “Het moet bij je passen”, aldus een docent. Dit betekent niet dat docenten op anders organiserende scholen ‘superdocenten’ moeten zijn. Wel maken deze scholen gebruik van andere kwaliteiten van docenten door differentiatie in functies en taken13. Hierbij wordt collegiale uitwisseling en professionele ontwikkeling belangrijker. Op de door ons bezochte scholen zien veel docenten dit als een positieve ontwikkeling. 13 Van der Vegt, Appelhof, Hulsen, Van Eck, Heemskerk & Pater, 2015 ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Anders organiseren? Teamwork! | 31

32 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication