73

Wijze waarop anders georganiseerd Leerlingen hebben geen lessen, maar werken doorgaans in dagdelen van vier uur aan een bepaald vak. Sommige vakken hebben een lesomvang van een half dagdeel. Een dagdeel bestaat uit verschillende sessies: 1. Een verwondersessie (start) waarin leerlingen een introductie op een onderwerp krijgen, geïnspireerd worden en instructie krijgen, waardoor ze op zoek gaan naar die kennis. 2. Workshopsessies waarin leerlingen werken aan hun opdrachten en leerdoelen. 3. Een labsessie waarin leerlingen aan de hand van data en een onderzoeksopdracht tot conclusies komen. 4. Een communicatiesessie gericht op reflectie en feedback geven met betrekking tot wat leerlingen hebben geleerd en het realiseren van hun leerdoelen (leerlingen kunnen aantonen dat zij de stof beheersen, bijvoorbeeld middels een presentatie, één op één gesprek, groepsgesprek, of toets). Leerlingen hebben een standaard rooster, maar kunnen daar - in overleg met hun coach - van afwijken. Een leerling die bijvoorbeeld heel goed is in Engels maar minder goed in wiskunde, kan een workshopsessie Engels wisselen voor een extra workshopsessie wiskunde. Leerlingen hebben ook de mogelijkheid om één of meerdere vakken op een hoger niveau te volgen. Leerlingen worden gecoacht door docenten (wekelijks 15 minuten) om hen te leren plannen, keuzes maken met betrekking tot hun rooster, doelen stellen en ambities te hebben. De school heeft een Learning Portal (gebaseerd op het Zweedse Kunskapsskolan) waarin de lesstof en opdrachten op verschillende kennis- en vaardigheidsniveaus wordt aangeboden en waarmee leerlingen zelfstandig kunnen werken aan hun leerdoelen. Leerlingen werken met een iPad. Leerlingen hebben geen rapportuitreiking, maar leerlingen geven zelf een rapportpresentatie waarbij zij hun cijfers en stand van zaken presenteren aan hun ouders en coach. Gevolgen van anders organiseren Voor de inhoud van het werk en verantwoordelijkheden De rol van docent is breder dan alleen lesgeven. De school heeft de rollen van docenten opnieuw gedefinieerd om hen in een andere denkstand te krijgen, zodat ze de oude manier van denken en organiseren kunnen loslaten en met die nieuwe manier kunnen werken. De vijf docentrollen zijn: Meesterschap: goed kunnen lesgeven, didactisch en pedagogisch. Leiderschap: iedere docent is leider (teams met roulerend voorzitterschap, expertrollen). Coaching: elke docent coacht ook een aantal leerlingen (individueel) en is daarvoor opgeleid. Onderzoek: de docent analyseert zijn resultaten, onderzoekt actief hoe hij zijn onderwijs kan verbeteren en hoe hij zijn lessen beter bij de behoefte van de leerling kan aansluiten. Reflecteren: de docent leert de leerlingen reflecteren. Dat betekent dat de docent zelf ook reflectie moet tonen op zijn eigen ontwikkeling. Leren is gedragsverandering en dat vraagt om reflectie. Voor samenwerking, zelfstandigheid en regelruimte ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Anders organiseren? Teamwork! | 73

74 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication